Als je een boek of een tijdschrift leest over planten of tuinen, kan het gebeuren dat je tureluurs wordt van de begrippen. Vaak denk je ze te begrijpen, maar is dat ook zo? Gelukkig is er nu dit handige en rijk geïllustreerde woordenboek.
Woordenboek? Eigenlijk is vrijwel alles voorzien van plaatje met summiere uitleg. Op een enkele tabel en uiteraard de index en woordenlijst na.

Wij komen het regelmatig tegen dat goedbedoelende (moes-)tuinboekauteurs er een zooitje van maken. Zelfs iets als familie-geslacht-soort-(cultuurvariëteit)-ras wordt verhabbezakt. Bij vertaling van buitenlands werk – en dat zijn de meeste tuinboekenl – kan het ook zijn dat de uitgever heeft verzuimd een nozele vertaler in te zetten. Maar de onwetende lezer, die juist wat probeert op te steken, is op het verkeerde been gezet en maakt vervolgens dezelfde fouten.
Een plaatje zegt meer dan duizend woorden
Waar het in dit boek bijvoorbeeld om gaat, is wat je je moet voorstellen bij een borstelig behaard blad? En wat is dan ruwharig? Het wordt aan de hand van illustraties haarfijn (…) uitgelegd. Net zoals tweeslachtig, eenhuizig en wat al niet meer.
Wij vinden het een fijn en handig naslagwerk. En daarmee een aanrader voor iedereen die een beetje wil meedoen en misschien wel wil meepraten in de boeiende wereld van de planten.
Titel | Geïllustreerd Botanisch Woordenboek |
Van | Corinne Décarpentrie |
Uitgever | KNNV UItgeverij |
ISBN | 978 90 5011 8293 |
Verschenen | 22 januari 2022 |
Prijs | € 17,95 |
Verkrijgbaar bij | Kies voor de boekhandel van steen en cement. En àls je een webshop prefereert, kies dan deze. |
Na een inleiding waarin een aantal basale zaken worden uitgelegd, is het boek verdeeld in vier secties: De vaatplanten, bryofyten, thallofyten en tenslotte wat dan origineel Nawerk wordt genoemd: de lijsten, indices, bronnen en dergelijke.
De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat wij ook nooit van bryofyten hadden gehoord. Maar dat zijn dus de mossen. En de algen, schimmels (paddenstoelen) en korstmossen heten thallofyten. Dat hebben we al meteen geleerd.
De inleiding is kort en krachtig. Geen uitvoerige bespiegelende tekst, nee, meteen de feiten: zo besluit sinds 1998 een select gezelschap botanici hoe de planten worden ingedeeld. Dat is de APG, de Angiosperm Phylogeny Group. APG I was de eerste, in 1998. De indeling in dit boek is conform APG IV. Vroeger was er geen DNA-vergelijk mogelijk en werden planten ingedeeld op uiterlijke kenmerken. Tegenwoordig is er DNA-onderzoek dat steeds beter wordt. Dus planten verhuizen soms van familie of geslacht. Kortom, een levendige bedoening 😊
Als je het boek doorneemt ervaar je dat vrijwel alles wat je aan een plant kunt ontdekken, wordt behandeld. Bijvoorbeeld de verschillende soorten wortels: penwortels, knolvormige wortels, wortelknollen, adventief wortels, enzovoorts. Of wat dacht je van de beschrijving van boomschors. Of bladknoppen. Waar eindigt het stengelbeginsel en begint het bladbeginsel?
Voetvormig blad
En dan lees je in een willekeurig tijdschrift dat een plant een voetvormig blad heeft. Vervolgens kijk je naar je eigen voeten en denkt: Huh? Hoe? Groot langwerpig blad met vijf kleine blaadjes eraan? Nee hoor, het staat in dit boek netjes getekend. Net als ‘bladstand tweezijdig tegenoverstaand’ en ‘bladstand tweezijdig afwisselend’. Maar wat is dan het verschil met een even geveerd blad?
De behandeling van de vaatplanten vormt veruit het grootste deel van het boek. Er is dan ook veel over te zeggen: bloemen, knoppen, steunblaadjes, het meristeem, de vruchten, grassen en sporenplanten. En de varens.
Voor de bryofyten zijn twee bladzijden ingeruimd. Meer is er kennelijk niet over te zeggen. De thallofyten krijgen meer ruimte, maar daar behoren dan ook de paddenstoelen toe. En geen paddenstoel is gelijk. Ook de naamgeving van de hoed verschilt: Is hij genaveld of trechtervormig? Of klokvorming of kegelvormig?

We belanden in het Nawerk. De bijlagen en overzichten. Onlangs beschreven we onder in Plantenlatijn is geen potjeslatijn twee boeken die ons wegwijs maken in de Latijnse benamingen. In Geïllustreerd Botanisch Woordenboek staat achterin een beknopt Latijns overzicht met de Nederlandse vertaling erbij.
Ook erg handig zijn de twee registers: een op Nederlandse naam en de ander op de wetenschappelijke naam.
Honderd bladzijden pure, welkome geïllustreerde informatie. En dat voor een luttel bedrag.