Een charmant boekje geschreven door Dick de Vos, literatuurwetenschapper, marketeer, politicus en vogelliefhebber. Alle facetten van de nachtegaal passeren de revue – je kunt het zo gek niet bedenken. Maar de kern van dit boek zijn toch de hoofdstukken over de nachtegaal in de literatuur.
Dick de Vos blijft in stijl met dit boekje over de misschien wel meest muzikale vogel – vorig jaar verscheen immers van zijn hand ‘Wat zingt daar‘. Nu focust hij op de nachtegaal en dist allerlei verhalen, kennis en wetenswaardigheden rondom deze bijzondere vogel op. In variabele stijl; sommige hoofdstukken bevatten interviews, andere zijn eigen belevenissen en weer andere zijn beschrijvend. Mooie illustraties en weergaven van oude teksten (altijd ook in hun oorspronkelijke taal) maken het geheel compleet.
De nachtegaal is een onopvallende kleine bruine vogel die je slechts moeizaam te zien krijgt. Maar hij compenseert dat ruimschoots door zijn zang. Als je hem hoort zingen verwacht je eigenlijk een veel grotere, meer bijzondere vogel uit het struikgewas te zien verschijnen – het volume en de volheid van de klank is geweldig. Daarom is hij natuurlijk ook zo beroemd. Wordt verliefd op de nachtegaal!
Titel | Ode aan de nachtegaal – Portret van een onsterfelijke zanger |
Van | Dick de Vos |
Uitgever | KNNV Uitgeverij |
ISBN | 978 90 501 181 01 |
Verschenen | 2021 |
Prijs | € 22,50 |
Verkrijgbaar bij | Alle boekhandels en indien u online wenst te winkelen, raden we deze aan. Dan verdient de echte boekhandel zelf ook nog iets. |
Van alles wat

In ‘Ode aan de nachtegaal’ vind je allerhande informatie over de nachtegaal. Van alles wat. Het neigt zelfs een beetje naar een bij elkaar geraapt zooitje – maar het enthousiasme van de schrijver maakt veel goed. Eigenlijk bestaat het boek uit drie delen:
Ten eerste een aantal min of meer inleidende hoofdstukken over de nachtegaal. Daarin komen bijvoorbeeld het ontstaan van zijn naam aan bod, zijn leefwijze, en zijn ondersoorten en naaste familieleden.
Het tweede blok gaat over de nachtegaal in geschiedenis en literatuur; dit is de harde kern van het boek.
En daarna volgt dan nog deel drie, dat bestaat uit allerlei hoofdstukjes – tja – noem het maar ‘overig’. Best leuk hoor, bijvoorbeeld over het eten van nachtegalen, of over nachtegalen op postzegels. Goed voor de volledigheid, maar toch minder van kaliber dan de eerdere hoofdstukken.
Van Homerus tot Shakespeare
Misschien behoor ik tot een specifiek publiek (vogelaar x lezer), maar ik betrap mezelf op de gedachte dat ik graag had gewild dat dit boekje in z’n geheel over de nachtegaal in de literatuur zou gaan. De rest voelt als een goedbedoelde poging om het voor een breder publiek interessant te maken. Ach, het maakt niet uit, ik pik er toch gewoon de dingen uit die mij aanspreken. Bijvoorbeeld Plutarchus, de Griekse filosoof die leefde tussen ongeveer het jaar 46 en het jaar 120. Hij schrijft over een Spartaan die een nachtegaal plukte om op te eten, en teleurgesteld zei: ‘Een stem, en verder niets’. Geweldig toch 🙂
Ook prachtig is natuurlijk die cruciale scene tussen Romeo en Julia, in de vroege ochtend, wanneer de geliefden kibbelen over of het de nachtegaal is die zingt, of de leeuwerik. In geval het een leeuwerik is, moet Romeo namelijk als de wiedeweerga maken dat hij wegkomt. Maar in geval van de nachtegaal kunnen ze nog even lekker blijven liggen. Of iets anders doen – de nachtegaal was eeuwenlang nadrukkelijk verbonden met seksualiteit.
‘Een stem, en verder niets’ – Plutarchus
En van Coleridge tot J.C. Bloem

Uiteraard komen ook de romantici uitgebreid aan bod: Keats, Coleridge, Clare, Shelley. Allemaal schreven ze ooit over de nachtegaal. Vaak was de nachtegaal eigenlijk enkel een decorstuk in hun zielenpijn – in het beroemde ‘Ode to a nightingale‘ van John Keats bijvoorbeeld. Maar met name John Clare toont ook een fantastisch helder beeld van de nachtegaal en vooral van zijn zang. En ook in de Nederlandse literatuur komen nachtegalen voorbij, maar persoonlijk vind ik die toch vaak meer versjes dan gedichten, of erg ‘heilig’. Over smaak valt niet te twisten. Onsterfelijk is in ieder geval het vers van J.C. Bloem over de nachtegalen, uit 1947.
Er is meer
Er is natuurlijk meer. Christelijke verwijzingen naar de nachtegaal komen aan bod – zoals wel vaker lukte het de kerk om de nachtegaal, toch ooit symbool voor wellust, in te lijven als deugdzaam en godvrezend onderdeel der schepping. Maar ook van oosterse bronnen, zoals de dichter Hafez, blijft Dick de Vos niet weg. Dat creëert een mooi volledig beeld (alleen Goethe en Heine, en overigens het hele Duitse taalgebied, komen er een beetje bekaaid vanaf). Kortom, alleen al om deze hoofdstukken die de nachtegaal in de literatuurgeschiedenis beschrijven is dit boekje de moeite waard. De rest is extra