Een fris, fruitig, fraai en informatief boek over het in het plukken van vruchten in de “wilde” natuur. Met een handige herkenningskaart die in de binnenzak kan worden gestopt.
Na het boek van Nederlands hipste wildplukker verschijnen er meer. En daar hebben we niets op tegen, zeker niet als het er een is als deze. Dit boek gaat alleen over vruchten en bevat de meest gangbare die langs ’s lands paden en wegen voorkomen. Het is niet compleet
, maar bevat meer dan voldoende om plezierig te kunnen wildplukken.De auteurs, Peter Kouwenhoven en Barbara Peters hebben een prettig leesbaar en informatief boek geschreven plus een handige, stevige opvouwbare herkenningskaart om in de binnenzak te steken als u op pad gaat. Het boek bevat indices op Nederlandse naam en op de wetenschappelijke naam. Op toepassingsmogelijkheden (dranken, taarten, drogen, roosteren e.d.). De achterflap is tevens oogstkalender. Waarbij één minpuntje: de flap had aan de andere zijde moeten worden bedrukt, zodat ze opengeklapt naast de inhoud van het boek te bekijken is.
Titel |
Wild plukken: de alternatieve fruittuin |
Van |
Peter Kouwenhoven en Barbara Peters |
Uitgever |
KNNV Uitgeverij |
ISBN |
978 90 5011 478 3 |
Verschenen |
April 2014 |
Prijs |
€ 17,95 |
Verkrijgbaar bij |
Alle boekhandels en indien u online wenst te winkelen, raden we de Libris-webwinkel aan. Dan verdienen de boekhandels zelf ook nog iets. |

Kouwenhoven is de man met de kennis over de planten en Peters plukt en kookt. Dat leidt tot zinvolle informatie over de plant èn uiterst maakbare recepten. Pakweg vier per vrucht. Het boek bevat, zoals valt te verwachten, eetbare bomen, struiken en heesters. Wat niet eetbaar is, wordt achterin, in een apart hoofdstuk beschreven.
De eerste pakweg vijfentwintig behandelen tips en informatie over planten in het algemeen. Soms schieten de auteurs m.i. een beetje door. In de marge van bladzijde 10 staat een lijstje met passende “zomerse” klassieke muziek. Maar een pluspunt is dat er ook aan de beleving door kinderen gedacht. Die kunnen niet vroeg genoeg leren dat er veel meer eetbaars is dan wat in de supermarkt ligt.
In ‘Andere fruitliefhebbers’ worden de concurrenten van de wildplukker benoemd: vogels (zoals spreeuwen, mezen, merels e.d.), insecten (wespen) en zoogdieren (muizen, das, eekhoorns). Het hoofdstuk over bestuiving is absoluut informatief. Op heldere wijze wordt uitgelegd hoe planten worden bestoven en (dus) tot vruchtvorming komen. Maar deze twee secties zouden ook in elk ander natuur- of tuinboek kunnen worden opgenomen.
De vruchten worden in vier categoriën gedeeld: omfietsvruchten, lekkere vruchten, mwah-vruchten en niet eetbaar
Omfietsvruchten
Indachtig de wijngids van Nicolaas Kleij (omfietswijn) worden de aller-lekkerste wild te plukken vruchten in dit boek geschaard onder de omfietsvruchten. Het zijn er tien, die elk maar liefst vier bladzijden krijgen.
Alle vruchten c.q. de boom of struik, worden beknopt beschreven, met, als het zo uitkomt, ook wat historie of anekdotes. Zo wordt bij de japanse bottelroos aangetekend dat de roos (in het algemeen) van oorsprong uit Oost-Azië komt, vandaar naar Engeland (eind 16e eeuw) is gekomen en toen de rest van Europa en de Westerse wereld heeft veroverd. De japanse bottelroos heeft nauwelijks last van ziekten en bloeit een aantal maanden onvermoeibaar. Ze komt veel in openbare plantsoenen voor omdat ze niet veel eisend zijn. Uiteraard wordt in een kadertekst even op Roosvicee ingegaan. Naast de beschrijving en vaak fraaie foto’s zijn er minstens vier recepten c.q. toepassingen per vrucht.
Bijvoorbeeld:
Appel |
appelmoes, appeltaart, appels uit de oven, appelstroop, gedroogde appelschijfjes |
Braam |
bramenmuffins, bramenflensjes, jam, ijs, fruitsalade |
Krent |
mueslikoekjes met krenten, krentenjam, krentenpannenkoeken |
Walnoot |
walnotenbrood, walnotenolie, compote met walnoten |
Lekkere vruchten
Hetzelfde geldt voor de ‘lekkere vruchten’. De vruchten waarvoor u niet specifiek op pad hoeft te gaan. Anders zouden het wel omfietsvruchten zijn.
Dat zijn: aalbes (menig moestuinier heeft dit in zijn tuin staan), appelbes
, beuk (beukennootjespesto), bosaardbei, bosbes (menigeen gaat daarvoor op pad), duindoorn, gele kornoelje (geel zijn de bloemen – gele kornoeljesoep!), kriek, kweepeer (daar zouden wij wel voor omfietsen), moerbei, rozen (anders dan de japanse bottelroos), sierappel, sierkwee, sleedoorn, tamme kastanje (gepofte kastanjes, kastanjetaart, geglaceerde kastanjesMwah-vruchten
Onder wat Kouwenhoven en Peters maar zo zo vinden, staan o.i. ook uitstekende vruchten. Het is dus ook wel een beetje de smaak van de auteurs. Neem de boksdoorn. Die komt veel in hagen voor. Het is de gojibes. Ja, er zijn wrange goji’s, maar ook hele zoete. Of de honingbes, een speciaal geselecteerde kamperfoelie met bessen met een hoog vitamine C gehalte
En twijfel je? Eet die vruchten dan niet.
Niet eetbaar
Waar Florès soms het noodlot tart, door bijv. de taxusbes toch wel als eetbaar te betitelen, is dit boek helder. Maar liefst 34 vruchten worden genoemd. Hier staan ook vruchten van kruidachtige gewassen – zeg maar: vaste planten of eenjarigen – tussen. Maar die kunnen ook verleidelijke bessen dragen. Bij de plantbeschrijvingen wordt e.e.a. wel genuanceerd: de een is immers meer schadelijk dan de andere. Maar toch: waarom zou je ze in hemelsnaam eten?
Je eigen fruittuin
Hier spreekt de inbreng van Kouwenhoven. In dit laatste hoofdstuk worden aanbevelingen gedaan voor hen die niet altijd op pad willen, maar gewoon het lekkers in eigen tuin of op eigen balkon willen hebben.