Een op het eerste gezicht smakelijk maar complex gerecht dat uiteindelijk heel makkelijk te maken is.
Snijd de sjalotten in de lengte door. Doe de buitenste jas uit, kop en kontje eraf en snijd de helft nog twee of drie keer in de lengte door.
De pastinaak in repen snijden, ze hoeven niet pastinaak-lang te zijn, een cm of 4 à 5 is okay.
Breng langzaam een pan water aan de kook, om zo meteen de pasta te koken.
Neem een ruime, stevige pan. Verwarm daarin de olie en smoor de sjalotten. Een minuut of vijf, zes. Als ze glazig worden, de pastinaakreepjes en tijm erbij doen. Omscheppen. Pastinaakreepjes mogen wat bruinen.
Doe de azijn en wijn erbij. Doe het deksel op de pan en laat nog een minuut of acht tot tien op laag vuur stoven.
Als de pastinaakreepjes zacht worden (dat is dus dikte-afhankelijk), het deksel eraf nemen en wat er aan vocht is, laten verdampen.
Doe de spekjes erbij, schep goed om. Bak/smoor gedurende een minuut of vijf.
Doe de pasta in het inmiddels kokende water.
Ondertussen de boter in een pannetje smelten. Als het begint te sissen, de pijnboompitten erbij doen en de salieblaadjes. Op het vuur houden tot de boter begint te bruinen en de pijnboompitten beginnen te verkleuren. (Dat kan opeens snel gaan, blijf erbij!) Haal van het vuur.
Giet de pasta af, bewaar een beetje kookwater. Meng de pasta met de sjalotten-pastinaak, eventueel een beetje kookwater erdoor.
Schep op borden, giet er wat salieboter (met pijnboompitten) over en leg er een gepaste hoeveelheid geraspte Parmezaan bij.
Serveer.
Kan zonder spekjes vegetarisch worden genoemd.
Dit fijne recept komt van de website MergenMetz. Op foto's en tekst rusten auteursrechten. Vraag even toestemming als u iets wilt overnemen.