Geraspte knolselderij met een aardappel en kruiden, maken een heerlijke rösti. Knolselderij anders.
Ottolenghi zegt dat je eerst de geraspte groenten met wat zout moet mengen en goed moet laten uitlekken door ze een half uur in een theedoek boven een kom te hangen. En dan uitwringen en vervolgens in een kom overbrengen. Dat hebben wij niet gedaan. We vonden de knolselderij en aardappel niet bijster nat.
Rooster de kruiden in een droge koekenpan. Pas op dat het niet verbrandt. Leg er eventueel een deksel over om uit de pan poppen te voorkomen. Vermaal de kruiden met een vijzel.
Doe de geraspte knolselderij en aardappel in een kom. Meng het alvast een beetje. Meng dan de sjalot, kruiden en citroensap erdoor. En peper (en zout als je het niet hebt laten uitlekken).
Roer de losgeklopte eieren erdoor en dan de bloem. Gebruik gerust je handen.
Ottolenghi raadt aan om kleine rösti's te bakken. Hij heeft het over tien stuks van 6 cm diameter. Wij hebben één hele grote koekenpan en één hele grote rösti gebakken, door het ook (voor de bovenkant) onder de grill te zetten. Bij elkaar misschien tien minuten in een hete koekenpan die daarna laag is gedraaid en tien minuten onder de grill.
Otto doet wel interessant door specifiek een desiree-aardappel te benoemen. Hij gebruikt er een, terwijl er o.i. wel twee mogen voor vier personen. En desiree is echt niet nodig, hoor. Elke aardappel voldoet.
Dit fijne recept komt van de website MergenMetz. Op foto's en tekst rusten auteursrechten. Vraag even toestemming als u iets wilt overnemen.