Mooi en simpel gerecht met schorseneren, champignons, wat tomatenpuree en dragon.
Een dunschiller is heel handig. Om te voorkomen dat schorseneren verkleuren leggen we ze in aangezuurd water (dus met een scheut citroensap of azijn). Schorseneren schillen is een makkie, wat men er ook van mag zeggen.
1) Spoel ze af, zodat het meeste zand is verdwenen.
2) Vul een ruime bak of de gootsteen met water, doe daar een scheut azijn of citroensap bij.
3) Vul een pan of bak met water en doe daar ook wat citroensap of azijn bij.
4) Snijd de schorseneren bovenaan af, zodat het eventuele loof en bladgroeipunt weg is. Leg ze dan direct in het zuur water (gootsteen) van 2).
5) Schil ze onder water met de dunschiller.
6) Geschild? Dan – in dit geval in stukken van 5 cm gesneden – overdoen in de bak of pan die je zo-even, bij 3) hebt klaargezet.
Het eindresultaat is een gootsteen met allemaal schil en heel misschien een lichte plak aan de handen, maar als u het goed doet, mwa… Al die bangmakerij van vies, plak, handschoenen, keukenmeidenverdriet is onzin.
Kook de schorseneerstukjes ca. 20 minuten. Maar check regelmatig, want ze kunnen plots papgaar zijn. En een beetje (van bijten) is wel lekker. Afgieten. Uit laten druipen.
Tijdens het koken maak je de champignons schoon en verdeelt ze in kwarten.
Smelt een klont boter in een koekenpan. Bak de champignons even aan, doe dan de schorseneren, tomatenpuree en dragon erbij en laat nog een minuut of tien zachtjes smoren, opdat alles lekker heet is.
Eventueel een beetje water erbij als het te droog wordt en wat zout voor de smaak.
Opdienen.
Dit fijne recept komt van de website MergenMetz. Op foto's en tekst rusten auteursrechten. Vraag even toestemming als u iets wilt overnemen.