Een makkelijke en smakelijke risotto met de echte wintergroente schorseneer. Verrijkt met bijvoorbeeld shiitakes is het niet te versmaden.
Schil de schorseneren en kook ze in aangezuurd water plm.10 minuten. Niet te gaar. Afgieten en af laten koelen. Snijd ze vervolgens in stukjes van 1 cm.
(Andere optie: snijd ze rauw meteen in stukjes van 1 cm en doe ze halverwege (na 10 minuten) bij de risotto.)
Zet de bouillon op klein vuur – het moet op een gegeven moment heet genoeg worden.
Neem een kasserol (grote gietijzeren pan) en verhit een goede scheut olijfolie, fruit de sjalot in een scheut olijfolie op middelhoog vuur.
Als ze geel glanzend worden, de rijst erbij doen. Vuur even hoog zetten en de rijst flink omscheppen, tot de korrels glazig worden.
Blussen met de witte wijn. Draai het vuur laag en voeg wat hete bouillon toe. Roer.
Roer regelmatig en blijf kleine beetjes bouillon toevoegen. Er ontstaat een smeuïge massa. Uiteindelijk moet risotto "kruipen" – maar lang niet zo vloeibaar als rijstebrij of zo.
(Dit proces duurt circa 20 minuten. Als je na 10 minuten de rauwe schorseneerstukjes erbij doet, gaat het goed.)
De crux is dat aan het einde de rijstkorrel in de kern net een beetje hard is. Maar dan ook een klein beetje.
Als dit moment komt de kaas erbij doen en, als je schorseneer voorgekookt hebt, de schorseneerstukjes.
Blijf even doorroeren en omscheppen. Op smaak brengen met peper en zout. (Sommigen doen er nog een klont boter of een scheutje room bij. Niet nodig.)
Dit fijne recept komt van de website MergenMetz. Op foto's en tekst rusten auteursrechten. Vraag even toestemming als u iets wilt overnemen.