Kook de pastinaken in gezouten water gaar. Dat neemt 15 tot 20 minuten.
Ondertussen de ui in de boter smoren, tot het glazig wordt. Roer de komijnpoeder, korianderzaad, garam masala erdoor en bak nog twee minuten.
Giet de pastinaken af – even uit laten lekken in een vergiet. Stamp het tot puree. Roer de andere klont boter erdoor en de uismoor. Breng op smaak met peper en zout.
In een andere ruime pan (kasserol): smoor de prei en de stukjes wortel in de boter tot ze zacht beginnen te worden. Een beetje bruin is niet erg.
Voeg de schijfjes champignons toe en smoor nog enkele minuten.
Doe dan het vlees erbij. Bak het; niet te veel omscheppen, het vlees mag best wel een beetje bruinen.
Voeg bloem en tomatenpuree toe en roerbak gedurende een minuut of drie.
Doe de bouillon erbij, tijm en laurier en breng aan de kook. Laat minstens een half uur op laag vuur stoven.
Verwarm de oven op 190° C.
Breng de vleesstoof op smaak met zout en de [woester]saus – dat schrijft niet alleen makkelijker, dat klinkt ook zo – en maal er flink wat peper door. Schep over in een ovenschotel.
Drapeer lepels pastinaakpuree erover en smeer uit en dicht. Zet ca. 20 minuten in de
oven, tot de bovenlaag begint te bruinen.
1) Bij ons begon de bovenlaag niet echt te bruinen in de oven. Maar dat werd ook niet gemist.
2) Volgens mij mag er wel wat meer [woester]-saus in. Proef zelf maar.
Dit fijne recept komt van de website MergenMetz. Op foto's en tekst rusten auteursrechten. Vraag even toestemming als u iets wilt overnemen.