Kleine taartjes gevuld met knolselderijblokjes en brie. Met een sausje.
Stoom de knolselderijplakken beetgaar. Dat is in onze stoomoven in ca. een kwartier. Snijd ze met een bakring/opmaakring in schijven van 5 cm doorsnee. Snijd rest in kleine blokjes.
Smelt wat boter in een koekenpan. Bak de blokjes knolselder in boter met wat zout en - zo je wenst - een snuf kaneel. Ze mogen beginnen te bruinen. Uit de pan scheppen.
Bak vervolgens de schijven knolselderij met een pietsje zout erover. Als ze beginnen te bruinen, omkeren en de andere kant bakken.
Ze worden wat steviger, want het vocht wordt eruit gebakken.
Beboter vier ringen van 5 cm. Leg ze op een met bakpapier beklede ovenplaat, bestrooi ze met paneermeel – dat betekent dat een beetje paneermeel aan de binnenzijde van de ringen blijft hangen en het meeste op de bodem binnen de ring.
Meng, in een kom, de blokjes brood met de gebakken blokjes knolselderij. Meng er stukjes brie door. (Brie dus ijskoud, want het plakt heel snel aan elkaar, maar door het her en der boven de kom te laten vallen en meteen te mengen, lukt het wel.)
Maak van elke ring een taartje van drie plakjes knolselderij met daartussen een vulling van de gemengde blokjes. Aandrukken en 12 minuten in een oven van 200°C bakken.
Maak van de rest van de brie en de melk en peterselie een sausje die u om de taartjes drapeert, zo gauw ze uit de oven komen.
Dit fijne recept komt van de website MergenMetz. Op foto's en tekst rusten auteursrechten. Vraag even toestemming als u iets wilt overnemen.