Niertjes kunnen heel lekker zijn. Dit is een mooi recept van lamsnieren in een mosterdroomsaus. Lekker bij rijst.
Als ze in het niervet zitten, de nieren daaruit halen. (Niervet bewaren!)
Snijd de nieren in de lengte doormidden. Knip met een schaar het witte eruit. Zo mogelijk ook de 'draden' die in de nieren lopen.
Leg de gehalveerde stukken nier in een kom water. Af en toe spoelen. Als het goed is zijn ze vrijwel reukloos.
Als je veel nieren hebt, kan je in twee keer bakken. Ze krimpen namelijk.
Dep de gehalveerde nieren droog.
Neem een ruime koekenpan, doe daarin de olie en de boter. Breng op temperatuur.
Leg de gehalveerde nieren in de pan, de snijzijde in het vet. Bak ze twee minuten aan elke kant en druk er onderwijl met de spatel op. Echt, niet langer dan twee minuten! (Wij zetten de stopwatch op 1:45 minuut, omdat je toch wel wat seconden verdoet.)
Haal de nieren uit de pan en leg ze op een bord. (Er kan nu nog een portie worden gebakken.)
Doe een fikse scheut rode wijnazijn in de koekenpan en schraap ondertussen het aanbaksel los. Als de rode wijn is verdampt de room erin en de mosterd er doorheen roeren.
Doe de nieren en het vocht wat erop het bord uit is gelopen terug in de pan, bij de mosterdsaus en verwarm even door. Draai er verse peper over. (Volgens ons hoeft er geen zout bij, de mosterd bevat al genoeg smaak,)
Serveer (bij of op rijst, bijvoorbeeld)
Je zou de saus kunnen verrijken met peterselie, bieslook of dragon. Of dat er fijngesneden overheen strooien.
Dit fijne recept komt van de website MergenMetz. Op foto's en tekst rusten auteursrechten. Vraag even toestemming als u iets wilt overnemen.