Penne met stridolo. Zo noemen de Italianen de scheuten van de blaassilene. Een vaste plant; een groente die o.i. in meer moestuinen mag staan. Dit is een heerlijk gerecht.
Neem een ruime koekenpan of kasserol (gietijzeren pan). Verhit de olijfolie en bak de knoflookstukjes even aan, maar niet echt bruin.
Kieper het blik tomaten erbij – wij doen dat door onze handen en knijpen de tomaten meteen fijn (pas op voor spuiters!). Roer door elkaar en kook het in. Dat zal misschien twintig minuten zijn. Of iets langer.
Ondertussen “leest” u de stridolo. (Blaassilene klinkt veel minder smakelijk, vindt u ook niet?). U neemt van iets te dikke stengels de toppen en het blad. Te lange stukken in tweeën snijden, maar een centimeter of tien is oké.
Ergens tijdens het inkookproces gaat u de penne koken, zodat alles mooi tegelijk klaar is.
Een paar minuten voor het einde van de kooktijd roert u de stridoli door de saus. Even mee laten smoren, opdat het iets zachter wordt.
Penne met de saus mengen, opscheppen en wat Parmezaanse kaas erover.
Blaassilene is een vaste plant. Een dankbare groente voor tussen winter en de echte moestuinoogst. Men neemt de jonge scheuten, voordat ze groter zijn en bloemknoppen krijgen. Wij hebben een bedje van pakweg een meter bij een halve meter. En knippen het gewoon met een schaar af, vijf centimeter boven de grond.
Dit fijne recept komt van de website MergenMetz. Op foto's en tekst rusten auteursrechten. Vraag even toestemming als u iets wilt overnemen.