
Een makkelijk en praktisch gerecht: aardappelkoekjes met knopkruid. Eigenlijk rösti met knopkruid erdoor. Erg smakelijk en bovendien gezond. (Het is eigenlijk rösti met knopkruid.)
Zet een ruime pan met water op en breng het aan de kook. Eens het kookt, de bladeren er in doen en op middelhoog vuur 1 – 3 minuten blancheren. Afgieten en laten afkoelen.
Knijp overtollig vocht er uit. Hak grof en zet terzijde.
Schil de aardappelen en rasp ze grof c.q. met bijv. een mandoline in dunne reepjes (julienne) snijden. Droog met een doek wat af.
Meng in een kom de aardappel, knopkruid en andere ingrediënten goed door elkaar.
Verhit in een koekenpan de olie.
Leg er een lepel aardappel-knopkruidmengsel in en druk wat plat. Het ei zorgt voor binding. Keer na enkele minuten om.
Bak ze mooi bruin aan beide zijden. Serveer twee a drie stuks per persoon.
1) Meret, de auteur van het boek, bakt met boter, ik gebruikte arachideolie
2) Pieternel vond dat er meer zout in de koekjes mocht. Tja, de kernvraag is dus: hoe groot is een snuf zout?
Dit fijne recept komt van de website MergenMetz. Op foto's en tekst rusten auteursrechten. Vraag even toestemming als u iets wilt overnemen.