Rode jam, gemaakt van de vruchten van de gele kornoelje. Met wat appel, gember, citroensap. Het is wat werk, maar dan heb je ook wat lekkers.
Was de kornoeljes en doe de slechte weg. Doe het water en de kornoeljes in de pan en kook het tot de vruchten zacht zijn.
Zet een andere pan op om potjes en dekseltjes in kokend water te steriliseren.
Nu moeten pitten gescheiden worden van vruchtvlees/sap. In veel recepten staat: ‘Haal ze door een zeef’. Makkelijk gezegd. Een roerzeef (passe-vite) kan niet, dus een gewone fijnmazige keukenzeef. En dat is niet handig. Je kunt blijven roeren en wrijven, maar het schiet niet op. Er blijft o.i. te veel vruchtvlees aan de pitten hangen. Zonde. Tussen de vingers gewreven laat het zo los, maar om zo alle pitten schoon te wrijven…. Wij gebruikten de slazwieper. En dat werkt goed.
Doe het vocht (sap, vruchtvlees) terug in de pan, met de gember, citroensap, appel en suiker. Eventueel een beetje water toevoegen. Kook tot de appels zacht zijn. Zet er desgewenst de staafmixer op.
Los de pectine in een glas met een klein beetje water op. Giet het in de kokende massa. Roer door en laat nog een minuutje koken.
Vis een voor een de potjes en dekseltjes uit de pan met kokend water en vul ze met de jam. Het deksel erop draaien en de pot omkeren (dus op het deksel plaatsen). Af laten koelen. (En dan mag het potje wel weer een keer normaal neergezet worden.)
Dit fijne recept komt van de website MergenMetz. Op foto's en tekst rusten auteursrechten. Vraag even toestemming als u iets wilt overnemen.