Een verdraaid lekkere risotto van wilde groenten, zoals bijvoorbeeld zevenblad, brandneteltoppen, daslook, paardenbloem, pimpernel, chicorei. Heerlijk. Aanrader. Maken!
Wij hadden overwegend blad van zevenblad (de grote, dikke stelen niet plukken of anders wegdoen), 10 à 20 brandneteltoppen, een stuk of 20 bladen daslook, paar takjes pimpernelblad, 10 chicoreiblad en een stuk of 20 paardenbloembladen. Dit alles behoorlijk fijngehakt/-gesneden.
Neem een stevige pan en verwarm een scheut olijfolie. Doe de ui erbij en op matig vuur glazig bakken.
Dan de rijst erbij. Vuur hoog en schep goed om, opdat de rijst gecoat wordt met olie. En dan blussen met witte wijn. Vuur daarna laag en laat de wijn indampen.
Dan begint een cyclus van scheut bouillon erbij, roeren, als de bouillon is opgenomen weer een scheut erbij. Dat duurt een minuut of twintig. Dan is de rijst, als het goed is, beetgaar. Het hoeft net niet door en door gaar te zijn. Maar.....
..... pakweg 5 minuten voor het klaar is, doe je de fijngehakte wilde kruiden erbij. Schep om en zorg dat het gaar wordt. Niet compleet door en door, een beetje beet is smakelijker dan pap.
Breng op smaak met peper en zout, doe er een scheutje worcestersaus bij. Klein beetje en dan proeven. Eventueel weer een beetje worcestersaus.
Serveer
Geen kaas, geen klont boter. De worcestersaus hebben we niet gedaan, er is een restant van de zevenbladpesto door gegaan. Daar zat ook al een blaadje daslook en wat brandnetel in. Extra is dus pakweg een teentje knoflook en wat pijnboompitten die in de pesto verwerkt zijn.
Dit fijne recept komt van de website MergenMetz. Op foto's en tekst rusten auteursrechten. Vraag even toestemming als u iets wilt overnemen.