Een kastanjemeeltaart maak je met kastanjemeel, dat vroeger vaker werd gebruikt. In Italië is het nog behoorlijk gangbaar. Deze taart is uit de noordelijke regionen. Boeiende smaken!
Verwarm de oven voor op 200o Celsius.
Vet een rechthoekig bakblik (20 x 30 cm o.i.d.) in met olie.
Neem een ruime kom en zeef het meel erboven.
Voeg suiker en zout toe en giet er, misschien niet al, het water bij om er een soepel beslag van de maken.
Roer er twee eetlepels goede olie door en de gewelde rozijnen als ook de gebroken walnoten.
Giet dit beslag in de bakvorm. Druk er zachtjes de pijnboompitten op vast, trek de blaadjes van het takje rozemarijn en verdeel deze over de taart en besprenkel het geheel met de rest van de olie.
Bak tegen de veertig minuten (kijk eens na een half uur) tot de bovenkant krokant is en barsten vertoont. Laat wat afkoelen in de vorm, serveer warm.
De taart wordt ook bedekt met andere noten. En soms liggen er rozijnen bovenop. Dan heet het een castagnaccio van ‘daar en daar’. Iedere regio zijn variant. Dus dat is ook uw speelruimte.
Dit fijne recept komt van de website MergenMetz. Op foto's en tekst rusten auteursrechten. Vraag even toestemming als u iets wilt overnemen.