Mjum, mjum, mjum. Dit is erg lekker. In plat Nederlands: raapstelen, bonen en spaghetti. Maar dan wel cime di rapa, bijzondere Italiaanse raapstelen, en de lekkerste bonen die er zijn, de kievitsbonen.
Gedroogde bonen een nacht tevoren in de week zetten (helft van het benodigde gekookte gewicht) en dan een uur of twee koken, misschien drie. Beetgaar, niet te gaar. Afgieten en uit laten lekken.
De cime di rapa schonen en in stukken van 10 cm snijden. De dikkere delen van de stengel wegdoen of met de spaghetti meekoken.
Kook de pasta en parallel daaraan in een kasserol (grote stevige pan) met wat olijfolie de knoflook en sjalotten op middelmatig vuur glazig bakken.
Doe de cime di rapa erbij (desnoods in twee porties) en schep om. En blijf omscheppen. Het zal slinken.
Voeg de bonen toe en uiteindelijk de afgegoten pasta. Alles goed door en door scheppen, wat lastig blijkt, want cime di rapa houdt van elkaar.
Citroenrasp erdoor en peper en zout om op smaak te brengen. Een beetje kaas mag er ook al door.
Schep op de borden en bestrooi met kaas.
Citroenrasp maak je heel makkelijk met een zesteur.
Dit fijne recept komt van de website MergenMetz. Op foto's en tekst rusten auteursrechten. Vraag even toestemming als u iets wilt overnemen.