Radijssoep is een uiterst smakelijke soep van, zoals de naam zegt, radijsjes en hun loof. Kan gecombineerd worden met allerlei extra's als spekjes, kaas of mierikswortel.
Was het groen van de radijs (norm: drie keer wassen is schoon).
Schoon de radijsjes op; snijd een stuk of vijftien een of twee keer door.
De overgebleven radijsjes snijd je in dunne plakken. Doe ze vooraf in de soepkom of drapeer ze over de soep (ze zullen zinken, tenzij je stapelt of een ondiep soepbord gebruikt).
Verhit de bouillon tot (tegen) het kookpunt.
Neem een stevige pan (kasserol). Verhit de olie en fruit de ui – niet echt bruinen, wel glazig laten worden.
Doe de twee eetlepels bloem erbij en roerbak even. Meng dan, eerst soeplepel voor soeplepel, de bouillon erdoor. Er ontstaat een soort van licht gebonden soep.
Doe de grof gesneden radijzen in de soep. En enkele minuten later het loof. In totaliteit pakweg 10 minuten zachtjes laten koken. De radijsjes moeten wat zacht worden.
Pureer: Zet de staafmixer erin of gebruik een pureerzeef/passe-vite.
Vuur uit. Meng in een kom de room met de eidooier. Doe deze al roerende door de soep. vKlaar.
Dit is al een ontzettend lekkere soep. Je kunt nu naar believen de spekjes erdoor doen. En/of een hand Parmezaanse kaas. Of wat mierikswortel om het pittig te maken.
Dit fijne recept komt van de website MergenMetz. Op foto's en tekst rusten auteursrechten. Vraag even toestemming als u iets wilt overnemen.