Witlof uit eigen tuin. Als tarte tatin met blokjes zoete appel en wat smaakvolle kaas. Oh, wat is dat lekker.
Verhit de oven op 200-220o Celsius.
Neem een lage taartvorm van pakweg 25 cm in doorsnee. Leg op de bodem een stuk (rond geknipt) bakpapier.
Maak de witlof schoon en snijdt de bladeren in lange repen. Verwarm in een koekenpan een klontje roomboter en bak de bladeren even op matig vuur. Een minuut of wat en regelmatig omscheppen. Beter te kort dan te lang
Vuur uit. Schep over in de taartvorm en spreid gelijkmatig over de bodem (het bakpapier)
Snijd de kaas in kleine blokjes. Schil de appel en snijd ze ook in kleine blokjes. Meng ze losjes en strooi dat over de witlof. Druk het geheel wat aan.
Leg de bladerdeeg (of uitgerold taartdeeg) erover en stop wat aan de randen in. Zet pakweg 20 minuten in de oven, tot het deeg er mooi bruin uitziet.
Uit de oven snel omkieperen en het bakpapier er van af trekken. Ietsje laten koelen. Serveer.
1. Eigenlijk is dit een hapje vooraf. Maar kan ook door twee personen worden genuttigd. Met een goed glas witte wijn 🙂
2. De kaas mag best wel een stevige smaak hebben. Een blauwschimmel kan. Of een mooie ouwe: Olde Remeker. Wij namen Morbier Ermitage – ook rauwmelks -, simpelweg omdat we nog een stuk in de koelkast hadden.
3. Deeg voor hartige taart vind je hier
Dit fijne recept komt van de website MergenMetz. Op foto's en tekst rusten auteursrechten. Vraag even toestemming als u iets wilt overnemen.