Recepten met peultjes

Peultjes

Oorspronkelijke tekst 11 maart 2008, volledig herzien op 19 oktober 2025

Pisum sativum var. macrocarpum of (onjuist) P. sativum var. saccharatum

Sluimerwt, breekerwt (Nederlands); Zuckererbse, Kefe, Kaiserschote, Kiefelerbse, Knackerbse, Zuckerschote, Mange-tout (Duits); snow pea, sugar pea, mangetout, Chinese pea, edible podded pea (Engels); mangetout, mange-tout (Frans); ? (Italiaans); guisante comotodo (Spaans)

Leestijd: 7 minuten

Inhoudsopgave
Peultjes - veel
Eigen foto

Naam

De naam ‘peultjes’ wijst erop dat de hele peul wordt gegeten. Net als het Franse mangetout, dat zo veel betekent als: eet helemaal.

Sugarsnap

Er is nog een erwt die met peul en al wordt gegeten: de sugarsnap, of sugar snap of snap pea. Deze dateert van het midden van de twintigste eeuw en is ontwikkeld door Calvin Lamborn, die (simpel gesteld) een peultje met een doperwt heeft gekruist. Het kwam in 1979 op de markt. De sugarsnap heeft een dikkere schil en is ronder. Het peultje is daarentegen plat.

Zowel P. sativum var. saccharatum als Pisum sativum var. macrocarpum werden (en worden nog steeds) aan het peultje (snow pea) toegekend. Maar ene C. Fruwirth merkt al op dat P. saccharatum hetzelfde is als P. sativum var. macrocarpum [3].

Het Duitse Zuckererbse en het Engelse sugar pea zijn ook peultjes: Pisum sativum var. marcrocarpum. In het Engels heetten ze ook snap pea (let op: heetten is verleden tijd). Ze zijn wat dikker en bij het breken maken ze een knakkend geluid: de snap van snap pea. Deze ‘originele’ snap pea is rond de jaren vijftig van de twintigste eeuw verloren gegaan en deze naam woord nu ook aan sugar snap wordt toegekend. Dus de snap pea is door Calvin Lamborn opnieuw gecreëerd [2 EN].

Snow pea is onmiskenbaar het peultje. Net als het Engelse Chinese pea.

Het Franse mangetout wordt voor zowel peultje als sugarsnap of snap pea gebruikt. De Duitsers lijken geen onderscheid te maken tussen peultje en sugar snap.

Volgens Van Hall [17] en Uilkens [18] is Pisum afgeleid van het Keltische pis, dat dus erwt betekent. Enkelen beweren ten onrechte dat Pisum komt van de stad Pisa, want daar, zo luidt de onderbouwing, werden veel erwten geteeld. Uilkens voert ook het Griekse woord pipto, dat vallen betekent, op als mogelijkheid. De erwtenplant valt om zonder steun. En anderen zeggen dat het van pisso is ontleend, dat zo veel als ‘van de schil ontdoen’ betekent.

Sativum betekent betekent geplant of gekweekt, dus: gedomesticeerd. En saccharatum duidt op zoet. Macrocarpum betekent grootvruchtig.

Plant

De plant is identiek aan die van de (dop)erwt. Met dien verstande dat in dit geval het taaie vlies, de binnenhuid, soms ook wel perkament genoemd, in de peul ontbreekt, waardoor het geheel goed eetbaar is.

Historie

Eigenlijk is het onmogelijk om het hier expliciet over peultjes te hebben. Peultjes zijn een afwijking van de erwt, om het maar eens plat te stellen. Dus lees vooral eerst over de erwt.

Volgens [7] zou Ruellius in zijn De Natura stirpium libri tres (1536) op pagina 439 hebben geschreven dat er erwten zijn die met peul worden gegeten. Ruel besteedt nog geen bladzijde aan de erwt, is er erg lovend over. Dat wel. Maar met ons beste Latijn hebben we geen uitspraak gelezen over ‘met peul en al eten’. (Check het hier zelf.)

En dan is er, tegen het jaar 1600, opeens het peultje.

Mathias de Lobel schrijft een curieus stukje op pagina 77 van zijn Kruydtboeck (1581):

“Seigneur Jeronimo Scholier zeer goet ende vermaert coopman van Antwerpen heeft mij en zijn vrienden mede ghedeylt van sommighe Erwten vande wecke de hauwen gheen vellekens en hebben/ waer door sy lieflijcker zijn om groen met de schellen te eten. Dese heeft hy nu onlanks over ghebrocht uit een stedeken ghenoemt Wilde / ghelegen bij Prussia.” 

(Hauwen zijn in dit geval de eigenlijke peulen.) Vermoedelijk is dit de introductie van peultjes. Het sluit aan bij wat [1] schrijft, dat peultjes uit Litouwen zouden komen. Jérôme Scholiers, in [6] schilder en literator genoemd, begeleidde cartograaf en geograaf Abraham Ortelius op zijn vele reizen.

Varkensvoer

John Gerard vermeldt in zijn The Herball van 1697 (hoofdstuk 493 Of Peason) Pease without skins in the cods. Erwten zonder vlies in de peul. Hij onderscheidt zes typen erwten, waarvan dit de vierde is. Opmerkelijk is dat hij hierbij het voordeel aanhaalt dat varkens de hele peul kunnen eten. Hij zegt niets over de herkomst en niets over menselijke consumptie over deze bijzondere erwt.

Steven Blankaart kent in zijn ‘Den Neder-landschen herbarius ofte kruid-boek der voornaamste kruiden’ (1698) twee soorten erwten: Pisum majus, Grauwe-Erwten en Pisum minus, geele en groene Erwten. Over P. Majus schrijft hij: “[…] vers zynde hebben sy een witagtige koleur, en zyn rondagtig: maar gedroogt zynde, schynen sy wel vierkantig te zyn, en bruin gespikkelt: en dese noemt men groote Stok-Erwten, Grauwe-Erwten, Ouwe-Wyven, Veld-Patrysen, enz. Roomse-Erwten enz.” En over de P. minus: “…. van maaksel ganschelyk gelyk, alleen dat het in alle deelen wat kleender is.” En: “Daar is van dese soorte een gewas, dat nauwlyks ander halve voet hoog wast, staande regt op als een Heestertjen. Men vindse in de moes-hoven: werden in Lente gesaaid, en geven des somers bloemen en Peulen. Dese soorten werden voor spyse gebruikt, en verscheidentlyk bereid. Dese nog jong zynde, werden van sommige met hare Peulen aan een draad geregen, gedroogt, en in de winter geweikt, gekookt, en als versche Peulen genuttigt.

Knoop [22] onderscheidt maar liefst vijftien soorten en rassen doperwt – althans, erwten die gedopt dienen te worden – en twaalf peul-erten of Zuiker-Ert. Hij beschrijft ze allemaal kort. We merken onder andere de Wilde-Ert of Strand-Ert op. Deze is toentertijd nooit gecultiveerd. Misschien omdat het toch geen pisum is maar een lathyrus? De Zwart-gat Zuiker-Ert is een hoog groeinde erwt met tamelyk groote Peulen: “Ze is kenbaar aan de Erten welke een zwarte vlek omtrent het Spruitje heeft, en wat vierkant of gerimpelt is.” (Overigens zijn in het in 1766 verschenen Jardinier d’Artois ook vijftien soorten erwten vermeld.)

Leuk om te lezen is dat als de draden eraf zijn getrokken, de Zuiker-Peulen langzaam in een oven kunnen worden gedroogd om ze in de winter weer “te weeken, opgestooft als versche Peulen, en hebben byna dezelfde smaak.”

Zowel Uilkens [18] als Vilmorin [21] maken onderscheid tussen doperwten – dus erwten die moeten worden gedopt, gedroogd of vers groen gegeten (doperwten, grauwe erwten, kapucijners e.d.) – en die met eetbare peulen (peultjes of sluimerwten en tegenwoordig ook sugar snaps).

Culinair

Peultjes zijn een erwt, net zoals de doperwt, kapucijner, groene (split-)erwt en grauwe erwt. Peultjes zijn echter wat zoeter, je eet ze in zijn geheel (dus de peul) als de erwtjes nog klein en onvolgroeid zijn. Later kan je de grote erwten gewoon oogsten en ook in de keuken – als verse doperwt – gebruiken.
Trek het kroontje (dat deel waar de steel aan zit) eraf en knip tussen twee vingers even de bloemaanzet, onderaan, weg. Of, als je lui bent: leg een bundel peultjes recht en snij het met een keukenmes ineens eraf.
Peultjes worden heel kort gekookt of gewokt. Ze moeten nog knapperig zijn.

Bewaren

1 – 3 dagen in de koelkast. Ze zijn ook in te vriezen, maar niet in te maken. Bewaren doet het suikergehalte snel dalen. Dan worden ze minder lekker. Dus liefst zo kort mogelijk bewaren. Maar meestal heb je geen behoefte aan bewaren: peultjes geven een maand of wat lang een rijke oogst. Dat is genieten! En dan is er weer een volgende groente te oogsten.

Voedingswaarde

Per 100 gram peultjes (rauw):

calorieën42 kcal
water88,9 gr
eiwitten (proteïne)2,8 gr
vet (lipiden)0,2 gr
koolhydraten7,55 gr
voedingsvezel2,6 gr
suikers4 gr
disacharidendie, als ze er zijn, vormen een onderdeel van de koolhydraten
mineralennatrium 4 mg; kalium 200 mg; calcium 43 mg; magnesium 24 mg; fosfor 53 mg; ijzer 2,08 mg; koper 79 µg; zink 270 µg; mangaan 244 µg; selenium 0,7 µg
Vitaminen: 
Retinol (A)0 maar wel 630 µg bètacaroteen en 44 µg alfacaroteen
thiamine (B1)150 µg
riboflavine (B2)80 µg
niacine (B3)0,6 mg
pantotheenzuur (B5)0,75 mg
vitamine B6160 µg
folaten (totaal – B11/ B9)42µg
foliumzuur0
choline17,4 mg
cobolamines (B12)0
ascorbinezuur (C)60 mg
Vitamine D0
vitamine E (alfa-tocopherol)0,39 mg
Vitamin K (phylloquinone)25 µg
Aminozuren
Lipiden: 
Verzadigde vetten39 mg
Enkelvoudig onverzadigd21 mg
Meervoudig onverzadigd89 mg
Cholesterol0
Plantensterol
Flavonoïden:
Luteïne en Zeaxanthine2,477 mg
Nul is een waarde, onbekend is niet ingevuld

Teelt

Zie erwt

Oogst

De peulen worden geplukt wanneer ze hun maximale grootte hebben bereikt en de korrels beginnen te groeien.

Rassen

Zwitserse Reuzen (langstro, > 2 m, 1909), Grijze Roodbloeiende/Gewone Grijze/Weggiser (kortstro, maar > 1 m, 1876), Vroege Hendriks/Früher Heinrich (kortstro, ca. 70 cm hoog, 1920), Corne de Bélier/Ramshoorn (kortstro, ca. 1,3 m, 1873), Doré de Revermont (langstro, geel, 1856), Rembrandt (kortstro, ca. 1, 5 m, 1934

Zaadteelt

Zie erwt

Ziekten en belagers

Zie erwt

Literatuur: zie erwt en voorts (sommige nummers corresponderen met die bij erwt staan): [1] Van Kapucijner tot Dopwerwt, Herman Vandommele, 1991; [2] Wikipedia NL, DE, EN, FR 18-10-2025; [3] Erbsenzüchtung und Erbsenvarietäten, C. Fruwirth, Illustrierter Garten-Zeitung, XII jaargang, nr 5, 1887; [4] USDA National Plant Germplasm System, 18-10-2025; [5] USDA Food Central Database – Legacy; [6] Correspondentie van Christoffel Plantijn, 1918; [7] Strutevant’s Edible Plants of the world; [17] De Kruidtuin, Systematische Lijst van Planten, Dr. H. van Hall, 1871, [18] Groot Warmoezeniers Handboek, Uilkens; [23] Lexikon der Alten Gemüsesorten; [27] Histoires de Légumes;

Plaats een reactie