In Plantkracht beschrijft Wouter Bijdendijk een stuk of dertig planten en paddenstoelen die de menselijke gezondheid (fysiek en mentaal) kunnen ondersteunen. Zijn broer, chef-kok Joris Bijdendijk, helpt hem daarbij. Het is een prachtig uitgegeven boek met uitnodigende recepten van Joris. Deels is het gebaseerd op degelijke literatuur, deels ook op persoonlijke ervaringen en meningen. Maar het rammelt alles bij elkaar toch iets teveel om er een echte aanrader van te maken.
Elk van de heilzame planten in Plantkracht wordt uitgebreid beschreven door broer Wouter. Broer Joris (de kok) voorziet elke plant telkens van twee vegetarische recepten. Wouter behandelt ook nog, in aparte pagina’s zonder recepten, een aantal rituele en geestverruimende planten. Het boek wordt omschreven als naslagwerk vol etnobotanische beschrijvingen, en dat is het ook. Maar het wil daarnaast ook een praktisch boek zijn, met methodes, technieken, en doseringen. Waar de keukenrecepten prima zijn om direct mee aan de slag te gaan, zou ik bij de meer op gezondheid gerichte adviezen toch meer slagen om de arm houden. Meestal is het goed gedocumenteerd via betrouwbare bronnen. Maar soms ontspoort het boek; dan wordt het zweverig. En dat bedoelen we: dan is het voor eigen parochie shoppen in twijfelachtig wetenschappelijk onderzoek en wonderlijke beweringen op persoonlijke titel. De lezer kan die zaken niet altijd makkelijk uit elkaar houden. Pas dus een beetje op met dit boek.
Titel | Plantkracht – Het heilzame plantenboek |
Auteurs | Wouter Bijdendijk, met 60 recepten van Joris Bijdendijk |
Uitgever | Nijgh & Van Ditmar |
ISBN | 978 90 388 1141 3 |
Verschenen | 11 november 2022 |
Prijs | € 37,50 |
Verkrijgbaar bij | Koop het bij een boekhandel van steen en cement. Maar als je online wenst te winkelen, raden we deze webwinkel aan. |
Farmacognosie van een Independent Magic Artist
Wouter Bijdendijk maakte na wat wonderlijke omzwervingen (hij noemt zichzelf Independent Magic Artist en je vindt zijn website hier) diepgaand studie van de farmacognosie: het onderdeel van de farmacie dat zich richt op de studie van medicijnen van natuurlijke oorsprong. En natuurlijk kwam bij het schrijven van dit boek ook zijn oorspronkelijke achtergrond als cultureel antropoloog weer van pas. De meeste heilzame planten zijn immers al honderden – zo niet duizenden – jaren verbonden met de mens, en daarmee onderdeel van onze geschiedenis en onze cultuur. De verhalen over de planten in dit boek zijn alleen daarom al de moeite waard.
“In een tijd [waarin] de moderne stedelijke mens […] ontworteld is, losgeraakt van de natuur, is het een goede zaak om na te denken over de eeuwenoude band van de mens en natuur, het plant- en schimmelrijk in het bijzonder.”
Fijn is dat er een goede verklarende woordenlijst in staat, een mooie index en per onderwerp een zo te zien volledig overzicht van bronnen (zowel uit voetnoten als meer algemene bronnen). Dat maakt dit boek diepgravender dan het in eerste instantie lijkt. Helaas is de (eind)redactie niet overal even strak, de zinnen lopen soms niet lekker, woorden vergeten, en storende spelfouten (oh, oh, oh, die -d’s en -t’s), waaronder in de (Latijnse) namen van planten (Sambucus negra… ten eerste niet woke, ten tweede moet het toch echt Sambucus nigra zijn). En de opmaak is mij wat rommelig, maar dat blijft altijd een kwestie van smaak. De bijschriften bij de plaatjes zijn wel een minuscuul lettertype geworden; voor de millennials waarop dit boek zich richt, wellicht geen probleem, voor de leesbrillende oudere jongere wel.
Algemene hoofdstukken: een frons verschijnt
Het boek start met een aantal algemene hoofdstukken. Eerst: ‘Ons immuunsysteem’. Een beetje warrig. Meestal blijft het op het rechte pad, maar soms ontspoort het. Zoals bij de alinea’s over elektromagnetische straling en hoe je die los kunt laten door op blote voeten te lopen.
Dan ‘Hoe gebruik je dit boek’. Veel aandacht voor entheogene middelen – daar zit theo in: goden of God – volgens de schrijver middelen die ons helpen “de geest en het bewustzijn te begrijpen en […] openbaringen te ontvangen.” Die nemen slechts een heel klein deel van het boek in beslag – maar wel is meteen duidelijk dat daar voor de schrijver de meeste passie zit. Er staat ook een waarschuwing in dit hoofdstuk:
“Dit is een literair non-fictiewerk […] vermelde remedies zijn zuiver informatief en niet bedoeld om te gebruiken als zelfmedicatie.” Hmmm, literair? En remedies om niet te gebruiken?
Het volgende hoofdstuk heet wel ‘Werken met medicinale en rituele planten’, waarin het gaat het over doseringen, bijwerkingen en wetgeving.
En ook het daaropvolgende hoofdstuk (‘Methoden’) geeft een stevige onderliggende boodschap over (citaat) “hoe het is om apotheker te zijn.”
Ik begrijp dat hier opzettelijk de randen worden opgezocht van wat juridisch toelaatbaar is. En ik ben het ook nog wel ten dele eens met de onzinnigheid van onze wetgeving die verbiedt om plantaardige middelen, die al duizenden jaren worden gebruikt, als heilzaam of medicinaal aan te duiden. Maar in dit boek, dat duidelijk voor een breed publiek bedoeld is, was een scherpere eindredactie op zijn plaats geweest. Bijvoorbeeld door met een meer heldere opmaak (kaders?) de wettelijke regels en adviezen – ‘raadpleeg altijd uw arts’, dat werk – beter te scheiden van de persoonlijke mening van de auteur.
Plantbeschrijvingen en recepten: Leuk
Dan volgen er zes hoofdstukken, die elk een groep planten vertegenwoordigen: paddenstoelen, fruit en noten, kruiden en specerijen, bladeren en bloemen, bollen en wortels.
Elk van deze hoofdstukken begint met een dubbele pagina waarop ter introductie een soort tweegesprek tussen de broers Wouter en Joris is weergegeven. Ter verlevendiging, ongetwijfeld, en om het boek persoonlijker te maken (dat is wat mensen willen, tenslotte).
Ik moest twee keer kijken voor ik snapte dat de eerste plant die beschreven wordt niet ‘Heilzame paddenstoel’ heet, maar Chaga – Inonotus obliquus. Die naam en de Latijnse naam staan op de linkerpagina ietwat onduidelijk weggemoffeld en vrij klein gedrukt, maar blijken dus essentieel, want ze staan nergens anders. Jammer overigens dat van deze paddenstoel, die een perfect gangbare Nederlandse naam bezit (berkenweerschijnzwam), alleen de (Russische) naam genoemd wordt, waaronder het in natuurwinkels bekend staat. Dit boek mikt dan ook, denk ik, niet zozeer op natuurliefhebbers en wildplukkers, maar meer op gebruikers van gekochte (natuurlijke) versterkende middelen en stedelingen die bijzondere groenten kopen op de boerenmarkt.
In elk hoofdstuk worden zes gangbare soorten besproken met per soort twee recepten.
En daarna als toegift (in afwijkend gekleurde pagina’s) nog een aantal andere – vreemde, gevaarlijke, tropische en soms verboden planten. Coca figureert daar bijvoorbeeld in, maar ook vliegenzwam, gagel en cannabis. Bij die planten gaat het vooral om de verhalen (er zijn geen recepten bij opgenomen, helaas). Het zijn veelal rituele planten die door mensen werden en worden gebruikt om te ontspannen of om in contact te komen met het hogere. Mooie verhalen die mij het gevoel geven dat dit is waar de werkelijke interesse van de schrijver naar uit gaat.
Een paar voorbeelden om het af te leren
- champignon: een superfood, wist je dat al? Ik wel, want ik stam voor 50% uit een familie van champignontelers. Vreemd is wel dat Wouter schrijft dat hij afraadt om champignons rauw te eten, en dat zijn broer Joris vervolgens een recept op basis van rauwe champignons toevoegt.
- papaja: “Volgens een Creoolse vrouw uit Amsterdam zou thee van papajabladeren verborgen ziekten naar buiten halen.” Tja. En ook: bij het lijstje eigenschappen staat onder meer ‘Anticandida eigenschappen’. Maar hoe vaak ik de tekst ook lees, daar vind ik niks over terug. (Candida is een gist en de naam voor een gistinfectie. Lees dit.)
- walnoot: ‘Proviand voor het brein’. In dit hoofdstukje is veel interessants te lezen over de walnotenboom als heilige boom in oude religies. Met daaraan toegevoegd een wat warrig verhaal over een psychoactieve heksenzalf waarvan niet helemaal duidelijk is wat die met de walnoot te maken heeft. De recepten met walnoot in het boek vinden wij een beetje suf, wij hebben betere. Kijk bijvoorbeeld eens naar deze met Angélique Schmeinck, ongetwijfeld een bekende van Joris Bijdendijk.
- Peterselie: interessant weetje uit het boek: peterselie-olie wordt gebruikt bij het maken van psycho-actieve phenethylamines van het MDA- en MDMA-type. Waarvan akte. Peterselie, vooral de platte, bevat erg veel mineralen (vooral ijzer, pakweg drie keer zo veel als in spinazie) en vitaminen. Per 100 gram. Maar je eet niet zomaar 100 gram peterselie, wel 300 gram spinazie. Dus wees niet al te hoopvol over het, door het eten van peterselie, oplossen van je mineraaltekorten. Maar uiteraard geldt ook hier: alle beetjes helpen. Teleurstellend is dat er juist een grote afbeelding van krulpeterselie is gekozen. Dat is de weinig smaakvolle cultuurvariant die slechts als garnering wordt gebruikt. Lees hier over peterselie.
- Brandnetel: leuke beschrijving van deze gewoon heel lekkere en ook nog gezonde plant. Alleen bij het lemma uiterlijk wordt heel even een onderscheid gemaakt tussen de grote brandnetel en de kleine. Voor het overige is het gewoon ‘de brandnetel’. Doch de grote wordt met name in de keuken gebruikt. Wat mij betreft had iets duidelijker aangegeven kunnen worden dat je moet oppassen met wildplukken, omdat brandnetels vaak ongewenst zijn, is er soms met gif op gespoten. Leuk recept van brandnetelspringroll, die ga ik zeker uitproberen.
- Paardenbloem: vreemd dat daar dan weer een paragraaf is bijgevoegd over extractie van Surinaamse Kwasi-bita drank. Dat heeft hoegenaamd niks met paardenbloemen te maken. De enige link is de bittere smaak. Maar wel weer een leuk recept: salsa verde met paardenbloem.
Het maken van plantbeschrijvingen is een grote klus. Veel wat te vinden is, in boeken en op het Internet, is kopieerwerk. Ook veel wetenschappelijke stukken, die vrolijk verwijzen naar de bron. Dat leidt ertoe dat aannames en vergissingen heel lang doorwerken en vanzelf waarheid worden. De plantbeschrijvingen in dit boek zien er behoorlijk uit. We laten het hierbij. Het is een mooi boek, met mooie verhalen over planten uit allerlei tijden en culturen. Daar kunnen we niet tegen zijn.