De natuur in Nederland is ongemerkt aan het veranderen. Planten komen, planten verdwijnen. Het is tijd voor een nieuwe botanische flora. En niet zomaar eentje. Dit is, een jaar na het eerste, het tweede deel met zegge.
Nova Flora Neerlandica klinkt deftig. En dit is nog maar het tweede deel in een serie van, naar verwachting twaalf, waarin het Nederlandse plantenleven wordt vastgelegd. En een heel boek over zegge. Ja. Het geslacht Carex is het grootste geslacht vaatplanten in Nederland. Dus daar krijg je wel een boek mee vol.
Om een iets breder beeld van de geschiedenis van en de motieven om tot een nieuwe Flora Neerlandica te komen, verwijzen we naar de recensie van het eerste boek. Klik hier.
Het is geen natuurgids. Het is een compleet document over het plantengeslacht in Nederland, gemaakt door een handjevol deskundigen, voor de professional en de botanische amateur. Een van de deskundigen is Jacob Koopman, die zijn leven heeft gewijd aan Carex en het werk Carex Europaea heeft doen verschijnen. Nu is het beperkt tot Nederland en zijn er in totaal vier auteurs.
Het oogt zorgvuldig. Ook al is de lezer geen deskundige en kan zij of hij niet oordelen over de compleetheid, je krijgt wel het gevoel dat het af is. Af voor dit moment, want soorten komen en soorten gaan.
Ik vind het een erg mooi boek. Ik wil ze allemaal hebben. Jij ook?
Titel | Nova Flora Neerlandica – Zegge |
Redactie | Jacob Koopman, Frits van Beusekom, Harry Waltje, Erik Simons |
Uitgever | KNNV Uitgeverij |
ISBN | 978 90 501 189 65 |
Verschenen | 2 december 2022 |
Prijs | € 39,95 |
Verkrijgbaar bij | Koop het bij een boekhandel van steen en cement. Maar als je online wenst te winkelen, raden we deze webwinkel aan. |
Carex. Hoewel we een grote tuin hebben en een deel nogal wild, hebben we nooit echt stilgestaan bij dit geslacht. Niet eetbaar, namelijk. Nu we het boek doorbladeren herkennen we wel enkele carices (dat is het meervoud). Rare pollen gras met pluimen. Caricologie heet de wetenschap die zich met zegge (dat is de Nederlandse naam) bezighoudt. Er zijn 73 soorten in Nederland plus nog een dertigtal hybriden. Wereldwijd zo’n tweeduizend soorten in de gematigde en koude gebieden.
Zegges kunnen, zo lezen we in de beschrijving van het geslacht, inderdaad polvormend en grasachtig zijn. Maar ze kunnen ook lange wortelstokken hebben. (Zou kweekgras een zegge zijn? Nee, dat komt echt uit de grassenfamilie.)
We hebben er geen verstand van. Maar nu wil ik wel weten welke Carex die pol is die in de border staat en die we laten staan omdat het wel leuk is. Ik probeer te determineren, uit mijn geheugen. Hij is meerjarig, polvormend. Ai, dan wordt het meteen lastig, want nu is het eind december en de vragen over de bloeiwijze kan ik niet beantwoorden. Het is wel een mooie bolle pol, hooguit twintig centimeter hoog. Dicht opeen groeiend blad. Dat wordt dus in het wilde weg zoeken, maar dat mag niet zo baten: veel foto’s tonen de bloeiwijzen. Dan maar wachten tot de zomer, en als de plant bloeit, opnieuw determineren.
Wat wel opvalt is dat veel carices in natte grond leven. Dat is het bij ons absoluut niet. Hmmmm.
De elzenzegge heeft er wel wat van. Maar dat is wel een liefhebber van moerasachtige bodems. Matig voedselarm, dat kan weer wel.
Doorbladerend en letten we op een cylindrische ragebol, een mini flessenrager. Is het C. rostratta? Nee, die is van de venen. Wij zitten op zand. Hartstikke zand.
Ook dit is een fijn boek. Al doorbladerend begin ik de gemeenschappelijke kenmerken een beetje te herkennen. Nog even en ik ben een caricoloog. Pas maar op dat het jou niet overkomt.