Botanische meesterwerken

Botanische meesterwerken - coverBotanische Meesterwerken biedt voor de professionele botanicus en de nieuwsgierige hobbyist een geweldige blik in de geschiedenis van de plantkunde. Een heel bijzonder boek, uitgegeven ter gelegenheid van het 170-jarig bestaan van de Koninklijke Nederlandse Botanische Vereniging. Het is een ware wandeling door de bepalende oude plantkundige boeken, zoals kruidboeken, flora’s en reisverslagen waarin diverse aspecten aan de orde komen.

Het woord botanisch is de bijvoeglijk vorm van botanie of botanica, dat plantkundig betekent. Op Wikipedia is te zien dat deze wetenschap maar liefst negen disciplines telt. Een wetenschap. Een passie. Een hobby.


Zelf zijn we redelijk geïnteresseerd in de historie en het gebruik van eetbare planten: in cultuur gebrachte groenten, maar ook wilde groenten en kruiden. Zo nu en dan pogen we een oud boek of een facsimile heruitgave op de kop te tikken. De echte oude boeken liggen rare book room van de Naturalis bibliotheek, lezen we in het eerste hoofdstuk.


Botanische meesterwerken - gevlekte perzikBotanische Meesterwerken is een verzameling van artikelen over diverse aspecten van de plantkunde aan de hand van die zorgvuldig bewaarde oude boeken. Zoals de illustraties en de wijze van illustreren, zoals Matthias de Lobel, 16e eeuwse kruidboekschrijver, zoals een verhandeling over appels en peren en het belang van oude rassen. En meer.

Het telt 140 leesbladzijden (plus nog wat bijlagen), is fraai en zwaar uitgevoerd en biedt een uiterst boeiende blik op de geschiedenis van de plantkunde. Iedereen met een ietsepietsie interesse in de geschiedenis van de plantkunde raden we dit boek van harte aan. Het biedt ‘de amateur’ veel nieuwe inzichten en aanknopingspunten. En voor gelauwerde botanici biedt het ongetwijfeld dat hen ongetwijfeld nieuws biedt, anders zou het nooit als jubileumboek zijn samengesteld.

Titel Botanische Meesterwerken
Van Redactie: Eddy Weede, Joop Schaminée en Nils van Rooijen
Uitgever KNNV Uitgeverij
ISBN 978 90 5011 5605
Verschenen januari 2016
Prijs € 29,95
Verkrijgbaar bij Alle boekhandels en indien u online wenst te winkelen, raden we de Libris-webwinkel aan.

Het boek telt, uitgezonderd inleiding, elf artikelen, waar we hier, min of meer gestuurd door onze eigen interesse, bij stilstaan.

Natuurzelfdruk

Botanische meesterwerken - natuurzelfdruk - gewone ereprijs
Gewone ereprijs in de Flora Culenburgensis

In ‘Toen en nu’ komt het beheer van de oude meesterwerken, de erfgoedcollectie, en de geschiedenis van de bibliotheek aan de orde. ‘De nerf en het blad’ gaat het over de druktechnieken – hoe komen de planten zo oprecht mogelijk in een boek over – en de Flora Culenburgensis. Een tweedelig werk van Willem Johan Alpherts (1795-1866). Die blijkt arts en wethouder te Culemborg te zijn geweest en heeft een uniek boek van planten rond Culemborg samengesteld. Er bestaat ook maar één exemplaar van, want Alpherts gebruikte natuurzelfdruk. Dat bestaat, kortweg gesteld, uit – we citeren: “”… een kwestie van plantjes uitgraven, drogen, inkten of beroeten en deze voorzichtig op een blad drukken.” Dat is geen sinecure, want planten zijn niet plat dus hoe doe je dat met ronde delen, wortels en dergelijke. We lezen dat planten soms zo worden bewerkt dat voor druk alleen de nerven overblijven. Na de afdruk wordt het met de hand bijgewerkt.
Monnikenwerk voor een arts en wethouder.

Na de druktechnieken is het in het derde hoofdstuk aan de ‘Illustratoren en de kunst van het verbeelden’. Na de uitvinding van de boekdrukkunst (rond 1450) werden voornamelijk religieuze werken gedrukt. Maar al snel, zo lezen we, kwamen ook de vraag naar botanische werken. Niet vreemd, want die gaan met name over planten en hun heilzame aspecten. Eerst God, dan gezondheid. Dus ontstond de professie van ‘botanisch illustrator’, doch de namen van de tekenaars worden zelden of nooit genoemd. Soms weet de illustrator zijn naam te verwerken, zoals in de sokkel van een pot waarin de afgebeelde plant staat.
Dit hoofdstuk laat zien hoe de geest van de geschiedenis ook tot uiting komt in de illustraties. Van pakweg 1500 tot vandaag.


Matthias de Lobel

Matthias de Lobel (Lobelius) - afb: Wiki Commons
Matthias de Lobel (Lobelius) – afb: Wiki Commons

Matthias de Lobel (1538-1616) hebben we hiervoor al kort vermeld. In het vierde hoofdstuk gaat het over hem. Wat bij het lezen van dergelijke hoofdstukken opvalt is dat er in die tijden geen of andere landsgrenzen waren. Nu wordt De Lobel, door Encyclopedia Brittanica  onder de naam De l’Obel aangeduid als Fransman. Omdat hij in Lille (Rijsel) was geboren. Vandaag heel erg Noord-Frankrijk, toentertijd Vlaanderen, deel van de Nederlanden. Volgens Botanische Meesterwerken vormde De Lobel met Charles de l’Ecluse (Clusius) en Rembert Dodoens (Dodonaeus) ‘het driemanschap van de Vlaamse botantie in die tijd’ – de tijd is zestiende eeuw en als ze allemaal volwassen zijn, moet dat rond 1560 en later hebben gespeeld.
De Lobel was de lijfarts van Willem van Oranje. Aan hem droeg De Lobel zijn Kruydtboeck (1581) op. Drie jaar later was Willem dood. Daarna vertrok De Lobel naar Engeland en werd door de toenmalige koning Jacobus benoemd tot Botanicus des Konings.
Hij was arts en dat ging toentertijd gepaard met een fikse dosis plantenkennis – kennis van heilzame planten. Leuk om te lezen is dat beekpunge in Friesland en Duitsland werd gegeten tegen scheurbuik. In het beroemde Cruydeboeck van Dodoens zijn veel van De Lobels waarnemingen overgenomen.
Kenmerkend voor De Lobel is dat hij veel aandacht aan grassen besteedt.


Appels en peren

Botanische meesterwerken - knoop

Veel van de oude boeken hebben ronduit indrukwekkende voorpagina’s – laten we de titelprenten maar zo noemen. In het vijfde hoofdstuk wordt daar met liefde aandacht aan besteed. In ‘Appels en peren’ gaat het over de pomologie – de kennis van deze vruchten. Het boek dat we zouden moeten inzien heet Pomologia (1758)  van Johann Hermann Knoop. Hij was in dienst van Maria Louise van Hessen Kassel (stammoeder van het huidige Huis van Oranje). Het is een prachtig boek met fraaie illustraties die door zijn dochters zijn ingekleurd. Knoop wordt als de grondlegger van de pomologie beschouwd. In het hoofdstuk over Knoop staat een interessante verhandeling over de effecten van ons natuurbeschermingsbeleid – en de relatie met het werk van Knoop.
Om heel, heel kort te gaan: sinds de jaren zestig van de vorige eeuw is ingezet op uniformering van landbouw. Dat betekent veel dezelfde gewassen. Ook fruit. Dat op hun beurt weer invloed heeft op de landbewerking, waterstanden, verzuring et cetera. Sedert pakweg 1990 streeft Nederland in het kader van de EHS – Ecologische Hoofdstructuur – naar natuurdoeltypen, stukken grond met bepaalde biologische kwaliteiten. Dat betekent dat er nogal wat moet veranderen.
Iedere streek kende eigen landbouwgewassen, kende eigen dieren  (koeienrassen, schapenrassen et cetera) en men leefde met de kalender. Dat is grotendeels verloren gegaan. In Knoops werk staan diverse streekgebonden appelrassen. Wie weet zijn er nog hobbyisten die de heel oude rassen hebben bewaard.
Pikant is het einde van Knoop zijn leven….

What’s in a name? Arnica?


Anrica ontleed - afb. Koehler's Medizinal Pflanzen - Wiki Commons
Anrica ontleed – afb. Koehler’s Medizinal Pflanzen – Wiki Commons

Als er iets botanisch is, is het wel de naam die aan planten wordt gegeven. In het zevende hoofdstuk wordt daar op helder en boeiende wijze over de classificatie van planten en dientengevolge naamgeving geschreven. En vooral: hoe de inzichten in de tijd zijn veranderd (en waarom planten nu nog steeds van Latijnse naam veranderen). Uiteraard markeert het boek Species Plantarum van Linnaeus het begin. Maar hoe was het daarvoor? De Griekse filosoof Theophrastus is gekend als de grondlegger van de botanie.
Interessant is de vraag wat nu eigenlijk natuurlijke soorten zijn. We lezen dat daar eigenlijk geen eensluidend antwoord op is. Vermoedelijk nooit.
Mooie boeken worden door goede drukkers gedrukt. Ook daar is in dit boek aandacht voor. Net als een volledig hoofdstuk met de titel ‘Arnica’s streken’.
Het gaat over de schier ideale plant Arnica montana – een grote intense bloeiwijze, aromatische geur, ‘onverwoestbare reputatie als geneeskruid’ en, zoals Weeda schrijft: ‘vertegenwoordiger van een gekoesterd verleden dat ten offer valt aan de Vooruitgang.’ Ze staat dan ook op de Nederlandse Rode Lijst. Uiteraard kende Arnica in de loop der tijd – zeker vóór Linnaeus, maar ook nog daarna – diverse andere Latijnse namen.


Niet alles is van de Lage Landen

Botanische Meesterwerken - Historia-Naturalis-BrasiliaeNatuurlijk gaat een groot deel van Botanische Meesterwerken over de planten in Nederland en de omringende landen. De horizon was niet zo groot. Maar dat veranderde na de eerste grote ontdekkingsreizen. Kent u Nederlands Brazilië? Het ligt natuurlijk voor de hand dat Nederland niet alleen in Suriname een kolonie in Zuid-Amerika kende, maar deze zijn we vergeten. Ze bestond ook maar krap vijfentwintig jaar (1630-1654). Desalniettemin is dit de opstap naar een lezenswaardig verhaal over de hoepelolie c.q. copaiba-olie. Een wonderbaarlijk geneeskrachtige olie.
De Nederlandse gouverneur graaf Johannes Maurits van Nassau-Siegen (het blijft in de familie, zullen we maar zeggen), nam een landschapsschilder Fans Post, stilleven schilder Albert Eckhout, bioloog Georg Marcgraf en arts Willem Pies met zich mee. Dat leidde tot de publicatie van Historia Naturalis Brasiliae in 1648. Zowel met een medisch als plantkundige insteek. 
Dit boek leidde tot bijvoorbeeld het gebruik van Carapichea ipecacuanha als braakmiddel tegen o.a. vergiftigingen. Dat vandaag de dag nog steeds wordt toegepast. En meer Braziliaanse heilzame planten vonden hun weg naar Europa. Zo ook de copaiba-olie. Dit hoofdstuk beschrijft in feite een soort zoektocht naar de plant die aan de basis ervan ligt, aan de hand van de Historia en andere werken. Gelardeerd met fouten en plagiaat. Aan de hand van tekst en tekeningen wordt gepoogd om eenduidig vast te stellen over welke plant men het toen had. Dat blijft een open einde. We kunnen niet drie-/vierhonderd jaar terug in de tijd en het de mannen vragen. Wel duidelijk is dat de olie vandaag de dag nog wordt verkocht en vermoedelijk dat “Sommige types copaiba-olie zijn zelfs effectief tegen de resistente vorm van MRSA”. De ziekenhuisbacterie.

Kortom, Botanische Meesterwerken is een verrekte mooi boek dat ik regelmatig heb open geslagen om een hoofdstuk te lezen. Een ontdekkingsreis.


Links

Krantenartikel in Trouw

Plaats een reactie