Wildplukken is een kleine hype. Maar ook in de eigen tuin blijkt wat we eerst nog als onkruid zagen, een smakelijk gewas te zijn. Over het koken met wilde planten zijn nog maar weinig boeken geschreven. Maar dit is een fraaie, een met veel mooie recepten.
Heeft u zich altijd al afgevraagd hoe eikels te bereiden? Of lijsterbessen? Of wat je met de knoppen van weegbree kunt doen? Die smaken namelijk heerlijk notig, maar dan? En die ellendige berenklauw of Japanse duizendkoop? Deze en veel meer in het wild voorkomende planten of vruchten blijken smaakvolle ingrediënten te zijn voor mooie gerechten. Kijk niet verder, het eten ligt op straat! (Nou, oké, zo letterlijk willen we het ook weer niet nemen.)
November 2016 publiceerde Marion de Kort haar ‘Eetbare Wilde Planten – leer koken met de natuur’. Vanuit haar professie, spelen de voedingsstoffen (waaronder slijmstoffen, bitterstoffen, looistoffen) een belangrijke rol. Waar anderen pas iets (niet) gaan eten of innemen als ze ziek zijn, heeft Marion als motto: “Meteen goed en gezond eten, dan vermijd je ziekten en kwalen.” En de voedingswaarde van in het wild voorkomende gewassen is nu eenmaal vaak beduidend groter dan de meer op houdbaarheid en verwerkingsgemak doorgekweekte en geselecteerde groenten die bij de supermarkt in het groentenschap liggen.
Voor veel wildplukkers eindigt de toepassing van het geplukte bij ‘goed voor de thee’, ‘lekker in een smoothie’, of ‘lekker in de salade’.
Zo niet bij Mannaerts.
Zij geeft ook recepten voor gerechten die de maag vullen. Zoals Libanees brood met sleedoorn-marmelade, eikelburger met boerenkool en rode biet, brandnetelgalettes, kappertjes van paardenbloem, frittata met winterpostelein, barbarakruid en brandnetelzaadjes, maar natuurlijk ook de tisanes (thee zonder blad van theeplant) en likeuren.
De Natuur op je Bord is een vrij compleet Nederlandstalig kookboek met wilde planten. Geen overdreven moeilijke gerechten, geen poespas en zonder diepere bijgedachten. Net zoals we ons ook niet elke keer bij een krop sla of portie bonen afvragen hoeveel goede stoffen er in zitten. Nee, auteur Kateliijne Mannaerts trakteert ons op veel lekkere substantiële recepten. Wij gaan veel gebruik maken van dit boek. Zeker weten!
Titel | De Natuur op de Bord |
Van | Katelijne Mannaerts |
Uitgever | KNNV Uitgeverij |
ISBN | 978 90 501 1655 8 |
Verschenen | 28 september 2018 |
Prijs | € 24,95 |
Verkrijgbaar bij | Alle boekhandels en indien u online wenst te winkelen, raden we deze webwinkel van een echte boekhandel aan. Dan blijven die ook bestaan. |
Achterin De Natuur op je Bord is een verklarende woordenlijst opgenomen en een vrij compleet ogend register met de plantennamen en de verwijzing naar de bladzijde(n) waar ze voorkomen. En een leuke literatuurlijst, met veel kruidenboeken en weinig kookboeken. Maar wel Marion de Kort en natuurlijk het allerbeste wildplukboek boek Eetbare Wilde Planten.
We gebruiken al vaak paardenbloemblad in diverse recepten, maar daar komen nu zeker de kappertjes van de bloemknoppen bij. Brandnetel is ook zo’n plant waar we gek op zijn. We hebben zelfs een (Duitstalig) brandnetelkookboek. Maar Katelijne Mannaerts’ free style wild whoopies met brandnetel gaan we ook met plezier maken. Zo gauw deze planten weer de kop op steken.
Ridderzuring staat in weiden, soms spuiten boeren het gericht plat, zeker als de weide dient voor hooi en kuilgras. De plant ziet er ook altijd zo grof uit. Onappetijtelijk, vinden we. Maar ook hier twee leuke recepten die een uitdaging vormen.
Elsje Bruijnesteijn doet vaak ook dingen met de toppen van sparren en dennen. Dan denk ik: Dat wil ik ook. We hebben er genoeg van in onze tuin. Maar het komt er niet van om het haar te vragen. In dit boek staan een azijn en een siroop èn een poeder.
Op de lijst met dingen die w eens willen maken – alleen maar om dat het zo fijn voelt iets te maken wat lang verboden was – staat absint. De herboristen hebben de juiste plant, de Artemisia absinthium in de Herboristentuin staan. In dit boek een recept voor bijvoetlikeur.
En – joehoe! – een aantal recepten met beukennootjes. De boekweitkastanjeflensjes zien er ook verrukkelijk uit – maar ja, nu we dit schrijven hebben we de laatste tamme kastanjes gisteren in een quiche met spruiten verwerkt. Ook lekker. De kliswortel doet het goed in de Eetbare Siertuin, maar deze vergeten groente vergeten we telkens te oogsten. En het volgende jaar is de wortelstok te zeer verhout. Wie weet is het recept voor kliswortelfrietjes een leuke aanleiding om ze in het najaar wel te oogsten.
Zo kunnen we wel doorgaan. Er staan erg veel en vooral leuke recepten in dit boek. Hieronder nog een voorbeeld van een aantal pagina’s.