‘Het akkerboek’ is een informatief handboek over akkers en de akkerflora in Nederland. Het bundelt kennis uit ecologie, botanie, natuurinclusieve landbouw en natuurbeheer. Een goede dosis theorie maar ook praktische handvatten voor akkerbouwers, natuurbeheerders en andere grondeigenaren die met kruidenrijke akkers aan de slag willen.
Akkerkruiden vormen misschien wel het ultieme snijvlak tussen natuur en landbouw, zoals in het voorwoord van ‘Het akkerboek’ wordt opgemerkt door Marc van den Tweel (directeur van Natuurmonumenten) en Ilse Geijzendorffer (directeur van het Louis Bolk Instituut).
Door de intensivering van de landbouw is er van de biodiversiteit op onze akkers helaas vandaag de dag weinig overgebleven. Minder diversiteit aan planten maakt minder diversiteit aan insecten maakt minder diversiteit aan vogels en kleine knaagdieren… Enzovoorts.
Zonder insecten, geen leven. We zeggen het vaker.
Handboek

We noemen het een handboek omdat het uit twee delen bestaat. Het eerste stuk bespreekt hoe je de ontwikkeling van een kruidenrijke akker kunt aanpakken. Tips, adviezen, foto’s en steevast de nodige aandachtspunten, opdat je niet in bekende valkuilen kukelt. Problemen oplossen en aandacht voor fauna. Dus ook zaken als hoe een akkerbouwer moet omgaan met bemesting en grondbewerking. En wat je aan opbrengst van een kruidenrijke akker kunt verwachten, komen aan bod. Inclusief de nodige voorbeelden.Het tweede deel is gewijd aan akkerkruiden. (Interessant is onder andere het overzicht van veelvoorkomende akkerkruiden tot 1950.)
Het is voor velen onder ons een uitkomst dat dit boek er is! Het bundelt veel kennis en ervaring en kan daarmee grondeigenaren helpen niet steeds opnieuw het wiel uit te hoeven vinden. Een gouden handboek voor beleidsmakers en bestuurders van overheden (van lokaal tot landelijk), terreinbeheerders, goedwillende burgers en geïnteresseerden.
Titel | Het akkerboek – Ontwikkeling en beheer van kruidenrijke akkers |
Van | Peter Verbeek, Udo Prins, Robert Ketelaar, Karl Eichhorn en Emiel Brouwer |
Uitgever | KNNV |
ISBN | 978 90 5011 7593 |
Verschenen | 2 juli 2021 |
Prijs | € 27,95 |
Verkrijgbaar bij | Alle boekhandels en indien u online wenst te winkelen, raden we deze aan. Dan verdient de echte boekhandel zelf ook nog iets. |

Het boek beschrijft ook waarom en hoe het kwam dat het aantal soorten akkerkruiden (door sommigen ‘onkruiden’ genoemd) achteruit ging. En het zoekt naar manieren om er iets aan te doen. Daarbij helpt een uitgebreide soortenlijst – Deel 2 – van 95 karakteristieke en/of bedreigde akkerplanten, die in het boek duidelijk is aangegeven doordat de paginaranden geel zijn gemaakt.
Dilemma
Op dit moment speelt zich in de Provincie Gelderland een opmerkelijk proces af. Marcel van Silfhout heeft voor één jaar in Bennekom akkers van de Provincie in pacht gekregen, waar hij oude granen op teelt. Zijn akkers zijn rijk aan kruiden. Van het graan wordt GraanGeluk bier gemaakt – prijswinnend – en de Arnhemse bakker Tom van Otterloo bakt er subliem brood van.
Provincie Gelderland moet stevig investeren in natuurherstel. Op de Veluwe is duidelijk merkbaar wat wij, mensen, hebben aangericht door vervuiling. De akkers in Bennekom moeten worden omgezet in ruige weiden, aldus het plan van de provincie. Kruidenrijke weiden die zoemen van de insecten.
Marcel van Silfhout stuitert tegen het Nederlandse model van landbouw enerzijds en natuur anderzijds aan. De mengvorm kennen we niet, ook niet in subsidieregelingen. Zo’n mengvorm, die hij presenteert, is nieuw. Hoewel het zo oud is als de weg naar Rome. Nee, ouder.
Van Silfhout spreekt van boerinclusieve natuur. Daar mag je wat van vinden, feit is wel dat hij nu op eeuwenoude akkers teelt die onderdeel van het cultuurlandschap vormen. Maar “gangbare” boeren hebben er de afgelopen decennia stront en stront en stront op uitgereden en snijmais en snijmais en snijmais gezaaid en geoogst – wat weer aan de dieren in de stallen werd gevoerd; dieren die weer stront produceren.
Dus er is wat voor te zeggen dat tussen “gangbare” landbouw en natuur een boerinclusieve natuurzone ontstaat.
Volgens ‘Het Akkerboek’ wil Provincie Gelderland akkertype 5 (schrale kruidenakker) realiseren. Van Silfhout zit op type 3 (kleurrijke kruidenakker) of 4 (soortenrijke kruidenakker) of daartussenin. De enige bemesting die zijn akker kent is de kudde schapen die er na de oogst mag foerageren. Zoals het vroeger ook ging in deze contreien.
Maar het is een akelig dilemma: moet het beoogde beleid worden doorgezet of wordt ruimte geboden aan boeren als Van Silfhout? Creëer je daarmee geen precedent? Ook voor andere dingen dan graanteelt. En dan: hoe definieer je wat Van Silfhout doet? Hoe meet je dat? Niet alleen het boeren zelf, maar ook de korte ketens die eraan vast zitten, van brood en bier in de regio. Dat is ook nogal wat waard in een bredere context van natuur, milieu, en goede voeding. Want o, o, o, wat is de verleiding voor een boer groot om toch even een zak kunstmest te strooien voor een iets hogere productie….
Enfin, zo blijkt dat dit boek er net op tijd is. Of net te laat voor Van Silfhout.

Hoezo net te laat voor van Silfhout, de provincie Gelderland kan toch gewoon hun beslissing bijstellen, met de kennis van nu! Dat in de politiek echt niet raar🧑🍳🙋♂️
Het zou mooi zijn, maar we hebben voor Marcel een aantal maal contact gehad met leden van Provinciale Staten over dit geval. De indruk was dat men niet wenste te bewegen en de plannen die er liggen wil uitvoeren. Geen precedent scheppen. Maar wie weet… Het zou voor de hele Veluwe een goede zaak zijn: in plaats van veel boeren uit te kopen, de keus geven: Nu natuurinclusief boeren of stoppen. Uitkopen kost veel geld, men kan dan de betreffende boeren net zo goed fiks ondersteunen bij een snelle omschakeling. Dat is (vermoedelijk) goedkoper dan alles uitkopen.