Niets is veranderlijker dan hoe de mens naar de natuur heeft gekeken en kijkt. Eeuwenlang gold de Nederlandse wildernis als een wijkplaats voor rovers en roofdieren, maar ook als een vindplaats van voedsel, brandhout en bouwmateriaal. Pas later is de natuur iets geworden waarvan we zijn gaan houden. Het bedwongen bos beschrijft dit op een fraaie manier.
Het Bedwongen Bos verscheen oorspronkelijk in 2009, maar in 2022 verscheen deze bijgewerkte heruitgave, onder andere met een hoofdstuk over het tijdperk Rutte. De schrijver Dik van de Meulen onderzoekt en beschrijft de manier waarop Nederlanders door de geschiedenis heen (vanaf ongeveer 1870) het bos – en de bredere natuur – hebben bekeken, beheerst en veranderd. Het behandelt de relatie tussen de mens en de natuur en hoe deze relatie door de tijd heen steeds complexer werd.
Dit boek lag al een poos op de stapel. Te lang, eigenlijk, want inmiddels ligt het hier en daar in de ramsj. Maar wellicht is dat nu juist een uitgelezen kans. Voor weinig geld een interessant en zeer leesbaar boek over natuur in Nederland en dan vooral over hoe de Nederlanders hun natuur bekijken en behandelen. Dus vandaar alsnog een recensie.
Titel | Het Bedwongen Bos |
Van | Dik van der Meulen |
Uitgever | Noordboek |
ISBN | 978 90 5615 780 7 |
Verschenen | 2022 |
Prijs | € 24,90 maar niet meer leverbaar, |
Verkrijgbaar bij | Niet alle boekhandels hebben het meer in huis. Dus zoek en vind een koopje (bijvoorbeeld bij boekwinkeltjes.nl) |
Plaats van mysterie en gevaar
Van der Meulen schrijft over de historische en culturele betekenis van bossen, en hoe die zowel fysiek als symbolisch een rol spelen in de cultuur en beleving van de omgeving. Hij onderzoekt de invloed van de bosbouw en de verandering van het landschap door de mens, waarbij het bos vaak werd gezien als een plaats van mysterie en gevaar, maar ook van economische waarde. De teloorgang van het Beekbergerwoud komt voorbij, maar ook Heimans en Thijsse passeren de revue, de Natuurschoonwet en de Boswet, en de laatste trend: natuurontwikkeling, die in de jaren 1980 bedacht werd.
Kinderen in het bos
Het gaat over bedwingen en naar je hand zetten, over maakbaarheid. Maar ook over genieten en waarderen, over beschermen tegen de tijdgeest in. Er worden diepere lagen blootgelegd van de relatie tussen mens en bos en natuur.
Een bijzonder leuk hoofdstuk vond ik daarom ook ‘Kinderen in het bos’, over hoe kinderen en jongeren de natuur ontdekten (via de NJN, bijvoorbeeld), maar ook over de soms wat wonderlijke link tussen natuur en arbeidersbeweging en (politiek) links.
Maar ook de flirt van sommige natuurliefhebbers via de heemkunde in de richting van het nationaalsocialisme.
Het beminde bos
Extra vermelding verdient het laatste hoofdstuk ‘Het beminde bos’, dat het meest vernieuwd is sinds het oorspronkelijke schrijven van 2009. Het is een mooie compacte weergave van hoezeer, ook in de recente tijd, er nog – bewust en onbewust – afbreuk gedaan wordt aan de natuur in Nederland. De successen (Urgenda, zeearend) ten spijt staat het er met onze natuur slechter voor dan ooit. Verrommeling, versnippering, verzuring, verdroging. De triestheid van jonge vogels met gebroken pootjes door kalkgebrek dringt zich op. En toch ook het soms wat al te geconstrueerde van de natuurontwikkeling, die op veel plekken meer parkaanleg lijkt, dan dat de natuur werkelijk haar gang mag gaan. De toch enigszins positieve eindnoot aan het boek voelt voor mij bijna een beetje misplaatst.
Tenslotte
Het Bedwongen Bos is niet alleen een historisch verslag, maar reflecteert ook op onze omgang met de natuur en onze kijk op onze eigen leefomgeving. Het boek zet aan tot nadenken over hoe we omgaan met de natuur. Leesbaar en toegankelijk geschreven, maar toch met een diepere laag, is dit boek interessant voor iedereen met interesse in de geschiedenis van de natuurbescherming en de achtergrond van hoe wij tegen ons landschap en onze natuur aankijken.