Spitten of niet – de ongespitte tuin

Van KNNV Uitgeverij is een aardig boek verschenen met als ondertitel ‘alles over no-dig gardening’. Er komen veel andere onderwerpen aan de orde, zoals composteren, koude bakken, en binnenshuis telen.

Lang geleden, in haar boek Tuin Smakelijk, stelde Vera Greutink al de vraag: “Waarom zijn onze voorouders gaan omspitten?” Ze geeft tien redenen om niet te spitten. Maar de vraag blijft. Waren onze ouders, grootouders, overgrootouders en de hele stamboom daarvoor een stelletje dommeriken? Me dunkt dat de mens van nature lui is en heus niet zijn rug wil breken op het omspitten van een landje als dat niet hoeft.

Dit gegeven maakt dat de inleiding van het boek wat tegenstrijdig overkomt. In zijn inleiding betoogt Nardozzi dat de grond verarmt en erodeert door het spitten – of op grotere schaal: ploegen.
Natuurlijk wordt het bodemleven verstoord als je de spade diep in de grond zet en de boel omgekeerd teruglegt. Maar de uitwerking van kunstmest, insecticiden en pesticiden heeft o.i. verreweg de grootste invloed. Om een voorbeeld te noemen: Fosfaten zijn funest voor mycorrhiza, de symbiose van schimmels en microben en wortels (rizomen). Deze geven de plant fosfaten en krijgen daarvoor in ruil suikers.

Als fosfaten worden toegevoegd, neemt de plant die op, dat is snel en makkelijk. De schimmels en microben zijn overbodig en verdwijnen, het bodemleven verarmt.

Als je ziet dat in onbewerkte grond jaar in, jaar uit planten opkomen en groeien, kan je in elk geval stellen dat niet-spitten niet schaadt en hoogstwaarschijnlijk de grond verbetert. En bij kleigrond is niet-spitten zeker een optie, door bijvoorbeeld rijkelijk te mulchen.

Hügel in opbouw.

In het boek worden diverse vormen van ongespitte tuinen besproken, ook verhoogde bedden c.q. bakken. Soorten aarde komen aan de orde – de vertaler geeft aan dat Nederlandse gronden als zavel, veen e.d. buiten beschouwing zijn gebleven – als ook hoe je de grond kunt verbeteren en hoe je zaait en plant in een ongespitte tuin.

Het is een aardig boekje, niet te complex en het beslaat een breed spectrum aan onderwerpen. Leuk voor de beginnende moestuinier. Maar als je echt iets meer wilt weten, dan raden we Leve de bodem! en Mulchen in de natuurlijke moestuin aan.

TitelDe ongespitte tuin – alles over no-dig gardening
VanCharlie Nardozzi, vertaling: Alma Huisken
UitgeverKNNV Uitgeverij
ISBN978 90 3011 7975
Verschenen2021 – 2e druk 2022
Prijs€ 22,95
Verkrijgbaar bijKies voor de boekhandel van steen en cement. En àls je een webshop prefereert, kies dan deze.
Teelt op strobalen is ook niet-spitten

“Alles over no-dig gardening” luidt de ondertitel. Eigenlijk komt van alles wel op een of andere manier aan de orde. Het mulchen, het materiaal dat je kunt gebruiken, de zuurgraad van de bodem, dik of dun mulchen, verhoogde bedden – vooral op klei een uitkomst -, bepaalde trucs, groenbemesters en bodembedekkers, polycultuur.
Regelmatig besteedt de auteur aandacht aan een zijspoor, zoals het maken van een compostbak, tussen- en opvolgende teelt of het maken van koude bakken. En natuurlijk de teelt op strobalen en de Hügelkultur, die Sepp Holzer bekend maakte. Leuk is de sleutelgattuin, maar dat is iets van zeer beperkte omvang.

Pikant is natuurlijk dat bij niet-spitten wordt gerefereerd aan de natuur, zoals die zich al vele duizenden jaren geheel zelfstandig ontwikkelt. De auteur, Charlie Nardozzi, leeft en werkt in de Verenigde Staten. In het boek heeft hij het regelmatig over de grote voordelen van wormen/wurmen. Laten die beesten nu pas na de ontdekking van Amerika door Columbus met emigranten en hun planten uit Europa daar zijn gekomen. Dus hoe had de bodem in Amerika zich zonder wurmen hebben ontwikkeld?

Kortom, er wordt van alles bij gesleept om het onderwerp ‘niet spitten’ volume te geven. Het boek(je) telt immers 128 pagina’s. Dus we lezen we ook over verhoogde bedden en plantenbakken op stoepen. Zo is het natuurlijk aardig om te weten dat gewassen in een ongespitte bodem diep kunnen wortelen. De auteur haalt een vijgenboom aan, waarvan is geconstateerd dat deze maar liefst 122 meter diep ging. Maar een moestuin, want in feite hebben we het daar over, betreft – een enkele uitzondering daargelaten – eenjarigen. En waar meerjarigen, zoals asperges of brave hendrik staan, gaat de moestuinier sowieso niet omspitten.

Illusie

In onze Eetbare Siertuin – fraaie vorm van voedselbos – blijft alles gewoon op de aarde liggen. In onze moestuin graven we diep om de aardperen eruit te halen, bij andere knolgewassen, zoals yacon, oca en mashua (of aardappels, maar die telen we niet), wordt de grond ook danig geroerd. En dat gebeurt ook bij het oogsten van schorseneren. Het kan niet anders. We mulchen en we werken in bepaalde bedden mest in. Dat doen we lichtjes met een spitvork in de bovenlaag.

Wat ons betreft is een moestuin met ongeroerde grond een illusie, maar we beperken het roeren zoveel mogelijk.

Plaats een reactie