Historie
De aardbeien behoren tot hoog in de botanische geledingen tot de familie der rozen. Het is een schijnvrucht. Diverse variëteiten en rassen komen van nature in Europa, Azië en de Amerika’s voor. Alle zijn eetbaar. In Europa kennen we de bosaardbei(Fragaria vesca), die goed eetbaar is. Alleen wat klein…….De aardbei wordt al sinds de verre oudheid (3000 v. Chr.) als voedsel gebruikt. Rond de vijftiende eeuw wordt ze vanuit het wild in tuinen aangeplant. De vrucht wordt allerlei gunstige eigenschappen toebedeeld (o.a. en nog steeds: ontstekingswerend). ‘Ze valt ook te bewonderen op tal van middeleeuwse en Renaissance schilderijen. Over de symboliek ervan lopen de meningen uiteen, variërend van bescheiden, rechtschapen, wellustig en aards tot onbevlekt en zelfs goddelijk.’ [7]. En dan gebeurt er in het midden van de 18e eeuw een “ongelukje”.
Wat wij de aardbei noemen is een hybride (dus niet uit zaad te vermeerderen) resultaat van een toevallige kruising, ergens in Europa rond 1750, tussen de Noord-Amerikaanse aardbei (Fragaria virginiana) en de Chileense aardbei (Fragaria chiloensis). Naar verluidt heeft de Franse ontdekkingsreiziger Antoine Amadée Frézier – what’s in a name – deze laatste in 1714 in opdracht van Lodewijk XIV naar Europa gebracht. [7] Zegt dat er in het midden van de 18e eeuw lustig op los werd gekruist tussen de diverse zaadechte rassen en dat de teelt allang niet meer in de volle grond geschiedde. Lodewijk XV, een aardbei-liefhebber, zou in 1735 de eerste geforceerde aardbeien zijn voorgeschoteld.
In het Engels en Duits wordt de aardbei ook wel ananas-aarbei genoemd, naar de smaak -de grootte van de vrucht is terug te leiden naar de Chileense aardbei.
De aardbei is niet meer weg te denken van het wereldmenu. Het is big business. In Nederland en Noord-Europa is het bedrijf Fresh Forward gekend om de veredeling. Zij heeft o.a. de bekende rassen Elsanta en Lambada op haar naam staan. En Sonata komt er aan [datum tekst: april 2009]. Maar denk niet dat u ze makkelijk voor uw eigen moestuin kunt aanschaffen: Fresh Forward verstrekt telers licenties deze planten te gebruiken. Ze mogen ze meestal niet vermeerderen.
De grootste producenten zijn (cijfers 2007):
Verenigde Staten | 1.115.000 ton = 1.115.000.000 kg |
Rusland | 324.000 ton |
Spanje | 263.900 ton |
Turkije | 239.076 ton |
Zuid-Korea | 200.000 ton |
Nederland | 43.000 ton (w.v. 22.000 volle grond) |
België | 41.000 ton |
In Nederland kocht men in 2007 gemiddeld 2,45 kg aardbeien per huishouden.
In België is Hoogstraten gekend als deaardbeiplaats. Sinds ca. 1920 is hier actief aan de teelt van aardbeien gewerkt. In eerste instantie werden ze geveild in Breda, maar in de dertiger jaren van de vorige eeuw, toen de crisis op haar hoogtepunt was, sloot de Nederlandse regering de grens voor groenten en fruit. De Hoogstraatse Veiling werd geboren. Na de Tweede Wereldoorlog groeit de aardbeiteelt explosief en komt er in Hoogstraten ook een proefbedrijf voor onderzoek.
Culinair
Vers als fruit. Of om sappen en jams van te maken. Sauzen (coulis), op taarten (foto boven) of in sterke drank. IJs. De aardbei wordt ook gebruikt om snoep te produceren.
Bewaren
Het best zijn aardbeien te bewaren bij een temperatuur van 120 C. Maar ze kunnen niet te lang worden bewaard. Als ze wat slechter zijn of worden, kunnen ze gebruikt worden voor jams e.d. Invriezen kan ook, maar dan verliezen ze hun textuur. (Het water in de aardbei vormt snijdende kristallen.)
Voedingswaarde
Per 100 gram, vers:
caloriën | laag: 32 kcal |
water | 90 gram |
suikers | 5-6 gram |
voedingsvezel | 2 gram |
mineralen | kalium: 147 mg; calcium: 26 mg; magnesium: 15 mg; geringe hoeveelheden van andere mineralen. |
vitamine C | 64 mg |
vitamines B1 t/m B9, E, K | klein beetje van alles |
Teelt
Eenjarig | Ieder jaar na de oogst de uitlopers op een andere plaats uitplanten. De “oude” planten gaan op de composthoop. Zo kunnen aardbeien in het vruchtwisselingschema worden meegenomen. |
Aardbeien kunnen op deze wijze ook in de koude bak worden geteeld. In februari het glas erop. Als er gebloeid is, regelmatig luchten. (Bij vorst de ruiten dicht, natuurlijk.) | |
Meerjarig | De planten blijven drie [5] tot vijf [1] jaar staan, uitlopers worden weggenomen. Wel elk jaar goed mesten. De planten krijgen meerdere groeipunten (harten). |
Oogst | Oogst ze niet te vroeg; hoe roder, hoe rijper, hoe lekkerder. Met steeltje als u ze nog even wilt bewaren, zonder steeltje als u ze direct verwerkt. Eens geoogste zeer rijpe aardbeien zijn amper houdbaar en snel goed voor de jam.Jan Robben, de aardbeiman van Nederland, schrijft op 12 juni 2012 in zijn nieuwsbrief van de Aardbeiacademie: “Aardbeien worden alleen rijp aan de plant. Pluk je de vruchten af als ze nog een wit randje hebben of een beetje licht van kleur zijn, dan worden ze misschien nog wel rood, maar niet meer rijp. De kunst is dus om ze aan de plant maximaal op smaak te laten komen. Mijn stelregel is om ze eerst rood te laten worden en dan voor de beste smaak nog een dag te laten hangen.”En over zon en warmte: “Warmte heeft zeker invloed op de snelheid, maar als het te warm wordt kan het rijpen ook te snel gaan en worden de vruchten noodrijp. Dan zijn ze wel rood, maar ze smaken dan van geen kant en kunnen zelfs een beetje taai zijn. [……..] Blad op de planten is daarom ook belangrijk. Aardbeien die in de felle zon hangen aan planten met weinig bladeren worden meestal niet echt lekker. Het blad zorgt voor een beetje beschutting.” |
Er gaat een ander verhaal dat oude planten slechter dragen. Wij vervangen elk jaar de helft van de planten en verschonen de aarde, d.w.z. spitten een laag oude grond weg en gooien goed verteerde paardenmest op de andere. Daarin planten we de jonge aardbeiplanten, die we het jaar ervoor uit uitlopers hebben gewonnen.
De “oude” aardbeien krijgen een nieuwe laag compost of wat mest door de grond gewerkt.
Plantafstand: 40-50 cm in de rij; c.q. tussen de planten.
Water: Aardbeien houden van water. Zeker als de vrucht vormt, moet u bij droge perioden water geven. Anders krijgt u kleine aardbeitjes.
Bemesting
Aardbeien houden van stalmest, compost enz. Doch aardbeien zijn gevoelig voor te hoge zoutgehalten. Vooral bij droog weer krijgen ze (daardoor) last van wortelverbranding. [1] [3] Stelt het extremer: aardbeien zijn gevoelig voor zouten en het toedienen van minerale mesten dient ruim voor het planten te gebeuren.
Bodem & standplaats
Zonnig. Wat anders? [1] Zegt: “Als aardbeien jaren achter elkaar op dezelfde grond groeien, krijgen ze allerlei ziekten: bodemschimmels, aaltjes….” VELT raadt aan de aardbei als eenjarige teelt in het wisselteeltschema op te nemen. En wel op een bed dat daarvoor goed is bemest – kool, vruchtgewassen. (Dat hebben wij niet gedaan.) Of als tussenteelt: een rij aardbeien tussen de bladgroenten of in combinatie met plantui.
[3] beveelt een licht zure, goed ontwaterende grond aan. Aardbeien verdragen geen stilstaand water aan hun wortels. Verhoogde bedden wordt aangeraden. (Zie foto’s, wij hebben verhoogde bedden – niet om die reden, we zitten hoog en droog op zand, maar ook omdat het makkelijker is.
Rassen
Bekende rassen als Lambada, Elsanta (vorst- en ziektegevoelig) en het nieuwste Sonata zullen waarschijnlijk niet makkelijk te krijgen zijn.
Veel aardbeirassen zijn gevoelig voor rot, meeldauw en weet ik veel wat. [1] bevat op pag. 675 een fraai overzicht. De hoogtepunten: Vicoda, oud laat ras, moeilijk te krijgen. Gorella (vroeg), Elvira (midden) zijn goede aardbeirassen. Redgauntlet kan onder glas, in de koude bak, worden geteeld en twee oogsten per jaar geven. Goede doordrager is Everest. [3] Noemt Senga Sengana als een sterk ras met een intense smaak. Polka is saprijk en Tago een vrij laat ras met grote vruchten, weinig gevoelig voor wortelziekten.
Ostara wordt ook veel genoemd in de diverse boeken.
Vermeerderen
Door het nemen van stekken van de uitlopers. Erg makkelijk. Wij lichten ze op en planten ze in potjes. Met een gebogen stukje montagedraad houden we ze in de aarde, om te voorkomen dat ze opspringen. Als ze goed geworteld zijn, knippen we de uitlopers los van de moederplanten en bewaren we ze in potjes. In het volgende voorjaar planten we ze uit in het nieuw bemeste deel van het bed. Dat zijn ieder jaar zo’n veertig planten.
Je zou ook het zaad kunnen winnen en zaaien, maar, zoals gezegd, de aardbei zoals wij hem in de moestuin kennen, is een hybride. U krijgt uit het zaad andere aardbeiplanten….
Ziekten en belagers
Stop. Ander onderwerp. Te veel om op te noemen. VELT beschrijft drie pagina’s pure ellende. Maar gelukkig gaat het meestal gewoon goed. Wat het eerst hier te noemen?
Mol: Een goed bemest aardbeienbed betekent een snackbar voor de mol. De mol wil zijn tunnel wel eens pal onder de planten graven, die zodoende gebrek aan voeding krijgen en sterven. Regelmatig controleren en de planten aandrukken is het enige dat helpt.
Vruchtrot: Botrytus of grauwe schimmel. Komt veel voor bij aardbeien. Bij nat weer extra voorzien van een grijze, pluizige schimmel. De schade is het grootst als er tijdens de oogstperiode warm en vochtig weer is. Zorg dat de aardbeien snel kunnen drogen en daarom: leg stro rond de planten!
Vogels: Daar helpt het aardbeiennet tegen. Op een foto hierboven ziet u dat wij een simpel frame om het bed hebben gemaakt. Erg makkelijk om het net over te hangen.
Slakken: Daar helpt regelmatige controle (‘s avonds laat, met zaklamp) bij. Er zijn ook andere grondbewoners, zoals emelten, die zich tegoed doen aan de aardbeien.
En verder: aardbeibloesemkever, een snuitkevertje dat sproradisch voorkomt, maar als ie aanwezig is, wordt grote schade aangericht. De eitjes worden in de gesloten bloemknop gelegd en de larve vreet die weg. Geen aardbeien.
Aardbeien kunnen ook hevig worden aangetast door bladluizen. (Daar hebben we nooit last van gehad.) En aardbeimeit, lichtbruine beestjes die eitjes leggen in nog dichtgevouwen hartblaadjes.