We waren aanwezig bij de relatiedag van Sow to Grow, het museum over gewassen en gewasveredeling in Enkhuizen. Omdat dit een leuk, nuttig en interessant museum is, zijn wij ooit lid geworden van de vriendenvereniging. Het was een boeiende ochtend.
Even vooraf: we waren in gezelschap van Jan Velema, gewasveredelaar en oprichter van Vitalis Biologische Zaden. Hij is nogal kritisch op de ontwikkelingen rond zaadveredeling. Lees vooral ook zijn artikel.
Leestijd: 5 minuten
Inhoudsopgave
Aan het einde van de ochtend zal dr. ir. Sjoukje Heimovaara, voorzitter raad van bestuur van Wageningen Univeristy & Research (WUR), een presentatie houden. Ze heeft de rol van smaakmaker van deze ochtend.
Zaadvak
Er zijn zo’n honderdvijftig mensen aanwezig. Dat is de helft van het aantal vrienden en die hebben vrijwel allemaal grijs haar. Want dit heet misschien een relatiedag, maar het is eigenlijk een reünie van mensen uit het zaadvak. Ons kent ons. Ik ben niet uit het zaadvak, ik ben moestuinier. De meeste van de aanwezigen hebben voor Syngenta gewerkt. Dit Zwitserse chemiebedrijf heeft begin deze eeuw Sluis en Groot overgenomen, dat zelf al menig zaadbedrijf had ingelijfd, en is uiteindelijk zelf weer overgenomen door ChemChina.
Vernieuwd museum Sow to Grow
De agenda van de ALV wordt er in hoog tempo doorgejast. Er is wel een dingetje dat aandacht behoeft: het museum, dat een groeiend aantal bezoekers telt, drijft op vrijwilligers en komt jaarlijks 30 à 35 duizend euro tekort. Daar moet iets op worden gevonden. De ‘vrienden van’ springen bij en zodoende is de afgelopen maanden het museum vernieuwd. Na de lunch volgt de formele heropening. Er wordt een beknopte presentatie gegeven over het waarom en hoe. Gewasveredeling is namelijk geen eenvoudig onderwerp en toch is het belangrijk dat iedereen er kennis van kan nemen. We eten immers allemaal elke dag groenten. Dus stelde men zich de vraag: wat wil de consument? De dagelijkse keten is (beknopt): teler, industrie, supermarkt, consument. De consument wil smaak, zegt de voorzitter. (Voor zover de consument nog weet hoe de smaak van een groente behoort te zijn, denk ik dan.) De relatie tussen smaak en de herinrichting van het museum wordt niet toegelicht, maar feit is dat het museum grondig is opgeknapt en fraai gemoderniseerd. En ook buiten, voor de ingang, is een nieuwe tuin aangelegd.
Velocity Verde: De High-Speed Groene Revolutie
De presentatie van Sjoukje Heimovaara heet ‘Velocity Verde: De High-Speed Groene Revolutie’ en is een grote lofzang op de geschiedenis van de Nederlandse land- en tuinbouw en de rol van de zaadveredelaars. En WUR uiteraard. Heimovaara refereert aan een studie Effecten klimaatverandering op landbouw.
Ze zegt dat we niet moeten dralen, maar snel handelen.
Positief is dat we met hogere temperatuur en meer CO2 ongeveer 2% meer graanopbrengst per jaar behalen. En we kunnen andere gewassen telen. Maar de negatieve effecten (droogtes, natte perioden, verzilting) wegen beduidend zwaarder. De aardappelopbrengst wordt dan 75% minder en rond de evenaar is het allemaal dor en dood.
“LNV ontwikkelt een plan voor klimaatadaptatie en dat krijgt een volwaardige plaats in het landbouwbeleid,” aldus Heimovaara. “Er moet een high speed groene revolutie komen.”
Ze roept op tot een stabiel landbouwbeleid van de overheid. Want dankzij het stabiele beleid van pakweg de laatste honderd jaar, is de Nederlandse landbouw zo succesvol geworden
Om het belang van de land- en tuinbouw voor de vaderlandse economie te benadrukken, vergelijkt ze de cijfers met die van ASML. Een vreemde vreemde vergelijking. Geld is niet alles. Wellicht wil ze zeggen: “Als we ASML zo belangrijk vinden, dan is dit ook heel belangrijk.”
Peptalk
In een vlotte presentatie neemt ze ons mee door de geschiedenis en successen van de Nederlandse glastuinbouw. Niet alleen die steeds betere gewassen, maar ook de toegepaste techniek; automatisering en robotisering. De kassen zijn beduidend efficiënter geworden, qua watermanagement, gebruik van bestrijdingsmiddelen en energie. Het is heuse high tech.
En hoe komt dat? Door de Dutch Diamond! “Die moet in stand blijven. We moeten de vier hoeken koesteren,” benadrukt ze. Ze toont daarbij een plaatje, dat vermoedelijk voor de meeste mensen uit het zaadvak niet bekend is. Het is Porter’s Diamond, die in 1990 is gepubliceerd. Deze diamant wordt op verschillende manieren getekend en het lijkt erop dat Heimovaara het plaatje van deze website heeft geleend. Het in een diamantvorm geschetste model moet duidelijk maken waarom of hoe bepaalde bedrijfstakken in bepaalde landen succesvol (kunnen) zijn. Voor wat betreft de land- en tuinbouw en zaadindustrie noemt zij het de Dutch Diamond.
Sjoukje Heimovaara’s verhaal is een mooi, optimistisch verhaal in de sfeer van ‘Klimaatverandering? We kunnen het aan!’. Peptalk.
Maar de keerzijde ontbrak
Elk succes kent een keerzijde en daarover zei ze niets. Denk dan aan: het succes was in belangrijke mate te danken aan het spotgoedkope aardgas voor de glastuinbouw, met de gevolgen voor Groningen, aan milieuschade, aan de vele arbeidsmigranten, aan het verlies van genetische diversiteit. Het zijn maar een paar voorbeelden. Dus lees vooral de bijdrage van Jan Velema.
In NRC van 20 april 2024 schrijft econoom Marike Stellinga dat we in Nederland te veel economie op de vierkante kilometer proppen. We staat vijfde op de wereldranglijst: Singapore, Hongkong, Luxemburg en Israël staan voor ons. Het grote verschil is dat in die eerste landen vooral dienstverleningen financiële sector bepalend zijn, voor Israël de hightechsector. Nederland is een ‘vreemde eend’: we hebben weliswaar een ASML, maar ook een grote agrarische sector en zware industrie.
“Eigenlijk, zegt Hinloopen, doen we met onze hoge productie per vierkante kilometer economisch gezien mee met de Formule 1. Maar dat doen we in een gewone personenauto waarvan we het gas heel hard intrappen. Ja, dan gaat er wel wat klapperen in die auto.” Nederland is de tweede landbouw-exporteur ter wereld, heeft de grootste zeehaven en een van de grootste vliegvelden van Europa. Nederland houdt en slacht honderden miljoenen dieren per jaar, is een distributieland én een grote dienstverlener.”
Daar gaat dus het vergelijk met ASML mank.