Planten reageren op dichtheid, d.w.z. met zijn hoevelen ze op, bij wijze van spreken, op de vierkante meter staan. Ze beseffen dan hun verhoogde kwetsbaarheid, remmen de groei en steken de energie in de verdediging. Dit verandert de blik op de intensieve landbouw.

De wetenschappers testten met mais en ontdekten dat linalool een rol speelt. Veel planten scheiden dat constant, stabiel, af in de lucht. Als de concentratie linalool een bepaalde drempelwaarde overschrijdt, ‘realiseert’ de plant zijn kwetsbaarheid, remt vervolgens de groei en gebruikt zijn energie in het verweer tegen de kwalen, knaagdieren enzovoorts.
Planten zijn niet gek. Ze hebben alleen een heel andere fysiologie dan de mens.
De onderzoekers signaleerden dat kleinere planten beter bestand waren tegen aanvallen van virussen, schimmels en gedierten, dan grotere planten.
linalool-jasmonaat-benzoxazinoide-cascade
De maisplant maakt bij hoge concentratie linalool het hormoon jasmonaat aan, dat op zijn beurt zorgt voor een hogere afscheiding van benzoxazinoiden, via de wortels, in de grond. Deze benzoxazinoiden fungeren als afweermiddel en zorgen ook voor betere opname van ijzer. [Niet dat de maisplanten van binnen een harnas vormen, maar het is een bijkomend effect.]
Vanzelfsprekend blijft deze stof ook in de bodem achter. Daarmee verandert de microbioom (geheel van micro-organismen) van de bodem. Studies toonden aan dat als de concentratie benzoxazinoiden in de bodem hoog is, de volgende generatie maisplanten minder groei, maar wel betere afweer vertoonden.

Wat hier gebeurt noemen de wetenschappers de linalool-jasmonaat-benzoxazinoide-cascade. En die werkt snel: al na drie dagen ‘verblijf’ in een bodem met een hoge concentratie benzoxazinoiden, merkte men verbeterde weerstand tegen rupsen.
Dat dit gebeurt, is nu ontdekt. Maar hoe, is nog de vraag.
Wijder uit elkaar
Het lijkt simpel: veel planten op de hectare, verhoogt de opbrengst maar ook de aantrekkelijkheid voor ziekten en knagers. Intensieve landbouw is een luide uitnodiging voor pathogenen (ziekteverwekkers als bacteriën, virussen, schimmels en parasieten) – dat komt onder andere omdat de luchtcirculatie, tussen de vele planten op de akker, minder is en het vochtgehalte hoger.
Dat leidt tot een soort paradox: intensieve landbouw heeft een hogere productie tot doel. Maar dicht op elkaar staande planten weten dat ze in gevaar kunnen komen en spenderen hun energie aan het maken van een afweermiddel. Ze groeien daardoor minder.
En ondertussen spuit de boer met herbiciden en pesticiden.
Wijder uit elkaar zaaien of planten van gewassen, verlaagt sowieso de gevoeligheid voor pathogenen en levert een hogere opbrengst. Per plant. Maar hoeveel dat per hectare is blijft nog even de vraag.
Het team van wetenschappers dat bij de publicatie is vermeld, zijn van de Zhejiang Universtiteit in Hangzhou, Universiteit Leiden, Universiteit Bern, Chinese Academie van Wetenschappen en Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW)