In Science van 19 januari 2024 stond het artikel ‘The global distribution of plants used by humans‘. Het gebruik van planten over de wereld. Zonder planten geen mensen, zou je kunnen zeggen. Nu is eindelijk wetenschappelijk bewezen dat in gebieden waar de diversiteit van planten het grootst is, ook het meest van planten gebruik wordt gemaakt. Iets dat je op je klompen kunt aanvoelen.
De resultaten van het onderzoek zijn interessant. Maar op welke wijze dit onderzoek gaat bijdragen aan het meer bewust beschermen van de biodiversiteit op aarde, is ons niet erg duidelijk. Temeer daar geïntroduceerde gewassen ook onderdeel maken van de plantendiversiteit – dat is correct, maar of dit altijd positief en wenselijk is, is een andere vraag.
Eenentwintig wetenschappers onderzochten de wereldwijde verspreiding van 35.687 gebruikte plantensoorten in tien gebruikscategorieën (bijv. voedsel, medicijnen, materiaal). Ze brengen de relatie tussen de mens en deze nutsplanten in kaart. We zijn ervan afhankelijk voor ons voedsel, medicijnen, brandstof, materialen en meer. Maar de relatie tussen mensheid en natuur is kwetsbaar. We slopen, door de jaren heen, sluipenderwijs de biodiversiteit. En dat is niet goed.
Natuurbeschermers richten zich daarom vooral op kwetsbare soorten. Het idee daarbij is dat het beschermen van gebieden met bedreigde soorten uiteindelijk ook de mensheid zal beschermen. Maar is dat zo? Uit het onderzoek blijkt namelijk (ook) dat daar waar veel menselijke culturele diversiteit is, ook de diversiteit groot is.
Aan de knoppen draaien
Ecosystemen zijn heel vaak onderwerp van wetenschappelijk onderzoek. Inzicht in geografische spreiding van de diversiteit van soorten, die door mensen worden gebruikt, ontbreekt, maar is wel essentieel voor een duurzaam beheer op wereldwijd niveau. Kortom, we praten over bescherming van de natuur, duurzaamheid en biodiversiteit. We willen, verenigd als we zijn in de Verenigde Naties, “aan de knoppen draaien” – zie Global Biodiversity Framework – akkoord van 19 december 2022 – maar eigenlijk weten we niet waarover we het hebben, wat de invloed ervan is op de soortenrijkdom en dat “belemmert de voortgang naar een duurzamer beheer van biodiversiteit,” aldus de wetenschappers in het artikel.
Ze stellen dat we – de mensheid – momenteel slechts een fractie van de plantendiversiteit gebruiken. Voor hun analyses gebruikten ze databases waarin het gebruik van planten is vastgelegd en databases met de voorkomens van de gewassen over de wereld. En zo creëerden ze een beeld van de wereldwijde spreiding van nutsplanten.
De rijkdom aan gebruikte plantensoorten komt overeen met de som van de waarschijnlijkheden van het voorkomen van soorten in hun inheemse en geïntroduceerde verspreidingsgebied.
Het inheemse gebruik van plantensoorten. Hoge waarden betreffen gebieden met hoge concentraties van soorten en een kleine geografisch verspreiding.
Het is wel logisch dat de hoogste concentraties van gebruikte plantensoorten voorkomen in de gebieden met de grootse plantenrijkdom. Maak vlak Europa en China niet uit, waar niet van nature de hoogste soortenrijkdom is, maar wel veel gewassen zijn geïntroduceerd. Op kaart B is te zien dat in gebieden als Californië, Sri Lanka, Midden-Amerika, maar ook het oostelijk Middellandse Zeegebied het gebruik van inheemse planten groot is. Dat wil niet direct zeggen dat de plantenrijkdom, de diversiteit, ook heel groot is. In West-Europa is het gebruik van inheemse planten vrij laag, terwijl de soortenrijkdom groot of groter is. Dit is te wijten “aan een hoge concentratie van goed onderzochte, wijdverspreide en vaak geïntroduceerde plantensoorten van economisch belang.”
Om meer begrip te krijgen verdeelden de onderzoekers het gebruik van gewassen over tien categorieën en vervolgens naar de plek op aard (de breedtegraad):
- menselijke voeding (inclusief dranken en additieven),
- gewervelde voeding (voedergewassen en voedergewassen),
- ongewervelde voeding (bijv, planten die honingbijen of zijderupsen voeden),
- materialen (bijv. hout, vezels),
- brandstoffen (bijv. houtskool, alcohol),
- sociaal gebruik (bijv. verdovende middelen, ritueel, religieus gebruik),
- vergif (zowel voor gewervelde als ongewervelde dieren),
- medicijnen (zowel voor menselijk als diergeneeskundig gebruik),
- milieugebruik (bijv. tussen gewassen, windschermen e.d.) en
- genenbronnen (bijv. wilde verwanten van gewassen)
De figuur laat zien dat het gebruik van gewassen voor de verschillende doelen over de hele aarde een gelijk patroon kent. Opvallend lijkt het grote aantal soorten voor medicinaal gebruik. En je ziet ook dat veel veevoer in het noordelijk halfrond wordt geteeld, en veel materialen (hout, vezels) zuidelijk van de Steenbokskeerkring komen. Bij 6 (sociaal gebruik) denk je al snel aan tabak, cocaïne en dergelijke. Wij kunnen niet goed plaatsen dat dit juist redelijk benoorden de Kreeftskeerkring is. Misschien granen voor alcohol?
Het onderzoek bewijst in elk geval dat in gebieden met een rijke soortenvariatie ook het gebruik van inheemse gewassen groot is. Maar dat die relatie er ook ligt in gebieden met geringe verscheidenheid aan gewassen, zoals Sahara, noordelijk Canada en Scandinavië. Iets dat je op je klompen kan aanvoelen maar wat nu wetenschappelijk bewezen is.
Verder blijkt uit het onderzoek dat er een relatie is tussen culturele diversiteit en het aantal gebruikte plantensoorten. Kort door de bocht gezegd: dankzij de komst van de landgenoten uit Marokko, worden er meer diverse gewassen gebruikt dan wanneer hier louter Nederlandse boeren zouden wonen.
“Inheemse volken zijn bijzonder afhankelijk van wilde soorten voor hun levensonderhoud en welzijn, naast het feit dat ze cruciale bewaarders zijn van zowel plantendiversiteit als traditionele kennis.”
De relatie tussen inheemse volkeren en diversiteit is curieus. In de loop van de geschiedenis zijn de meesten van hun land beroofd. Wat hen restte, al dan niet door de heersende machten toegewezen, waren schrale, afgelegen gebieden. Er zijn natuurlijk uitzonderingen, zoals in Ecuador waar ‘achter de Andes’ de Kichwa het voor het zeggen hebben en dat is rijk tropisch Amazonewoud.