Een informatief en inspirerend boek voor een ieder die andere wegen zoekt. Eten uit de buurt deden we tot pakweg vijftig jaar geleden. Toen begon de voedselindustrie pas goed op gang te komen. Met de gevolgen en vervreemding van dien. Michiel Bussink neemt ons mee langs allerlei manieren om meer lokaal en seizoensgebonden te eten. Als u onze website vaker bezoekt en/of geabonneerd bent op onze nieuwsbrief, dan sluit dit boek naadloos aan.
Tekenend is de afweging die Bussink maakt om biologisch brood bij de buurtsuper te kopen dan wel bij de een nabijgelegen bakker, die zijn meel van de molen even verderop betrekt. De buurtsuper heeft brood van onbekende herkomst, maar heeft in zijn dorp ook een belangrijke, centrale functie. De lokale bakker die geweldig brood maakt, verdient ook een bestaan. Wat doet hij?
Michiel behandelt in zijn boek allerlei aspecten en dilemma’s. Strooit met tips en voorbeelden. Neemt de lezer soms aan de hand van zijn eigen ervaringen mee. Moestuinieren en wildplukken, de jacht, kippen houden, YIMBY
, koken, verwerken en nog veel meer tussen de regels. We willen het niet een leidraad of gidsend boek noemen, maar het leest absoluut prettig en je doet ideeën op of wordt daarin bevestigd.Titel | Eten uit de Buurt – Haal alles uit je voedselcirkel |
Van | Michiel Bussink |
Uitgever | Forte Uitgevers |
ISBN | 978 94 6250 061 7 |
Verschenen | juni 2015 |
Prijs | € 19,95 |
Verkrijgbaar bij | Alle boekhandels en indien u online wenst te winkelen, raden we de Libris-webwinkel aan. Dan verdienen de boekhandels zelf ook nog iets. |
Verdraaid nogantoe: Nel en Lourdes
Nel Schellekens van De Gulle Waard in Winterswijk schrijft een bevlogen voorwoord. En wat o, wat waren we aangenaam verrast toen Nel aan Lourdes Delgado refereerde – in het kader van onze andere hobby (Chocoweb, voor hele goede en echt eerlijke chocolade) wij hebben deze grande dame del chocolate uit Ecuador oktober 2014 meegenomen naar De Gulle Waard (zie hier). Het bezoek was een feestje en Nel herinnert zich dat (dus) ook nog als de dag van gisteren. Leuk!
Locavoren
Lokale voedselgemeenschappen raken meer en meer in zwang. Lang geleden (2008) schreven we al een over locavoren. Alsof het iets nieuws is, maar het besef is in enkele generaties compleet verloren gegaan. Bewustzijn van de voedselkringloop, vertrouwen in en betrokkenheid bij de lokale boer of bakker, de grond waarop je leeft en waar het voedsel vanaf komt – de terroir.
Ironisch genoeg is bijna veertig jaar geleden Vrij Leven verschenen. Toen, 1979, goed verkocht. Het is een praktijkboek dat eigenlijk grotendeels aansluit op wat Bussink betoogt. En we zijn dolblij dat we vandaag – 20 juni 2016 – van Bert Zeijlstra hebben gehoord dat het over enige tijd opnieuw verschijnt. Daar hebben wij sterk voor gelobbyd en daarom zijn we ook blij met het boek Eten uit de Buurt.
EROEI
Na een behoorlijk volledig voorwoord over de voordelen van een verkleinde voedselcirkel (eerlijker en voordeliger, ecologischer, gezonder, lekkerder, meer eigen, duidelijker en democratischer, beter voor de lokale economie, dichter bij de kringloop van het leven) wordt een en ander in de praktijk gebracht.
Het produceren van eten kost energie. Door lokaal en seizoensgebonden te eten (aardbeien wanneer die er in je buurt groeien en rijp zijn) kan heel veel energie worden bespaard. Geen gesleep met aardbeien uit Egypte in de winter of asperges uit Chili. We leren EROEI: Energy Return On Energy Invested. Zuivere zelfvoorzienendheid is 1. Vandaag de dag in het dagelijkse leven is dat 0,07. Dus 1 calorie voedsel op ons bord heeft 15 tot 20 calorieën fossiele brandstof gekost. Het is maar dat u het weet.
Want – en dat is het fijne aan dit boek: geen theoretisch geblaat – hierna behandelt Bussink wat je allemaal in je eigen huis of tuin kunt doen. Het gaat over eten, dus moestuinieren (ook op balkon), smakelijk “onkruid” eten, (klein-)fruit, maar ook compost maken, de jacht en kippen houden en slachten. Het zijn geen volledige cursussen – dan zou Michiel een hele reeks moeten schrijven en dit boek is al in de reeks Genoeg – maar het stipt voldoende aan om zelf de stap te maken als u dat al niet hebt gedaan. En anders is het gewoon lekker om te lezen dat je het al goed doet.
Voedselbos
Een voedselbos werkt niet – in een bos groeit minder dan aan de rand. Je zou het voedselbosrand of iets dergelijks moeten noemen, maar dat bekt niet. We hebben dit op onze site al uitgebreid behandeld. In de Eetbare Bostuin en natuurlijk onze Eetbare Siertuin, die daar uit voortgekomen is. Michiel behandelt het principe en schakelt vervolgens over naar de stadslandbouw. Het klinkt modern, maar vroeger waren rond onze steden allerlei boerderijen gelegen. Een straatnaam als Warmoesstraat herinnert daar nog aan. Daar was de warmoezenier – warmoes is een oude benaming voor allerlei bladgroenten. Deze wetenschap staat niet met zoveel woorden in Bussink’s boek, maar hij brengt wel enkele voorbeelden in steden als Maastricht, Culemborg, Detroit (!), Rotterdam en Antwerpen over het voetlicht. En tips over hoe u uw gemeente kunt overtuigen lokale initiatieven te ondersteunen.
En wat van verre komt?
Leuk is het laatste hoofdstuk met het grootste dilemma. Hoofdstuk 7 met de titel ‘En de koffie dan?’. Dingen die van verre komen en die we hier niet kunnen verbouwen. Is het wijs om koffie te drinken? Of chocola te eten? Wat zegt hij zelf daarvan? Ja, hij is verknocht aan zijn kop(pen) koffie des ochtends.
Handel in voedselwaren bestaat sinds duizenden jaren en is niet per definitie slecht. Het gaat om de schaal waarop en de manier van produceren.
Helemaal mee eens, Michiel. Sperziebonen kunnen we zelf telen, dus moeten we niet uit Kenia halen. Sterker nog: de Kenianen moeten voor de lokale en regionale markt telen. Niet voor ons.
Andere dilemma’s die in dit hoofdstuk aan de orde komen zijn onder andere: geen tijd, te duur (wordt lid van een VOKO – voedselcoöperatie!), werkgelegenheid (zelf doen kost elders banen), de honger in de wereld (hier haalt hij het boek 4000 Jaar Kringlooplandbouw aan) en, ja, hoe groot is de buurt eigenlijk?
Aan het einde van het boek een overzicht van de gebruikte literatuur en verwijzing naar websites.
Over Michiel Bussink
Michiel Bussink is al heel lang schrijver, vorser, journalist die zich met voedsel bezig houdt. En bescheiden. Dat laatste siert hem, maar heeft tot gevolg dat zijn bekendheid minder groot is dan zogenaamde goeroes waar menigeen achteraan holt, maar die slechts een fractie van zijn kennis en inzicht bezitten. Doch, ere wie ere toekomt, die wel de kunst verstaan om zich met hun kop in de media te werken. Bovendien woont Michiel in Lettele. Dat is ver van Amsterdam, waar ongeveer alle mediabedrijven gevestigd zijn en verslaggevers wonen.
Hoewel deze recensie niks nieuws onder de zon aanstipt voor mij, lijkt het me een prachtig boek. Alleen om te lezen hoe anderen met dezelfde vragen als ik rondlopen en welke antwoorden zij hebben gevonden .
Op de keper beschouwd heb je gelijk, zeker voor degenen die bij wijze van spreken iedere dag met dit thema bezig zijn. Dat zijn wij zelf ook. Maar deze bundeling van de vele aspecten zet aan tot nadenken. Het geheel is meer dan de som der delen. Bovendien schrijft Bussink erg prettig. En er staan heus, althans voor ons, wat nieuwe inzichten in.