Eind 2016 verscheen dit kookboek van de hand van Marion de Kort. Het bevat tal van recepten met in Nederland in het wild voorkomende planten en, belangrijker, uitleg waarom wilde planten eten goed is voor ons. Wij bevelen dit bijzondere boek een ieder die zich iets verder verdiept in gezonde groenten van harte aan. Het is een kwestie van ‘out of the groenteschap’ denken.
Vergeten stoffen
Leuke recepten. Zonder meer. Maar de grote kracht van het boek zit ‘m wat ons betreft in de laatste hoofdstukken. Daar gaat De Kort nader in op de voedingsstoffen die we niet meer kennen en de specifieke planten die deze stoffen in meer of mindere mate in zich dragen. We hebben het dan over chlorofyl, slijmstoffen, bitterstoffen en looistoffen. Niet meer kennen is in deze context tweeledig: met ons bewustzijn en door ons lichaam. Het is òf omdat moderne groenten die stoffen nagenoeg volledig zijn kwijtgeraakt door de kwekersselectie op verwerkingsgemak voor transport en voedselverwerkingsindustrie. Of het komt omdat de focus van de voedselindustrie nog louter op de klassieken vitaminen, eiwitten, koolhydraten en wat mineralen is gericht. De rest zien we niet meer. Er is dus meer dan dat!
Verloren voedingswaarde
Graag trekken we hier even een parallel met het boek van Jo Robinson, Eating on the Wild Side. Dat niet met wild plukken te maken heeft, doch wel met (wilde) voorouders van onze groenten en fruit. Robinson’s boek is uitstekend gedocumenteerd en gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek. Allengs wordt het duidelijk dat de ‘gezonde groenten en fruit’ die we bij de groenteboer of in de supermarkt kopen, heel veel goeds zijn kwijtgeraakt. Marion de Kort gaat een stap verder. Eet ‘onkruiden’ als brandnetel, zevenblad, paardenbloem, vogelmuur, kamille, engelwortel, kleefkruid en zo veel meer. Dat is eigenlijk wat pakweg honderd jaar geleden voor veel mensen dagelijkse kost was. Bermgroenten die o.a. in kruudmoes werd verwerkt. In Nederland is wildplukken vrijwel vergeten. De laatste jaren weliswaar een kleine trend, doch in ons omringende landen is het nog vrij normaal om eten ook uit de natuur te halen.
Dit is een boek dat goed past bij Eetbare Wilde Planten, dat Marion de Kort alweer een aantal jaar geleden perfect vertaalde en hertaalde, dus richtte op de situatie in Nederland. Dit boek geeft een andere kijk op voeding. En u leert er ook heel veel nieuwe – nee, vergeten smaken mee kennen.
Titel | Eetbare wilde planten – leer koken met de natuur |
Van | Marion de Kort |
Uitgever | eigen beheer |
ISBN | 978 90 76 189 543 |
Verschenen | november 2016 |
Prijs | € 28,95 |
Verkrijgbaar bij | Jammer genoeg slechts bij enkele boekhandels. En bij BOL. En omdat BOL de boekhandels zware tijden heeft gegeven, raden wij deze bijzondere boekhandel aan. |
Stadse lui
Voorjaar 2016 moesten wij iets meenemen voor een inwijdingsfeest van nieuw wijkje in Amersfoort, waar onze dochter met man en kind zou gaan wonen. Ouders waren van harte uitgenodigd. We namen een quiche met brandnetel, look-zonder-look, zevenblad en daslook mee. Men smulde er van. Ik wil niet zeggen dat dit het favoriete gerecht op de tafel was, maar het had er alles van weg. Om uitspraken als ‘gatsie’ en quasi-kokhalzen van van de natuur vervreemde ‘stadse lui’ te voorkomen, hebben we niet gezegd wat ze aten. Voor hen was het gewoon een verrukkelijke groentequiche. En ze weten het nog steeds niet.
Het boek bestaat uit drie delen:
1. In de keuken (de recepten)
2. In het lichaam (de ontbrekende schakel in onze voeding)
3. In de natuur
Hup, hup de keuken in
Een broodje puur geluk, wie wil dat niet?Vlierbloesembeignets, vegan ijs, engelwortel-tomatensoep, bloemenchips, lenterolletjes, tijm-perentaart, kamillesnoepjes, pittige burger, pasta floreale, rozenthee, walnoot-dadeltaart of gewoon een broodje puur geluk, wie wil dat nu niet?
We hebben het niet exact nageteld, maar we schatten dat er zo’n tachtig recepten en recept-ideeën
in staan. Ze zijn ingedeeld naar vijf smaakgroepen, die, volgens De Kort, nog in de natuur bewaard zijn gebleven: groen, bitter, zoet, aromatisch en wrang.Het is een persoonlijke categorisatie, want een gerecht als bosvruchtentaart staat bij ‘wrang’, maar zou onzes inziens net zo goed bij ‘zoet’ kunnen.
Maakt niet uit.
Per smaakgroep legt De Kort er iets over uit. We nemen hier ‘zoet’ als voorbeeld.
Zoet smakende planten, zijn planten die rijk zijn aan slijmstoffen. Slijmstoffen zijn tot de niet-verteerbare vezels behorende polysachariden (lange ketens van enkelvoudige suikers). Slijmstoffen worden door het lichaam in ruime hoeveelheid verdragen. Planten met een zoete smaak kunnen daarom als basis in gerechten worden gebruikt.
En vervolgens een serie tips over de verwerking van planten – met een verwijzing naar het laatste hoofdstuk ‘in de natuur’, waar ze zijn beschreven.
Veel recepten laten ruimte voor invulling door het seizoen. Onderaan elk recept staat een regel ‘boodschappen’ – dus wat u nodig heeft om het gerecht te maken. En daar horen net zo goed reguliere producten bij die in de winkel moeten worden gekocht.
In het lichaam
Dit is geen omvangrijk hoofdstuk en u hoeft geen arts te zijn om het te snappen. Marion legt de link tussen natuurlijke voeding en de natuur. Die loopt o.a. via micro-organismen en bacteriën, die spelen een belangrijke rol. In ons lichaam, maar ook in de aarde.
Ze noemt als voorbeeld de bodembacterie eleftheria terrae . Deze produceert teixobactine en dat is een antibioticum. De volgende zin luidt: Wilde planten ondersteunen je weerstand dan ook veel effectiever dan gekweekte groenten. De auteur bedoelt natuurlijk: teixobactine wordt door wilde planten opgenomen en als wij die wilde planten eten… maar misschien mag ze dit niet zo schrijven, omdat het sedert een paar jaar niet is toegestaan planten en kruiden geneeskrachtige werking toe te schrijven. Dat is alleen voorbehouden aan de farmaceutische industrie
.De ironie van dit alles is, is dat deze bacterie en het antibioticum pas recent zijn ontdekt (2014 respectievelijk 2015) en dat de werking tegen o.a. MRSA is vastgesteld. MRSA is de gevreesde ziekenhuisbacterie, waar geen antibioticum (uit de farmaceutische industrie) tegenop kon.
In een paragraaf ‘De ontbrekende schakel in onze voeding’ gaat De Kort verder in op de algemeen bekende voedings-, bouw en brandstoffen (vitaminen, mineralen, vezels, koolhydraten, vetten enzovoort). En aan de hand daarvan de werking en functies van onze spijsvertering, van mond tot anus. En daarin komt de rol van ontbrekende beschermende voedingsstoffen uitgebreid aan de orde: chlorofyl, bitterstoffen, slijmstoffen, looistoffen.
We gaan op pad
In de natuur. In dit deel passeren pakweg vijfendertig planten, bloemen en noten de revue. Vele kennen we wel als goed eetbaar, zoal brandnetel, zevenblad, daslook, paardenbloem, bramen en bosbessen, walnoten, meldesoorsten. 2017 Is door de Duitse natuurgeneeskundevereniging Theophrastus uitgeroepen tot het jaar van het madeliefje. Ja, ook dat veelvoorkomende plantje is eetbaar en heilzaam.
Dit deel is in een paar hoofdstukken gevat: voorjaarsgroen (o.a. brandnetel, kleefkruid, veldzuring, vogelmuur, winterpostelein), lente bitter (o.a. bijvoet, klit en kweekgras, madeliefje, en paardenbloem), zomerzoet (o.a. berkensap maar ook het blad, kaasjeskruid, teunisbloem), aroma puur natuur (o.a. daslook, engelwortel, kamille en munt). Het eindigt met wrange schatten (raad zelf eens!)
Elke plant wordt redelijk uitvoerig beschreven, wat er eetbaar en heilzaam aan is en – heel goed! – de auteur verwijst naar de recepten waarin ze kunnen worden toegepast. En zo is de cirkel rond en zijn we weer in het eerste deel beland.