Soms zeer persoonlijke plattelandsverhalen van een Friese veehandelaar, zonder veel opsmuk. Het speelt zich af tussen ca.1950 en nu. Ondanks een lichte neiging tot ‘Opa vertelt’ de moeite waard voor liefhebbers van moderne (agrarische) geschiedenis. En van Friesland. Tussen de regels voltrekken zich grote veranderingen.
Een korte recensie. Het is geen diepgravende literatuur, maar zeker interessant door het tijdsbeeld dat opgeroepen wordt. De schrijver en verteller, Bonne Speerstra, is veehandelaar in ruste in Friesland. Hij werd geboren in 1944, op een boerderij in het gehucht Tjerkwerd. Een van zijn oudere broers, Hylke, werd journalist en uiteindelijk een van de meest gelezen schrijvers in de Friese taal. Dus blijkbaar zit het schrijven in de familie. Overigens verschenen de verhalen uit ‘Loven en bieden’ ook al eerder in andere vorm in het Fries.
‘Loven en bieden’ is een verzameling korte verhalen en anekdotes, grotendeels chronologisch geordend. Beginnend bij herinneringen uit Speerstra’s vroege jeugd als jongste van 5 kinderen in het buurtschap Eemswoude. Daar stonden toentertijd zeven boerderijen en een paar arbeidershuisjes aan een onverhard pad. Vanwege het overal rondom de boerderij aanwezige water werd peuter Bonne regelmatig in een tuigje in de keuken vastgebonden, als moeder en meid niet op hem konden passen. Er waren dertig koeien, die tweemaal daags met de hand werden gemolken. De melk werd met paard en wagen opgehaald. De kinderen, eenmaal iets groter en met geweken verdrinkingsgevaar, gingen zelf naar school in het dorp. Maar er was ook veel tijd en ruimte om in het land vrij rond te zwerven en te spelen met wat voorhanden was. En om kattenkwaad uit te halen.
Gestolde verandering
Bonne Speerstra is een smakelijk verteller. Het zijn, op wereldschaal gemeten, zelden hele grote zaken die hij meemaakt. Maar op menselijke schaal wel. En dan vertelt hij er zonder opsmuk over, zelfs enigszins onderkoeld, en vaak met humor. Dat is prettig. De reikwijdte is toch wel duidelijk.
Als volwassen man, inmiddels veehandelaar, komt hij overal. Op de veemarkt, in het café, maar ook op vele boerenerven. Hij treft op de boerderijen van alles aan. Soms welhaast onhoudbare situaties: ziekte, invaliditeit, drankzucht, armoede. En ook in zijn eigen kring is niet alles rozengeur en maneschijn. De afdronk van die verhalen is dat vroeger zeker niet alles beter was. Eenzaamheid en verdriet zijn van alle tijden. Maar er ontstaat ook een beeld van een eenvoudiger leven, waarin heel hard gewerkt werd – gesloofd, zeg maar rustig. En waarin tegelijkertijd meer tijd en ruimte was. Altijd kon er koffie met koek af, of een praatje. Mensen kenden elkaar persoonlijk. De wereld was kleiner, maar daardoor was men fysiek altijd relatief dicht bij elkaar. Dat is nu echt anders. Dit boek is gestolde verandering. Lezen!