Water en droge zomers

De afgelopen jaren waren het lange, hete zomers. Het klimaat verandert en d\aar lijden planten en dieren onder. De tuin sproeien is al een dingetje, maar moeten we daarvoor leidingwater gebruiken, met de consequenties van dien? Vijfduizend jaar geleden wisten ze het al, de mensen die rond de Middellandse Zee leefden. Wat zij deden kunnen wij nu ook toepassen.

Een heel groot John Deere – foro: PxHere

De waterhuishouding in Nederland is een puzzel. Er wordt meer dan vroeger via gemalen weggepompt omdat de boeren met steeds grotere en zwaardere machines op het land rijden. Dit is letterlijk water naar de zee brengen.
En verder neemt de behoefte aan schoon drinkwater toe. Niet zozeer door meer inwoners, nee, wij willen vooral bij warm weer meer water verbruiken. Een bad in de tuin, de tuin sproeien, vaker een douche en drinken. Ook dat water wordt opgepompt, maar dan door waterleidingmaatschappijen.


Zo meten wij de waterstand van de Heelsumse Beek: 40 cm tussen de schoenen.

Het oppompen van drinkwater uit diepere bodemlagen, zorgt er voor dat beken droogvallen. En dat heeft weer consequenties voor de hele biotoop: waterminnende dieren – of het nu kikkers, slangen of insecten als libellen en juffers zijn – verdwijnen en daarmee ook weer insectenetende vogels. Enzovoorts.

In droge tijden wordt er in sommige delen van het land al een beroep gedaan op de inwoners om de tuin niet te besproeien.

Wat kunnen we zelf doen?

1. Op Twitter laat @onderhoudsarmoe genadeloos zien hoe onderhoudsvrij een tuin kan zijn. Want als je je hele tuin hebt betegeld, heb je geen planten die kunnen verdrogen. Maar zo’n tegeltuin is ook veel en veel warmer voor jezelf. Dus verwijder zo veel mogelijk stenen en tegels. Laat de regen in de grond lopen.

Foto met toestemming van @onderhoudsarmoe
Foto met toestemming van @onderhoudsarmoe

2. Besproei je tuin alleen als het hoog nodig is. Als je vaak besproeit, wortelen de planten minder diep en worden ze dus kwetsbaar voor droogte. Plaag de planten, daag ze uit dieper te groeien. En sproei dan ’s avonds, als de zon weg is.

3. Kies planten die bij je tuin passen. Heb je arme zandgrond en op het zuiden, dan kies je andere planten dan wanneer je in een polder met vette klei woont.

4. Hark je tuin niet aan. Een lekkere bovenlaag van verrot of half verrot blad en plantenresten werkt niet alleen als een spons, waardoor het water langzaam de grond in sijpelt; het schermt ook de onderliggende grond af tegen de verzengende hitte van de zon.
Dus in het vroege voorjaar de afgestorven planten gewoon laten staan of anders ergens begin maart met de hand afbreken en op de grond laten vallen. Het composteert, er gaan allerlei insecten in zitten en het is voedsel voor de weer opkomende en groeiende planten.

5. Regenwater is beter dan kraanwater. Kraanwater is te gezuiverd voor planten.

6. Ontkoppel je regenpijpen. Leg door de tuin een netwerk van pijp of slang met gaten – het beste is net onder de oppervlakte ingraven. (Er zijn zgn. zweetslangen te koop, maar voor een hoosbui zijn die te traag.)

7. Vang regenwater op. Dat kan met een eenvoudige regenton of fraaie regenzuil. Maar je kunt ook een stapje verder gaan. Sla regenwater op in een vijver of ondergrondse tank en gebruik dat water om de tuin te besproeien of de auto te wassen of, als je echt fanatiek wordt, de wc mee door te spoelen en je kan er zelfs de was mee doen.

Opslaan van regenwater

Basilica Cisterne Istanboel – eigen foto

Een sproeibeurt in de tuin betekent al snel een kubieke meter schoon leidingwater. Dat kost dan ca. € 1,50. Als je in een lange droge zomer regelmatig wilt sproeien, heb je een fikse hoeveelheid nodig.
Deskundigen als Gerrit Box van Kilian Water zeggen dat regenwateropslag – tegen de huidige waterprijs – alleen loont als je het hele jaar door er gebruik van maakt. Behalve voor de tuin, dan ook voor de wc en om de was mee te doen.

De volken die rond de Middellandse Zee leefden hadden al de cisternen: ondergrondse waterkelders. Misschien bekend geworden door de Romeinse bouwwerken, maar de oudste aangetroffen cisterne is van vijfduizend jaar geleden.

Onregelmatige regenval, moeilijk te bereiken grondwater, uitdrogende bronnen en beken. Dat was toen al voldoende reden om water ondergronds, onder gebouwen, op te slaan. Dus hier en nu weer.

Veere

De enige cisterne die we in Nederland kennen is er een van 200 m3 die in 1551 in Veere aangelegd, omdat de mensen toentertijd klaagden over slechte watervoorziening. Het water dat van het dak van de kerk liep werd opgeslagen. Het was tot 1938 in gebruik, toen werd Veere op de waterleiding aangesloten.

Waterkelder Wienerberg nabij Wenen, 41.500 m3, goed voor 130.000 huishoudens

Van het gas af, dan ook een waterkelder!

Of het nu het verbranden van fossiele brandstof als aardgas is (dit vinden wij ervan) of verstandig omgaan met water: we moeten veranderen omdat het klimaat verandert. Dus waarom nu niet waterkelders bouwen. Bij nieuwbouw en grote verbouw moeten ondergrondse watertanks worden aangelegd van zeventig kubieke meter of meer, dat is 70.000 liter. Dat mag onder de woning, dat mag naast de woning, onder een pad. Daar kan je je tuin mee sproeien en/of de wc mee doortrekken en zelfs de was mee doen. Want als je jaarrond opgevangen regenwater gebruikt loont het niet alleen voor het milieu, maar ook voor de portemonnee.

De overheid denkt voorzichtig in die richting. In de Visiebochure Afvalwaterketen (Routekaart 2030) van Unie van Waterschappen, VNG en AgentschapNL, vinden we onderstaande tekening:


2 gedachten over “Water en droge zomers”

  1. Ik ga zeker proberen zoveel mogelijk water te verzamelen. Ik heb maar een klein huurhuisje
    en een klein huisje. Maar wel een aparte tuin.met 2 watertonnen aan dakafvoer

    Beantwoorden

Plaats een reactie