Hoe het zo kwam
In de zomer van 2009 proefden wij rauw blad bij Maria van Maanen in haar Om De Tuin. Het was zo fris, stevig, sappig, knisperig, het vocht spatte in de mond uiteen. Een prachtige smaakherinnering – of beter: mondbeleving. Dus dat willen wij ook in onze tuin!
Malabar spinazie is geen echte spinazie (Spinacia oleracea). Het is een klimmer, die qua gedrag wel wat van haagwinde weg heeft, en goed gedijt in warme, vochtige zomers. In temperaturen waar de normale spinazie subiet schiet. Er zijn twee soorten: met rode stengel en groene bladeren (B. alba) en die met rode stengel en rode bladeren (B. rubra).
En, omdat het een zeer Aziatische groente is, gooien we er een aantal namen uit die regio tegenaan:
Historie
Op het aantal Engelstalige namen afgaand, is duidelijk waar en hoe uitgebreid het Britse koloniale rijk was. (Zowel Malabar spinach als Ceylon spinach zijn veel voorkomende benamingen.)
De plant komt (vermoedelijk) van oorsprong uit de tropisch warme streken in zuidelijk Azië, vooral India, Sri Lanka (Ceylon) en Bangladesh. Van daaruit Maleisië, Vietnam, de Filippijnen, (Indonesië) en China. En van daar is de oversteek gemaakt naar Afrika, de Caraïben en Zuid-Amerika.
Malabar spinazie wordt in de 19eeeuw volop in India en dan m.n. de gebieden Assam (Noordoost India, rechts van Bangladesh) en zuidelijk Bengalen (links van Bangladesh), geteeld. In Bengalen heeft bijna elk dorp er wel een heg van. De paarse stengels van de klimplant worden gebruikt voor kleurstof voor kleding. De rode kleurstof van de bessen wordt gebruikt voor o.a. schmink (rouge), in de voedingsindustrie en als (stempel-)inkt.
[Noot MergenMetz: Dit wil dus niet zeggen dat het in die gebieden voor 1800 amper werd geteeld. Misschien ook wel heel veel, maar dit is de enige notitie die wij dien aangaand vonden.]
Malabar spinazie wordt (uiteraard) commercieel geteeld in de aangegeven landen en gebieden, maar ook in Mexico en zuidelijke VS.
Kamerplant
Malabar spinazie bereikte Europa voor het eerst in 1688 en werd in Engeland in 1691 gekweekt. Vermoedelijk niet in de moestuin. Vast staat dat het in Franse tuinen tussen 1824 en 1829 wèl als een groente werd geteeld en in 1839 haalden de Fransen een betere variëteit in China. Daar waar druivenstokken gedijen, gedijt ook Malabar spinazie.
Maar B. rubra is bij ons misschien beter bekend als kamerplant.
Culinair
Het jonge blad en de stengels worden gebruikt als spinazie. Dus en/of ook: soepen, rauw in salades, roerbakken. Maar niet te lang verhitten of koken, anders wordt het slijmerig. Dit geldt m.n. de stukjes stengel. Slijmerige groenten is voor “ons Westerlingen” niet gewoon.
De groene Malabar spinazie blijft bij verhitting mooi fris groen, de rode verliest veel van haar kleur en wordt daardoor minder aantrekkelijk. De stengels smaken licht bitter. De bladeren hebben een zeer milde tot geen smaak. Andere bronnen vinden het wat van basilicum hebben – maar de ene basilicum is de andere niet – of zelfs licht zuur.
Heilzaam
Ook al hebben we er geen echt wetenschappelijk onderzoeksrapport kunnen vinden dat aan de volgende claims ten grondslag ligt, het is wel zo dat planten en oude geneeswijzen vaak als uitgangspunt voor de farmaceutische industrie gelden. Dus, ter kennisgeving:
- Jonge bladeren werken enigszins laxerend, helpen tegen maagpijn en constipatie na de bevalling.
- Het rode vruchtensap wordt als oogdruppels gebruikt tegen conjunctivitis (bindvliesontsteking).
- Fijngewreven blad wordt in Kenia op wonden gelegd. Het zou ook zwellingen verminderen en tegen acne werken.
- In zijn algemeenheid wordt in Oost-Afrika blad aan het vee gegeven en dat verhoogt de melkproductie. Misschien ligt daar een relatie met de Nigeriaanse overtuiging dat het de vruchtbaarheid van vrouwen verbetert.
Bewaren
In de landen van oorsprong maakt men er bij het oogsten gelijk bossen van, om verwelking te remmen. Door het hoge vochtgehalte van bladeren en stengel, zijn ze een dag te bewaren bij 20 tot 30°C. Langer bewaren kan in het groentevak van de koelkast. (Wij zouden ze daar in ruime plastic zak bewaren, om het vocht te bewaren.)
Voedingswaarde
Wij hebben geen waarden voor de rauwe groente kunnen vinden. Maar het is rijk aan vitamine A en C en bevat veel calcium en ijzer. Per 100 gram,gekookt:
caloriën |
erg laag: 23 kcal |
water |
92,50 gr |
voedingsvezel |
2,1gr |
mineralen |
veel: calcium (124 mg), ijzer (1,48 mg), magnesium (48 mg), fosfor (36 mg), kalium (256 mg), natrium (55 mg), zink (0,30 mg) en nog wat koper, mangaan en seleen. |
58 µg RAE = retinol active equivalents |
|
thiamine (B1) |
106 µg |
riboflavine (B2) |
129 µg |
niacine (B3) |
787 µg |
pantotheenzuur (B5) |
135 µg |
86 µg (of 0,086 mg) |
|
114 µg (waarvan nul foliumzuur) |
|
ascorbinezuur (C) |
5,9 mg |
vitamine D |
nul |
(alfa-tocopherol) |
nul |
nul |
Teelt
In onze gematigde streken is het een eenjarige, zeer snel groeiende klimplant met zachte stengel. In warme gebieden is het een meerjarige – tot een hoogte van 500 meter, maar overleeft ook in gematigde klimaat op 2600 meter [6]. De plant produceert stengels tot wel tien meter lengte. Naar mate de temperatuur lager is, groeit ze trager. Reken in De Lage Landen op een meter of twee. Een beetje zoals bonen.
Kleine tuinen en balkons
Daar Malabar spinazie vooral de hoogte verkiest, is ze uitermate geschikt voor kleine tuinen. Maar ook in een ruime pot op een balkon.
Zaaien |
Kruidachtige stekken en wortelstekken nemen kan ook. Maar dat is bij ons niet zo zeer van toepassing. |
Uitplanten |
Als er geen kans op vorst meer is. Dus na de IJsheiligen en dat is 11-15 mei. |
Oogst |
50-70 dagen na het uitplanten van de zaailingen. Indien ter plekke gezaaid, kan al na drie weken worden geoogst. Beter is de planten iets groeien (5-6 weken). Let op: houd twee à drie bladeren aan de tak, opdat vertakkingen kunnen ontstaan |
De start is traag, maar zo ongeveer in juli, als het goed warm wordt, gaat malabar spinazie ‘als een speer’.
Tip: Zo Malabar spinazie al gaat bloeien, neem dan de bloemen weg, dan produceert ze meer en betere scheuten
Overwinteren: U kunt aan het einde van het seizoen de plant sterk terugsnoeien en opgraven of stekken nemen en die in huis overwinteren. Als kamerplant.
Plantafstand:
klimmen als bonen (tent) in een lange rij: 20-30 cm in de rij; 60 – 100 cm tussen de rijen. |
|
Als er in een tipi (dus vier of meer stokken die boven samenkomen) geklommen wordt, 40×40 cm.
|
Water: Rijkelijk en kan goed tegen hevige regenval. Je zou zeggen dat het ideaal voor Nederland is. Kan ook tegen een korte droge periode.
Bemesting
Malabar spinazie is niet kritisch, maar ze houdt wel van een compostrijke grond met veel stikstof. Dus in elk geval niet bij de bonen planten, wel op het bladgroentebed. Of apart. Houdt van een licht zure tot basische grond: pH 5,5 – 8 (1 is erg zuur, 7 is neutraal). En houdt erg van stikstof. (Dat zal niet verbazen, gezien de bovengrondse groeikracht.) Dus gooi uw koffieprut erbij.
Bodem & standplaats
Volle zon, optimaal 20o – 35o C. Op licht beschaduwde plaatsen produceert ze meer sappige bladeren.
Rassen
n.v.t.
Zaadteelt
Niet van toepassing, daar de plant hier niet in bloei komt. Het is een kortedagbloeier, dus als er meer dan pakweg dertien uur daglicht is, wordt niet gebloeid. ‘s Zomers is het hier warm, maar ook lang licht. Mocht het wel in bloei komen en zaad geven: lees dit. |
Ziekten en belagers
In principe een vrij makkelijke en ongevoelige plant. Ook tegen insecten. Wel gevoelig voor wortelknobbelaaltjes. Een goede bemesting helpt daartegen. En natuurlijk het planten van Afrikaantjes – m.n. de lage soort. Die scheiden een geur af waar aaltjes een hekel aan hebben.
De degelijke, getrouwe naslagwerken die we altijd raadplegen, laten ons hier in de steek. Een streep erdoor!