Mashua (knolcapucien)

Mashua - knolTropaeolum tuberosum

Knolcapucien, mashua, añu (Nederlands); mashua, tuber nasturtium, anu (Engels); knollige Kapuzinerkresse (Duits); capucine tubéreuse (Frans); mashwa/ mashua/majua/mascho, añu, isaño/ysaño/yasno, cubio, papa amarga (Spaans in Zuid-Amerika); tropeolo del Peru (Italiaans)

Voor recepten met knolcapucien klikt u hier.


De naam

Mashua - bloem - kapucijner muts

Het ‘capucien’ in de Nederlandse naam doet denken aan kapucijners, dus komt raar over. Hoewel er in beide gevallen een verband is met de kapucijner monniken. De enige andere talen waarin dit voorkomt zijn Portugees (capuchinha-tuberosa), Frans en Duits.

Aangezien toentertijd zo ongeveer alles vanuit Zuid-Amerika naar Spanje werd verscheept en van daar uit Europa in, is het aannemelijk dat namen worden overgenomen c.q. verfranst, vernederlandst. In de Spaanse naam verwijst niets naar de kapucijner monniken, hoewel Spanje een katholiek land bij uitstek is – en toentertijd zeker was. In het Spaans zijn de originele namen, zoals die door de inheemse volken werden en worden gebruikt, overgenomen. Dat hadden wij ook moeten doen.


Mashua - kapucijner monniksmuts [1]

De knolcapucien is het broertje van de welbekende Oost-Indische kers (tropeaeolum majus), waarvan bloemen en blad ook eetbaar zijn. In Duitsland wordt dit Kapuzinerkresse genoemd. Omdat de bloeiwijze lijkt op de spitse kap (capuccio) van de kapucijner monniksgewaden [6]. Het kresse verwijst naar de pittige mosterdachtige smaak. Dus knollige Kapuzinerkresse is eigenlijk ‘knolvormende Oost-Indische kers’. Dat had een betere naam geweest. Wie verantwoordelijk is voor de Nederlandse naam, is ons niet bekend. Maar we willen het graag weten. (Wij introduceren hierbij mashua als vervangende Nederlandse naam. De naam die de Kichwa, een grote inheemse bevolkingsgroep in Ecuador, de plant hebben gegeven.)

Het Latijnse tropaeolum (vergelijk: trofee) wijst naar een overwinningsteken dat ook verwijst naar de schildvormige bladeren van de planten in deze familie.


Historie

Het gebied van de Andes wordt vandaag de dag erkend als een van de meest belangrijke bronnen van ons voedsel en de verscheidenheid in de wereld [3]. Uit deze bergketen komen zo’n zeventien knol- en wortelgewassen, waaronder de mashua (en ja, ook de aardappel). De herkomst is van pakweg Colombia tot Bolivia en een beetje Venezuela en een beetje noordwest Argentinië.

mashua - afbeelding aardewerk NazcaUit opgravingen in de Guitarrero grot  in Peru blijkt dat mashua vermoedelijk al zeer lang wordt gegeten, al vanaf zo’n 10.000 jaar voor Christus. Echte resten zijn in de Huachumachay grot gevonden en dateren van rond 1000 voor Christus. Op aardewerk van de Nazca van rond die tijd, staan fraaie afbeeldingen van mashua [11]. Bedenk dat tijdens het hoogtepunt van het Incarijk (1450 – 1535 n.Chr) twaalf miljoen mensen moesten worden gevoed uit de lokale opbrengst.


Mashua - Inca Garcilaso de la_Vega
Garcilaso de la Vega (Inca) die een bastaard was van zijn vader met dezelfde naam en een Inca prinses.

Rond 1582 werd voor het eerst in schrift kond gedaan van mashua door Antonio Bello Gayoso, in zijn stuk over Cuenca en de provincie. Later, in 1609, beschrijft Inca Garcilaso de la Vega de plant en de Jesuiet Barnabe Cobo beschrijft in 1639 het heel gedetailleerd. Hij schrijft ook dat de Inca leiders hun soldaten mashua te eten gaven om hun sexuele driften te onderdrukken. Ruíz en Pavón zijn het die de eerste en nog steeds geldende botanische beschrijving maken in hun ‘Flora Peruviana et Chilensis’ (1802) [11].

Hoewel één bron [10] zegt dat het voor Colombia een belangrijk gewas is, blijkt verder uit alles dat name Peru en Bolivia dè landen voor mashua zijn; daar is het een alledaags voedsel voor de armere mens. Ze noemen het yasno [4].
Mashua groeit tot op grote hoogte (2.400 – 4.000 meter – beste resultaten rond de 3.000 meter) in de Andes en kan (dus) wat kou hebben. De opbrengst in Peru, gezien als de grootste producent, was in het midden van de zeventiger jaren van de vorige eeuw circa 19½ ton, op ruim 5.000 hectare, nu, naar schatting, bijna 33 ton op ruim 7.000 hectare. Buiten Zuid-Amerika is mashua nauwelijks bekend [5]. Het wordt (werd) in Peru en Bolivia echter niet op commerciële schaal verbouwd, omdat het door de upper class als voedsel van de arme, inheemse bewoners wordt gezien

. Maar dat idee is aan het verdwijnen.[9] In Nieuw-Zeeland is men, naar verluidt, met de teelt begonnen.

Mashua - Ruiz y Pavon - totaal
Flora Peruviana et Chilensis met rechts de mashua afgebeeld.

Wanneer het naar Europa is gekomen, is onduidelijk. Er is door hobbytelers – zoals wij van MergenMetz – meer dan eens een poging gedaan, maar daar bleef het bij. Volgens [7] is er in de loop der geschiedenis wisselend aandacht geweest van Europese plantkundigen voor de t. tuberosum. Vilmorin-Andrieux (1885) probeerde (ook) de knollen onder de aandacht te brengen, door te stellen dat men in Europa de Zuid-Amerikaanse kooktechniek moest toepassen. En ja, een eeuw later (1986), stond er een artikel in The Garden

van een correspondent die in Schotland met succes mashua had geteeld: “[….] a highly perfumend vegeatble with a distinct, robust flavour, good with butter, salt and pepper or white sauce. Its strong flavour adds character to a stew. However it is not a vegetable you would want to eat every day.”
Volgens [11] is de sterke smaak de reden dat mashua ‘het’ niet heeft gemaakt, zoals de aardappel wel. (Hoewel dat ook pas sinds Napoleon is – lees dit.) Maar we kennen ook mosterds, radijs, rammenas, ui, knolfook met sterke smaken die je ook niet zomaar even eet.

De mashua (knolcaupcien) kwam laat naar Europa en is er eigenlijk nog amper.

Oost-Indische kers
Bekend is dat de Oost-Indische kers (tropaeolum majus) in 1684 uit Peru naar Europa gebracht [12]. Opmerkelijk is dat Dodoens honderdtien jaar eerder ook iets als tropaeolum vermeldt in zijn Cruydt Boeck (1574, vierde deel, Twintighste Boeck ‘Van de Water-cruyden ende dierghelijck ghewas). Hij heeft het over nasturtium aquaticum die qua beschrijving en dergelijke door deskundigen later als tropaeolum minus wordt benoemd – dit is een kleine Oostindische kers, als we het zo mogen zeggen die zowel voor wat betreft blad als bloem een mosterdachtige smaak heeft.
T. minus behoort tot de eerste Zuid-Amerikaanse planten die naar Europa werden gebracht en hier gecultiveerd. En nu is deze weer vrij onbekend.

Dodoens
Dodoens

T. minus wordt in Groot-Brittannië dwarf nasturtium genoemd (dit is dus Engels), en de Latijnse naam voor de waterkers-familie is (ook) nasturtium. T. minus wordt 20 cm hoog met een diameter van 35 cm. Dat is duidelijk geen t. majus (Oost-Indische kers), laat staan een t. tuberosum (Mashua). Volgens [4] bereikte T. minus in 1596 Engeland, via Spanje, Frankrijk en Vlaanderen (15 jaar na Cruydt Boeck). Dodoens had het zaad van de weduwe van een Keulse bankier gekregen, die op zijn beurt kind aan huis was bij de Habsburgers. Dus hij had het misschien al rond 1570 gekregen.

Waarmee we willen aangeven dat de komst van de mashua (t. tuberosum) naar Europa laat is. Na t. minus en na t. majus. Misschien wel in 1750 of pas in 1800. Daar hebben we niets over kunnen vinden.


Culinair

Mashua - de maat nemenAlles kan worden gegeten, blad, bloemen, knollen (10-15 cm) en om die laatste gaat het in dit geval. Ze kunnen rauw worden gegeten; dan hebben ze een zeer sterke peperige of mosterdachtige smaak c.q. zeer scherpe radijs. Dun gesneden in salades geeft pit!
Die smaak komt door het hoge gehalte isothiocyanaten (ook wel: mosterdolie).
Meest worden de mashuaknollen gestoofd of gebakken. Als een aardappel. Of aardpeer. Koken elimineert de cyanide en verbetert de smaak. Want eens de knol een beetje is verwarmd is het aangenaam met een licht zoetig anijssmaakje. Het wordt [9] ook veel voor soepen gebruikt.
Na een minuut of vijf worden de kleurige knollen wit. Jonge mashuas hoeven niet te worden geschild/gepeld, de oudere wel. Althans, dat is gangbaar in Peru.

Mashua - gebakken [1]De perfecte stoof uit de Andes bevat vlees, mashua, oca, aardappel, groenten (o.a. blad van mashua), quinoa, mais, rijst eieren en kruiden. Aldus [9].

Door de knollen in het zonlicht te leggen, een wijd verspreide methode in de Andes, neemt de zoetheid toe en daalt het cyanideniveau voor het koken.
En er wordt meel gemaakt uit de knollen van mashua; net zoals er aardappelmeel bestaat.

Thayacha is een gerecht waar het in wordt gebruikt. De knollen worden ’s nachts aan vorst blootgesteld en de volgende dag met rietsuikersiroop gegeten. Volgens [4] en [7] worden ze eerst gekookt en daarna gevroren. [7] Maakt het nog fraaier door te stellen dat ze na het vriezen tot poeder worden gestampt. [9] Zegt dat het eerst wordt bedekt met melasse en daarna gevroren.

Opmerkelijk genoeg staat er niets over deze groente in Gran Cocina Latina, het alom gelauwerde boek van Maricel Presilla over de keukens van Zuid-Amerika. Misschien behoort armenvoedsel niet tot de Gran Cocina?


Bewaren

In tegenstelling tot andere knollen, hebben ze geen wasachtige buitenlaag en drogen dus snel uit. Maar tot zes maanden in een (zeer) koele, goed geventileerde, donkere plaats moet lukken [9]. Maar dat geldt niet alle rassen of culrivars.
In de grond is het beste. Zo doen ze dat ook in Zuid-Amerika, opgraven wanneer je het nodig hebt om te eten. Wij hebben een kuil in het bos.

Voedingswaarde

In vergelijking tot andere knollen en wortelgroenten uit de Andes, heeft mashua erg veel vitamine C, net als thiamine (B1), riboflavine (B2) en lipieden. Pakweg vier maal zo veel als aardappel. Dubbel zo veel kalk en veel meer eiwitten. Kortom, een gezond gewas! 
In [8] is mashua opgenomen in een overzicht met de 24 meest zetmeel of inuline leverende knolgewassen van over de hele wereld.

Rauw, gemiddeld per 100 gram (volgens [11]): 

calorieën 35-50 kcal
water 79,2-93,8 gr
eiwitten (proteïne) 1,5 gr
vet 0,7 gr
koolhydraten 8,9 gr (zetmeel)
voedingsvezel 0,9 gr
suikers 3,5 gr
disachariden 2,9 gr
mineralen calcium (12 mg), ijzer (1 mg), fosfor (0,7 mg); kalium (1,5 mg)
Vitaminen:  
vitamine A 10 µg
thiamine (B1) 100 µg (0,1 mg)
riboflavine (B2) 120 µg
niacine (B3) 0,67 mg (670 µg)
pantotheenzuur (B5)  
vitamine B6  
folaten (totaal – B11/ B9)
cobolamines (B12)
ascorbinezuur (C) 77,5 mg
vitamine D  
vitamine E (alfa-tocopherol)  
Vitamin K (phylloquinone)  
Aminozuren 5-12 mg tryptofaan, 35-69 mg lysine, 22-46 mg threonine, 25-88 mg valine, 25-44 mg isoleucine, 35-56 mg leucine, 13-62 mg tyrosine, 1,4-29 mg cysteine
Lipiden:  
Verzadigde vetten  
Enkelvoudig onverzadigd  
Meervoudig onverzadigd  
Cholesterol  

Nul is ook een waarde, maar waar niets is ingevuld is onbekend.

Gezondheid

Mashua - WikicommonsHet is bewezen een anaphrodisiacum, d.w.z. dat bij de mannen de lusten worden onderdrukt en een erectie wordt geremd. Bij testen op ratten bleek het testosteron met 45% te dalen [16]. Volgens [15] werd er gevriesdroogde mashua gebruikt van 1gram/kg (90% is water). Dus een man van 65 kg moet pakweg 650 gram mashua per dag eten. Het duurde bij de ratten elf dagen voor de effecten merkbaar en het dubbele aantal dagen voor ze weer weg (hersteld) waren.

In de Andes bevelen mannen het aan als voedsel voor vrouwen, maar eten het zelf niet. Doch het is bekend dat vrouwen het in het eten verwerken om te voorkomen dat hun mannen ontrouw worden.
Voor mannen onderdrukt het de mannelijkheid, voor vrouwen betekent mashua verbetering van de vruchtbaarheid. Er wordt gemeld (J. Leon, 1964) dat vrouwen het eten om kinderen te krijgen [13].
We zijn in de literatuur een waarschuwing tegen gekomen dat het beter is geen mashua tijdens zwangerschap te eten. Of het waar is en waarom is onduidelijk. Maar we kunnen ons er iets bij voorstellen, daar bekend is dat het invloed heeft op de hormoonwerking van testosteron (vnl mannenhormoon). Dus misschien worden de ongeboren vruchten al meteen tot het vrouwelijke geslacht gevormd.

Mashua bevat p-methoxybenzyl isothiocyanaat. Dat is de orrzaak van veel van de toegekende heilzame werkingen. Volgens enigszins wetenschappelijke beweringen [11] is mashua goed voor lever en nieren en verlicht het problemen met prostaat en urinewegen (breekt nier- en blaasstenen af [14]). Het is urine-afdrijvend. Het helpt tegen huidaandoeningen (eczeem), ontstekingen en malaria koorts. En het doodt luizen. Niet vreemd dat Mashua’s zus, de Oost-Indische kers, in 2014 in Duitsland door de Universiteit van Würzburg was uitgeroepen tot heilzame plant van het jaar.

Teelt

Mashua - park Rennes - Wikicommons Nicolas Grandjean
Mashua in het park van Rennes – foto: Wikicommons, Nicolas Grandjean

In de Andes is de mashua wel wat gewend. Koude, wind, arme grond? Het maakt niet uit. Als een Oost-Indische kers groeit ze rijkelijk en neemt gauw een meter. Hoogte circa 50 cm. Daarmee is ze tevens een onkruidonderdrukker. Ze kan – met hulp – klimmen en tot 2 meter reiken.


Mashua kan wel een beetje vorst hebben (-1o C gaat, -5o C is dodelijk, tussen -2o en -4o is herstel mogelijk), maar alles (blad en knol) blijft onaangetast boven de 4o Celsius.
Gedurende korte tijd doorstaat de plant +30o C.
Bloei begint drie tot vijfmaanden na planten en blijft dan vrolijk anderhalve maand voort duren. 

Zaaien n.v.t.
Uitplanten Plant de middelgrote knollen medio maart, als er geen stevige vorst meer is te verwachten. Anders voortrekken in ruime potten binnen of in een koude kas. De knollen kunnen worden bijgesneden, maar zorg ervoor dat er minstens twee ogen in het stuk ziijn. De stukken een paar dagen buiten zonlicht laten herstellen/drogen.Plant 5 – 10 cm diep (kleine hoger, grote dieper).
Oogst Na 220-245 dagen (6-8 maanden); de knollen (5-15 cm) liggen, als aardappels, dicht onder het oppervlak. Aangeraden wordt te wachten tot de eerste lichte  nachtvorst. Mashua is een kortedagplant, d.w.z. dat de knollen zich vormen als het daglicht 12 uur of minder is (9 uur optimaal). Reken op eind september dat er pas knolvorming begint. Een koud najaar zorgt er voor dat er geen knollen ontstaan.Een plant kan meer dan 4 kg leveren.

Mashua - oogstDe opbrengst is rijk. In de landen van herkomst bedraagt het 20 tot 30 ton per hectare [9] – onder experimentele omstandigheden is 70 ton (70.000) gehaald. Dat is net zo als of beter dan aardappelen (gangbaar professioneel 40-50 ton/hectare). Alleen zijn aardappelen minder makkelijk te telen dan mashua. En net als bij de aardappel kan mashua worden aangeaard om de productie te verhogen[11].
In de Andes combineert men mashua met aardappel, oca of olluco, of met andere gewassen als tuinbonen of quinoa. Soms ook met maïs. En soms plant men het om aardappelvelden heen om ziektes en insecten te weren. Zelden of nooit is het een monocultuur.

Plantafstand: 1 meter in het vierkant of op ruggen, 1 meter uit elkaar, en tussen de planten, in de rij op de aarden rug 70 cm.

Water: Mashua houdt wel van een stevige bui. Doet het goed in mistig en bewolkt weer [9].


Bemesting

Lichte bemesting mag, dat gebeurt in de Andes ook. En anders wel veel organisch materiaal: compost. Behalve wat uit de praktijken van de inheemse bewoners geleerd is, is er weinig bekend.

Bodem & standplaats

In de Eetbare Siertuin van MergenMetz
In de Eetbare Siertuin van MergenMetz

U moet zich voorstellen dat ze op pakweg 3½ km hoogte in de Andes groeien op hellingen met veel wind, rotsbodem met een dun laagje aarde en veel water. Kortom, voor de Lage landen geldt: Zon, in elk geval licht. Mashua doet het ook goed op arme grond, maar een gezonde vruchtbare bodem met organisch materiaal vindt ze nog lekkerder. Zuurgraad 5,3 – 7,5 pH (licht zuur tot neutraal). De grond moet wel goed afwaterend zijn.


Rassen

Mashua is er in diverse kleuren: wit, rood, bijna zwart, gespikkeld, geel. Met de kleur is de smaak ook iets verschillend. Er zijn zo’n 300 verschillende rassen van de mashua opgeslagen in genenbanken in Peru. Maar ook in Ecuador in Quito bij INIAP worden ze bewaard. We noemen er een aantal met de lokale namen [11]:  

Yana-añu Zwart (donker paars)
Checche-añu Grijs
Ckello-añu Geel
Muru-añu Paars
Yurac-añu Wit
Zanahoria-añu Als een wortel (peen)
Zapollo-añu Als een pompoen
Quillo-mashua Geel
Putsu-mashua Geel met rode strepen
Sucsu-mashua Geel met roze strepen
Mashua-chaucha Vroeg rijp
Mashua-shira Geel met paarse stippen
Mashau-zapollo Geel of geel met rood
Huaka hasta Lang en wat krom
Take-añu Goed om te bewaren
Sangre de Cristo (Bloed van Christus) Geel met rode strepen

En hele officiële benamingen:
t. tuberosum var pilifera (Colombia): lang, slank, diepe inkepingen wit met soms paars-roze uiteinden.
t. tuberosum var lineogaculata (Colombina, Peru, Bolivia): wit met rode stippen.
t. tuberosum ssp. silvestre (Kita-añu, wilde mashua).
t. tuberosum var. lineamaculatum ‘Ken Aslet’ (sierplant, lage productie)

Zaadteelt

Wat een diversiteit aan gekleurde knollen - foto Wikicommons, Micheal Hermann
Wat een diversiteit aan gekleurde knollen – foto Wikicommons, Micheal Hermann

Meest wordt met klonen gewerkt, dat betekent dus knollen herplanten. Maar de kloonplanten bloeien ook en zetten makkelijk zaad – net als de Oost-Indische kers. Het zijn zelfbestuivers. De bloemen zijn zygomorf.
Er is weinig wetenschappelijks bekend over reproductie via zaad. Maar uit onderzoek van 1976-1977 is bekend dat de bloei 3 à 4 maanden is na het opkomen van de plant en deze 1 – 1½ maand duurt. Bloemen zijn 8-15 dagen open. Zaden kunnen geoogst en gedroogd worden tot een laag vochtigheidsgehalte (zoals normaal zaad wordt geoogst en gedroogd). 

Noot 11 januari 2015: Wij hebben geen ervaring met het telen van deze plan uit zaad, maar het zou ons niet verbazen als het sterk overeenkomt met Oost-Indische kers.


Ziekten en belagers

Het is een beetje omgekeerde wereld: Mashua verjaagt allerlei ongewenst gedierte; insecten, nematoden (aaltjes) en andere pathogenen (parasieten, bacteriën). Dus uitermate geschikt om tussen andere gewassen te planten.
Maar ook moet worden gezegd dat mashua zelf gevoelig kan zijn voor bepaalde aandoeningen, zoals snuitkevers – hetgeen door andere bronnen wordt tegengesproken. Kortom: een makkelijk gewas.

[1] Neglected Crops: 1492 from a Different Perspective. 1994. J.E. Hernándo Bermejo and J. León (eds.). Plant Production and Protection Series No. 26. FAO, Rome, Italy; [2] Wikipedia DE, NL, EN, 09-01-2015; [3] Andean Root and Tuber Crops: Underground rainbows, HortScience, Vol 38, april 2003; [4] Sturtevant’s Edible Plants of the World; [5] Food Plants of the World; [6] Website Universität Würzburg 09-01-2015; [7] The Oxford Companion to Food; [8] Planten voor Dagelijks Gebruik;[9] Lost crops of the Incas; [10] Pocket Guide to Nine Exotic Andean Roots and Tubers, Consortium for the Sustainable Development of the Andean Ecoregion (CONDESAN), International Potato Center, 1993; [11] Mashua, International Plant Genetic Resources Institute (IPGRI), 2003; [12] Jahrbuch Bochumer Botanische Vereinigung, 2014; [13] The Añu and the Maca, Timothy Johns, Journal of Ethonbiology, december 1981; [14] Mashua, Ethnobotanical Leaflets, Southern Illinois University Carbondale, 17-05-1999; [15] Cultivariable.com, 11-01-2015; [16] Anti-reproductive and other medicinal effects of Tropaeolum tuberos um, Journal of Ethnopharmacology, maart 1982

 

2 gedachten over “Mashua (knolcapucien)”

    • Ah. Okay. Leek me duidelijk uit de tekst, bij geen of zeer geringe vorst is het meerjarig: de eens geplante knol vermeerdert zich en dan lopende nieuwe knollen vanzelf weer uit. Bij Teelt staat ook wanneer de knollen moeten worden geplant. Is een aardappel meerjarig? Het is vergelijkbaar.

      Beantwoorden

Plaats een reactie