Plantago coronopus ssp, coronopus ook (onjuist) Plantago coronopifolius
Hertshoornweegbree, veversblad (Nederlands); Krähenfuß-Wegerich, Hirschhorn-Wegerich, Mönchsbart, Kapuzinerbart, Ziegenbart (Duits); plantain corne de cerf, courtine, plantain corne de bœuf, pied de corbeau (Frans); buck’s-horn plantain, minutina, erba stella (Engels); erba stella, barba del frate, minutina (Italiaans); hierba estrella(Spaans)
Naam
De geslachtsnaam Plantago is van het Latijnse plantaris, dat voetzool betekent. Dat heeft niet zozeer betrekking op de hertshoornweegbree als wel op de ronde en misschien zelfs de smalle weegbree. Coronopus is uit het Grieks samengesteld uit koronoy (kraai) en pous (voet). Volgens Uilkens [11].
Merkwaardig is dat Italiaanse barba del frate en het Duitse Kapuzinerbart op de vertaling lijken van het Nederlandse kapucijnerbaard, dat echter een “wilde”, losbladige vorm van witlo(o)f is. Het Italiaanse barba del frate wordt ook gebruikt voor Salsola soda, die wij monniksbaart noemen. Enfin, waarmee we willen zeggen dat Latijnse namen duidelijker zijn.
De naam ‘veversblad’ waart door de geschiedenis over de wereld in diverse artikelen, maar is zeer vermoedelijk een fout. Vilmorin-Andrieux vermeldt het ook in Les plantes potagères. Weversblad is een oude naam voor smalle weegbree (zie o.a. Meertensinstituut over plantnamen.)
Het ‘hertshoorn’ in de naam is natuurlijk gerelateerd aan de getande vorm van een hoorn van een hert, en aan de kamerplant met die naam c.q. hertshoornvaren. Hertshoornweegbree is een weegbree met slank getand blad. Het is een zogenaamde halofyt, een plant die goed gedijt op zoute gronden.
Historie
Het is een in Nederland (en Europa en Azië) inheemse plant die m.n. in zilte (zoutachtige) streken voorkomt. Langs de (Atlantische) kust, in de duinen.
Anders dan dat het een wilde plant is, is er weinig over bekend als groente. Het is wel een geliefde plant voor allerlei biologisch onderzoek.
Plinius de Oudere vermeldt in zijn Naturalis Histria (boek XXVII, hoofdstuk 65) de plant holosteon (de Griekse naam). De ene wetenschapper zegt dat hertshoornweegbree wordt bedoeld de andere Plantago holosteum. Wat Plinius duidelijk beschrijft is dat het blad heel lichtjes behaard is. Dat brengt al een aardige schifting aan in de mogelijke weegbrees. Maar wat het werkelijk was?
Hieronymus Bock vermeldt het in 1546 in zijn Kräuterbuch en noemt het Kräen- oder Rappenfüßlein omdat het volgens hem ‘einem Vogels Klawen gleich‘ was. Volgens [13] was de plant in het bijzonder geliefd in Italië, Frankrijk en de Nederlanden.
In Dodoens Cruydeboeck (1554) staat het hoofdstuk Van Crayenvoet. “Der cruyden die heden daechs onder den naem van Crayenvoet begrepen worde, vindt men hier te lande twee gheslachten” en dan de afbeeldingen van Hertshoren (Pseudo coronopus) en Crayenvoet (Coronopus ruellii). Hij schrijft dat het vrijwel identiek is aan weegbree en dat het goed is voor de urinewegen; meer specifiek: “…. seer goet ende sonderlinghe bevonden tseghen dat bloet pissen…”
Ook Mathias de Lobel vermeldt de hertshoornweegbree ( Herts-horen oft Craeyenvoet) in zijn Kruydtboeck (1581).
In oude kruidboeken wordt het Coronopus, Cornu cervinum of Herba stella genoemd, waarschuwt [10]. Het was Linneaus die deze plant onder de Plantago schaarde [11].
Joachim Camerarius vermeldt in zijn Hortus medicus et philosophicus (1588) dat het in tuinen wordt geteeld, iets wat de meeste botanici in de zestiende en zeventiende eeuw deden.
De Brit John Gerard heeft noemt het Cornu cervinum in zijn The Herbal (1597). Maar vermeldt ook de naam in andere talen, zoals Hertzhooren in het Nederlands. Hij kent er geneeskracht voor de ogen aan toe:
“The leaves of Buckes-horne boyled in driken, and given morning and evening for certainie daies together, helpe most wonderfully those that have sore eies, watery or blasted, and most of the griefes that happen vnto the eyes.”
In moestuinen
Het werd, volgens John Ray, in 1686 in Engeland echt geteeld. Maar Benjamin Townsend schreef in The Complete Seedsman (1726): “Het komt in alle zaadlijsten voor, maar zelden in de tuinen.”
Werd het dan echt niet meer in moestuinen geteeld?
Jawel, in Beschryving van de Moes- en Keuken-Tuin, van Johann Hermann Knoop (1796) wordt een pagina aan het Herts-Hoorn gewijd. Aan het einde lezen we dat het in noordelijke deel van de Lage Landen geen gangbare groente was. “Meer in Braband, Frankryk en elders.”
En in het Groot Warmoezeniers Handboek van T.F. Uilkens (1855) worden enkele bladzijden aan deze groente gewijd. Voornamelijk aan de beschrijving van het geslacht en de soorten, maar uiteindelijk zegt hij: “De bladeren van deze plant, welke eenen aangenamen, iets zamentrekkende smaak hebben, worden als toekruid bij de salade genuttigd en zoo als wij bij Ruëll aangeteekend vinden, ook op zich zelf of in azijn ingelegd, gebruikt. Voor de geneeskunde vinden wij in de latere werken er geen gewag van gemaakt….”
Maar nog geen zestig jaar na Uilkens komt hertshoornweegbree niet (meer) voor in het Leerboek voor de Groenteteelt (1913).
Tegenwoordig is het onder andere in Californië een plaag doordat het stevige matten kan vormen en (dus) andere planten verdringt.
Hertshoornweegbree wordt professioneel in Noord-Italië en het Zwitserse kanton Tessin op beperkte schaal wordt geteeld. Hertshoornweegbree kent weer een kleine opleving dankzij de hype van vergeten groenten. (Waar het verschijnen van het boek [7] in het jaar 2000 van aan de wieg stond. Peter Bauwens heeft het toentertijd vertaald als Het Grote Boek der Vergeten Groenten.)
Culinair
Het is in principe een wintergroene plant. Een heuse vitaminebron in de duistere tijden.
Toprestaurants willen zich onderscheiden en gebruiken – of is het alweer: gebruikten? – af en toe hertshoornweegbree.
Het blad kan gekookt als ook rauw worden gegeten. Jong blad gaat rauw uitstekend in salades. Wij vinden dat het smaakt als gras, hoewel ‘men’ het een aromatische smaak (licht bitter, een beetje zurig en misschien wat zout) toekent. Maar ja, dat kan je van vrijwel alles zeggen. Gras dus.
Een handje gemengd door een rauwkostsalade is misschien smakelijk en vooral origineel.
Ouder blad is duidelijk bitterder. Dat is dan beter te koken of met wat boter worden te stoven en bijvoorbeeld in of met pannenkoeken worden gegeten. Of bij vis. Of in een groententaart of -quiche.
De bloemknoppen zijn ook goed eetbaar en smaken wat notig.
Wij mengen het door sla of ‘wilde spinazie’. Kijk hier voor onze recepten
Gezondheid
Hiervoor zijn al een paar aspekten genoemd. [13] gaat iets verder: heilzaam bij diarree, longaandoeningen, hondsdolheid. Als sap of hete thee werkt het blad zuiverend en net als alle andere weegbrees een middel tegen hoesten en verkoudheid.
Bewaren
Twee a drie dagen koel [7].
Voedingswaarde
Er is nauwelijks iets bekend over de voedingswaarde. We doen een poging met wat we hebben gevonden, o.a. [15] voor smalle weegbree. Per 100 gram, rauw:
calorieën | kCal |
water | gr |
eiwitten (proteïne) | gr |
vet (lipiden) | gr |
koolhydraten | gr |
voedingsvezel | gr |
suikers (totaal sucrose, glucose, fructose, lactose, maltose, galactose) | gr |
disachariden | |
mineralen | natrium mg; kalium mg; calcium mg; magnesium mg; fosfor mg; ijzer µg; koper µg; zink µg, mangaan µg; selenium µg; silicium Vet gedrukt is veel, cursief is redelijk aldus [15] voor smalle weegbree |
Vitaminen: | |
Retinol (A) | rijk (bèta caroteen: veel) |
thiamine (B1) | rijk |
riboflavine (B2) | μg |
niacine (B3) | μg |
pantotheenzuur (B5) | μg |
vitamine B6 | μg |
folaten (totaal – B9/ B11) | μg (foliumzuur: lees dit nieuwsbericht) |
cobolamines (B12) | |
ascorbinezuur (C) | rijk, vergelijkbaar met veldsla, dat zou dan plm 38 mg zijn |
Vitamine D | |
vitamine E (alfa-tocopherol) | μg |
Vitamin K (phylloquinone) | μg |
Aminozuren | |
Lipiden: | (zie hieronder) |
Verzadigde vetten | mg |
Enkelvoudig onverzadigd | mg |
Meervoudig onverzadigd | mg |
Cholesterol | |
Betaine | |
Choline | mg [15] aanwezig |
Lycopeen | μg |
Luteïne en zeaxanthine | μg |
Nul is ook een waarde; leeg is onbekend
Teelt
De plant wordt tussen de 5 en 25 cm hoog en ze houdt wel van een beetje zout.
Eenjarig, zeer winterhard en dus soms tweejarig door de penwortel. Rozetvormig. De plant is eenhuizig en een zelfbestuiver (door de wind).
Deze zgn. vergeten groente hebben we in 2004 in de moestuin gehad. Eenmaal in de moestuin gehad hebbende, zaait het zichzelf uit en is het “dus” een onkruid, net als de gewone weegbree die we kennen en het elders in de tuin doet.
We hebben het later in de Eetbare Siertuin aangeplant, daar is het verdwenen – of het zaad heeft gezet en is uitgezaaid, weten we niet. We lazen ergens ‘Highly adaptable to different environments’ maar dat is vermoedelijk niet het geval.
Zaaien | Het vroege voorjaar (maart, april) of in de herfst. Ter plekke. Lichtjes met aarde bedekken en wel vochtig houden. |
Uitplanten | n.v.t. wel uitdunnen: de planten kunnen redelijk in omvang worden, dus 15-30 cm ertussen is een goed minimum. |
Oogst | Na een week of zeven het jonge blad plukken. |
Plantafstand: De rozetten kunnen tussen 10 en 40 cm breed worden, dus 30 – 40 cm
Water: geen bijzonderheden; de ene bron zegt dat het goed tegen droogte kan, de ander zegt ‘niet te droog’. Gieten zorgt wel voor mooie, sappige bladeren.
Bemesting
Geen gegevens. Maar uit het feit dat de plant in de kuststreken (duinen) voorkomt, mag blijken dat hij het ook op arme grond goed doet.
Bodem & standplaats
Zanderige grond, mag wel wat humus bevatten. Zon, halfschaduw (dat is waar de plant nu als “onkruid” groeit).
Rassen
Geen gegevens over.
Zaadteelt
Gezien het feit dat de plant verwildert…. niet erg moeilijk. Het is wel heel erg fijn zaad en drie jaar houdbaar.
Ziekten en belagers
Te veel schaduw is een uitnodiging voor meeldauw.
Literatuur: [1] Food Plants of the World; [2] Handboek Ecologisch Tuinieren; [3] Planten voor Dagelijks Gebruik; [4] Groente & Fruit Encyclopedie; [5] Wikipedia 19-04-2008 en 16-12-2019 [6] USDA National Nutrient Database for Standard Reference; [7] Le Grand Livre des Légumes Oubliés (Jean-Baptiste & Nicole Prades); [8] CABI Invasive Species Compendium; [9] CABI Invasive Species Compendium; [10] Sturtevant’s; [11] Groot Warmoezeniers Handboek; [12] Mrs. M. Grieve A Modern Herbal; [13] Das Lexikon der alten Gemüsesorten; [14] Cornucopia; [15] Groot Handboek Geneeskrachtige Planten, 7e druk; [16]
Merci voor dit leuke artikel! Onze bio-groentenboer hier in Frankrijk verbouwt het (Plantain corne de cerf) ook. Zaden zijn hier gewoon te koop en op plantenmarkten staan vaak plantjes in pot te koop.
Enkele jaren geleden had in een plantje spontaan (waar vandaan? geen idee) tussen de voegen van het terras, op het zuidwesten ( met in de ochtend soms schaduw). Het stond wel in de buurt van de waterpomp, maar die staat tevens circa 25 cm lager. Het was het daarop volgende jaar verdwenen, jammer. het was ook een mooi plantje. Voel me nu geïnspireerd het weer te zaaien.