Achilles Cools is een artistieke duizendpoot en een bezige bij. Toch schreef hij een boek over mieren. Fijnzinnige observaties uit eigen tuin combineert hij met allerhande gedachtespinsels en wetenswaardigheden over de mier. Een nieuwe wereld opent zich. Dat alles in rijk rollend Vlaams-Nederlands en opgeluisterd met prachtige tekeningen van de auteur. Ik heb er van genoten.
In ‘Mijn-Mieren-Hoop’ beschrijft Cools een mierenhoop in zijn tuin en het leven van de mieren daarin. Maar het boek waaiert ook uit; naar andere dieren in de tuin en naar de wijdere omgeving, de natuur, de buren. En naar vervlogen tijden – vooral naar Cools’ jeugd, waarin zijn liefde voor de nabije natuur werd gevormd.
Het zijn geen beschrijvingen die a priori gericht zijn op informatieoverdracht, maar beeldende teksten, die het gevoel oproepen van een zoele voorjaarsavond en je laten delen in de observerende, verwonderde blik van Achilles Cools.
Hier en daar, vooral tegen het einde van het boek, sijpelt ook kritiek op de houding van de mens ten opzichte van de natuur door. En angst en droefenis over het verlies aan biodiversiteit en de ongeïnteresseerdheid die daaromheen hangt. Dit boek is een aanrader met een grote A.
Titel | Mijn – Mieren – Hoop – Een slim superorganisme in de tuin – Wat bosmieren ons leren |
Van | Achilles Cools |
Uitgever | Noordboek |
ISBN | 978 90 5615 781 4 |
Verschenen | 15 september 2021 |
Prijs | € 22,90 |
Verkrijgbaar bij | Kies voor de boekhandel van steen en cement. En àls je een webshop prefereert, kies dan deze. |
Duizendpoot en bezige bij
Achilles Cools is een artistieke veelkunner. Hij schildert, tekent en schrijft, maar maakt ook installaties en houwt beeld. Vogelliefhebbers kennen hem misschien van de twee deeltjes die hij leverde aan de vogelserie van Atlas Contact: De kauw en De goudvink. Maar, zonder de goudvink tekort te willen doen, Cools is toch vooral een kauwenman. Veel van zijn artistieke werk is doordrongen van kauwen. Die fascinatie kan ik invoelen: Ik koester mijn herinneringen aan Gerrit, een tamme kauw die een tijdlang in ons gezin verbleef toen ik een jaar of tien was. Het kan niet veel langer dan een half jaar geweest zijn, maar Gerrit maakte een onuitwisbare indruk. Grappig, karaktervol, slim en super sociaal. Nog jaren heb ik in de buurt stiekem rondgekeken of ik hem ergens zag, of hij zich misschien los zou maken uit een groep kakelende, rondbuitelende soortgenoten en naar me toe kwam.
Van kauwen naar mieren
De stap van kauwen naar mieren lijkt reuzegroot maar is dat eigenlijk niet. Zowel kauwen als mieren leven de mens zeer nabij en zijn in het geheel niet zeldzaam of moeilijk te vinden. Ze zijn overal om ons heen, in onze tuinen, steden en parken, ze zijn ‘gewoon’. Ze leven met ons, naast ons. Maar juist in dat gewone schuilt zoveel bijzonders. Achilles Cools is een kei in het beschouwen en optekenen daarvan.
Zowel kauwen als mieren zijn super sociale dieren, die in groepen leven en waarbij de groep kracht en intelligentie brengt die het individu nooit kan bereiken. Een fascinerend gegeven voor ons, individualistische mensen. Waar zouden wij zelf eigenlijk zijn zonder de kracht van onze samenlevingen?
“De wereld is even broos en gecompliceerd als een spinnenweb. Wat wij doen is echter niet alleen het web aanraken, maar we scheuren er grote gaten in.”
In de achtertuin gebeurt het
Dit boek leest als een trein – voor Nederlanders doet de Vlaamse tongval misschien hier en daar wat wonderlijk aan, maar dat maakt het extra speciaal, een beetje exotisch.
Wel jammer dat er behoorlijk wat storende spelfouten in deze uitgave zijn geslopen. Maar de meanderende taal volgt op fantastische wijze de meanderende gedachtenstroom van de schrijver, met zijn vele geweldige observaties, in de natuur om hem heen die ook altijd in beweging is.
Aanrader.
Eerder beschreven we de veldgids mieren. Misschien leuk, voor als je net zo bevlogen van de dieren wordt als Cools.
De mierenhoop langs het pad langs de bosrand op de Wolfhezer Heide werd in het voorjaar en zomer van 2021 meerdere keren kapot geschopt door mensen die tijden de corona-lockdown gingen wandelen in de natuur. De mieren bouwden eerst weer op, maar hebben ten langen leste een nieuwe hoop, vijftien meter dieper het bos in, gebouwd. Mieren zijn niet gek.,