Plant in het zonnetje: Krent

De krentenboom is in sommige delen van het land niet weg te denken. Maar we plukken er, in tegenstelling tot bijvoorbeeld Noord-Amerika, nauwelijks de vruchten van. Het is een fraaie, bescheiden meerstammige boom met lekkere vruchten die in menig tuin past.

Juneberry (junibes), noemen de Engelsen hem. Toepasselijk dus voor een bericht op de rand van juni over het krentenboompje – of simpelweg de krent, Amelanchier. Er zijn meerdere soorten maar Amelanchier lamarckii is de meest bekende en de meest aangeplante. Het zijn kleine tot grote heesters en allemaal dragen ze vroeg in het voorjaar een wolk van witte bloesem, vanaf juni opgevolgd door donkere vruchtjes. Dat die eetbaar zijn, en zelfs erg lekker, weet lang niet iedereen. Maar de vogels wel.

Amerikaans krentenboompje (Amelanchier lamarckii) in volle bloei – foto: AnRo0002 ,Wikimedia Commons

Heester van het noordelijk halfrond

Het geslacht Amelanchier valt onder de rozenfamilie, net als appels. Het kent ongeveer 25 soorten. Ze komen van nature voor in noordelijke regionen en zijn dus, zonder uitzondering, goed winterhard. De meeste stammen uit Noord-Amerika, maar er zijn er ook een paar Europees inheems. Het is opmerkelijk dat in Noord-Amerika de krent veel wordt gegeten, en zelfs commercieel wordt geteeld, terwijl het in Europa helemaal geen bekende vrucht is.

De Eetbare Siertuin

In onze Eetbare Siertuin staat een krent (A. lamarckii) die inmiddels aan de forse kant is. Schitterend, maar niet meer zo handig te plukken. Het overgrote deel van onze bessen verdwijnt dan ook in de magen van de diverse gevederde bewoners van onze tuin. Ik gun het de vogels van harte, maar een beetje jammer is het wel, want wij vinden de krentenbessen ook heel erg lekker. Misschien zouden we moeten overwegen een paar klein blijvende heesters te planten in de moestuin, onder de netten. Daar staat nu een aantal zwarte bessen (Ribes nigrum ‘Big Ben’) naast zwarte appelbessen (Aronia melanocarpa). Een kleine krent past daar misschien best bij.

Groeiwijze

Een krent is van nature meerstammig, vaasvormig en wijd uitgroeiend. Hij is volledig winterhard en is niet erg kritisch qua standplaats, hoewel dat wel enigszins verschilt bij de diverse soorten (zie hieronder). Je komt ze ook in boomvorm tegen; meestal zijn ze dan geënt op een onderstam van meidoorn of lijsterbes. Dan kan de behoefte van de plant qua standplaats anders zijn, dus laat je goed adviseren.
Je kunt een krent overigens zelf tot boomvorm snoeien. Persoonlijk vind ik het een schitterende heester zoals hij is. En als je de juiste soort of cultivar kiest, die niet zo snel groeit en niet zo groot wordt, past hij ook in een kleine tuin. Vanuit Noord-Amerika verschijnen steeds meer hoogproductieve rassen die niet zo groot worden. Handig om de bessen te plukken.

Krentenboompje in Eetbare Siertuin – eigen foto
Meerstammigheid – eigen foto

De krent bloeit op het kale hout en mede daardoor is de bloei zo spectaculair. Een wolk van witte bloemetjes. Daarna pas verschijnt het blad. De bessen zijn er vrij vroeg, in juni, maar rijpen onregelmatig af, wat het grootschaliger plukken bemoeilijkt. Je moet er iedere dag even langs lopen om een handje te snaaien. Ze smaken zoet. Volgens velen behoren ze tot de allerlekkerste bessen. De smaak doet denken aan bosbessen, maar toch ook weer niet helemaal. En de structuur is anders, ze zijn wat drogiger, knapperiger, steviger – een beetje als een appel, waar de krent dan ook naaste familie van is.

Een paar soorten uitgelicht

Amelanchier lamarckii
Amerikaans krentenboompje. Een forse struik, die wel 12 meter hoog kan worden (er bestaan dus ook kleinere rassen). Groeit goed op humeuze, licht vochtige tot vrij droge standplaatsen in halfschaduw en kan ook goed tegen wat zuurdere grond. Hij is redelijk ingeburgerd in Nederland en je komt hem vooral tegen op de hoge zandgronden in het oosten en zuiden van Nederland, waar het zich soms invasief kan gedragen. De bloempjes zijn vrij groot (1-2 cm lange kroonblaadjes) en de herfstkleuren zijn prachtig.

Amelanchier alnifolia
Saskatoonbes. Deze komt uit het westen van de Verenigde Staten en Canada, en noordelijk tot in Alaska. Voor de duidelijkheid: de stad Saskatoon in Canada is naar de bes vernoemd, niet andersom. Het was voor de oorspronkelijke bewoners van die streken een belangrijke voedselbron en is nog steeds de meest commercieel geteelde bes. De saskatoonbes is makkelijk qua grondsoort, zolang het niet al te natte en zware klei is. De bloemen van deze soort zijn vrij groot, tot 2 cm, en zijn meer geclusterd dan bij andere soorten. De bessen zijn wat ook wat groter. De heester zelf wordt niet zo groot en er zijn compacte cultivars in de handel zoals ‘Smoky’ (2,5 m hoog) en ‘Obelisk’ (zuilvormig).

Amelanchier ovalis
Het Europees krentenboompje. Een vrij kleine heester die maximaal zo’n 4 meter hoog kan worden. De enige soort die van nature in Europa voorkomt, vooral in berggebieden. Houdt van een warme plek met kalkrijke droge grond, liefst rotsig. Dat is dus heel anders dan bij de Amerikaanse en Canadese krentenboompjes. Het blad is aan de onderzijde donzig, waardoor het beter tegen droogte kan, en ziet er grijsgroen uit. Deze soort heeft vrij grote bloemen, 1 tot 2 cm. In Nederland is de soort niet inheems. Lekkere bessen en schitterende herfstkleuren.

A. ovalis zoals die groeit in berggebieden in zuidelijk Europa – foto: Stefan Lefnaer, Wikimedia Commons

Amelanchier laevis (syn. grandiflora)
Drents of grootbloemig krentenboompje. Stamt echter uit Noord-Amerika. De naam is dus enigszins verwarrend. Sommige bronnen zeggen dat er door vermenging nauwelijks nog onderscheid te maken is tussen verschillende Noord-Amerikaanse soorten van de Amelanchier, en dat het nu dus beter is om ze allemaal als A. lamarckii aan te duiden. Maar goed, deze A. laevis is struikvormig, wordt maximaal 6 meter hoog, dus beduidend kleiner dan A. lamarckii. Bloeit van april tot mei en de witte bloemen zijn groter dan van andere soorten. De vruchtjes houden een roodachtige kleur. Deze soort krijgt minder spectaculaire herfstkleuren. Er zijn cultivars op de markt zoals ‘Ballerina’ die rijker bloeien en nog grotere bloemen hebben.

Amelanchier canadensis
Canadees krentenboompje. De struik groeit op vergelijkbare plaatsen als zijn Amerikaanse neef A. lamarckii: vochtige tot droge, zure zandgronden aan bosranden. Maar de A. canadensis krijgt minder mooie herfstkleuren en heeft kleinere bloemen. In tegenstelling tot de andere krentenbomen, waarbij de vruchten bij het afrijpen donker(der) worden, blijven deze mooi rood. Is minder populair en je komt hem in Europa nauwelijks tegen.

De bessen van A. canadensis blijven rood – foto Maxime Laterreur, Wikimedia Commons

Foto met bessen voorpagina/thumbnail: Agnieszka Kwiecień, Nova – Wikimedia Commons

Plaats een reactie