Optische verschijnselen in Nederland

Optische verschijnselen zijn zaken in de atmosfeer waar licht en deeltjes aan te pas komen. Daarover verscheen dit prachtige boek. Het heeft eigenlijk geen extra aandacht van ons nodig, want de schrijver Peter Paul Hattinga Verschure is ook al regelmatig te horen bij Vroege Vogels. Maar het is moooooooi. Dus toch extra aandacht.

In ‘Optische verschijnselen in Nederland’ vind je alle spelingen van het licht die ooit in Nederland zijn waargenomen (voor zover we weten). En ook nog wel een paar die nog niet zijn gezien. Denk daarbij aan zonsondergangen, regenbogen, halo’s, poollicht. En vele, minder bekende, zaken. Allemaal verschijnselen die worden veroorzaakt doordat licht in de atmosfeer iets tegenkomt – een waterdruppel, gas uit een vulkaan, stuifmeel van planten…

Een fascinerende wereld van waarnemingen opent zich voor de leek, zoals ik zelf (ik kijk eigenlijk alleen naar de lucht als er een vogel vliegt). En ook voor wie al wat meer weet, is dit boek een aanwinst vanwege de volledigheid, de prachtige foto’s en de verhelderende schetsen. Hoe de uitgever dit boek zo mooi heeft kunnen maken voor deze prijs is mij een raadsel. Een dikke aanrader dus.

Een geweldig boek, schitterend uitgegeven. Koop het als je meer van de wereld wil weten. En blader er af en toe in. En geniet.

TitelOptische verschijnselen in Nederland
VanPeter Paul Hattinga Verschure
UitgeverNoordboek
ISBN978 946 4710 922
Verschenen6 september 2023
Prijs€ 39,90
Verkrijgbaar bijAlle boekhandels en indien u online wenst te winkelen, raden we deze aan, zodat de boekhandel van steen en cement kan blijven bestaan.

Drie delen

Rotstekeningen in Utah – de symbolen worden in het boek verklaard

Dit boek bestaat uit drie delen. Het middelste deel heeft opnieuw de titel van het boek: ‘Optische verschijnselen in Nederland‘. Daar ligt dan ook het zwaartepunt, ook qua aantal pagina’s (ruim 200 van de in totaal ongeveer 360). Maar vlak het eerste deel niet uit. Je zou het een zeer uitgebreide inleiding kunnen noemen (60 pagina’s) maar dan doe je het tekort.

De titel van deel 1 is ‘De waarnemende mens‘ en het gaat over geschiedenis, netwerken van waarnemen, maar ook over hoe ons brein waarneemt en hoe we onszelf kunnen helpen goed waar te nemen. Verdraaid fascinerende zaken.

Het derde deel tenslotte heet nogal prozaïsch ‘Bijlagen‘. Daarin vind je een schat aan aanpalende en verdiepende informatie die de hoofdtekst niet gehaald heeft. Fijn dat er toch plek in het boek gevonden is hiervoor – dit maakt onder andere het verschil tussen een interessant en leesbaar mooi boek en een werkelijk bruikbaar boek voor de dieper gravende mens.

De waarnemende mens

Wat een rijkdom wordt hier naar voren gebracht. Rotstekeningen uit Utah, de Hemelschijf van Nebra, Aristoteles, Hildegard von Bingen – allemaal komen ze voorbij. Ze buitelen als het ware over elkaar heen. Misschien wil de schrijver soms wel té veel vertellen. Over proberen je omgeving te duiden, via goddelijke visioenen, tot ontluikende wetenschap. Allemaal gelinkt aan optische verschijnselen die mensen in alle tijden hebben waargenomen en op hun eigen manier, binnen hun eigen referentiekaders, probeerden te verklaren of te begrijpen. Of te gebruiken als machtsmiddel.

Dan gaat het boek verder in op het waarnemen zélf. Dat is namelijk nog niet zo makkelijk. Er is veel ruis en veel interpretatie. Ons brein wil graag dingen interpreteren, ons ego wil soms zo graag iets zeldzaams zien. De drang of wens om iets te zien kan leiden tot missers. Maar ook: in de alledaagse realiteit zijn de beschreven verschijnselen vaak minder duidelijk te zien dan de perfecte voorbeelden in boekjes. Dat maakt het lastig, maar soms ook teleurstellend. Als het gaat om betrouwbaarheid haalt Hattinga Verschure een militair principe aan: ‘Four eyes, two nations‘. Oftewel, wetenschappers houden ervan als een verschijnsel door meerdere mensen is gezien en gemeld, liefst onafhankelijk van elkaar.

Tenslotte brengt het inleidende deel ook nog praktische informatie over het hoe en waarom van waarnemen en vastleggen van dit soort atmosferische verschijnselen. Gebruik bijvoorbeeld een dode hoekspiegel. Of een lasglas. En ga nooit zomaar koffie drinken bij je oma zonder opschrijfboekje en kleurpotloden op zak.

Overzicht van optische verschijnselen

En daar gaan we dan, in deel twee, met een zeer uitgebreid scala aan beschrijvingen van alle verschillende in Nederland waargenomen verschijnselen (en soms worden ook aanpalende verschijnselen kort beschreven, die voor zover men weet nog niet in Nederland zijn waargenomen). Aan bod komen achtereenvolgens lucht (waarom die blauw is, zonsondergangen, luchtspiegelingen), waterdruppels (met onder andere de regenboog, maar nog veel meer), ijskristallen (halo’s!), fijnstof (saharastof, zeezout, rook etc), pluizen en pollen, schaduwen en spiegelingen, en deeltjes in de hoge luchtlagen (poollicht!).

Waar te beginnen. Het is allemaal geweldig. Ik weet nu waarom de lucht blauw is. Ik weet dat de groenige flits die ik meerdere malen dacht te zien in een zonsondergang, een echt bestaand verschijnsel is. Ik weet ook dat je zelf een cyanometer kunt maken om te meten hoe blauw de lucht is. Dat wil je toch?

Het boek staat uiteraard vol prachtige foto’s en verduidelijkende schetsen. Die schetsen zijn vaak van een aandoenlijke eenvoud, met gekleurd potlood en vulpen op papier dat toevallig voorhanden was, en ze zijn zó in het boek gereproduceerd. Het maakt het boek nóg aantrekkelijker want deze simpele tekeningen laten zien hoe het soms gaat; je bent niet altijd bewust op pad om waarnemingen aan het zwerk te verrichten, maar soms ga je ook gewoon koffie drinken bij je oma. En dan kom je onderweg ineens een fantastisch verschijnsel tegen. De mens achter de waarneming piept in deze schetsen tevoorschijn.

Het poollicht komt ook aan bod, bij het hoofdstuk over deeltjes in de hogere luchtlagen. Met prachtige verhalen van ooggetuigen – “Ooh, moatst no ris sjen!”- en de notie dat het grootste poollicht ooit in Nederland waargenomen, dat van 13 maart 1989 moet zijn geweest (voor zover we weten). In sommige plaatsen belden mensen de brandweer vanwege de rode gloed. (“Waar was ik toen?” denk ik dan. Helaas gemist.) Overigens is het noorderlicht tegenwoordig lastig goed te zien vanwege lichtvervuiling – dat geldt natuurlijk wel voor meer verschijnselen uit dit boek die in de schemering of in de nacht voorkomen. Jammer.

Tenslotte

Deel drie van het boek bestaat dus uit bijlagen. Die zijn leuk. Om te beginnen bijlage 1 waarin je foto’s vindt van alle wolkentypen. Dit boek gaat niet over wolken, maar de auteur moet hebben gedacht (net als ik) dat je toch eigenlijk geen boek kunt opleveren dat gaat over naar de lucht kijken, zonder iets over wolken erin. En dan is er bijlage 5 om in te grasduinen: de frequenties waarin optische verschijnselen worden gezien. Ik houd ervan. Bijvoorbeeld: de meeste regenbogen worden in oktober gezien. En lichtende nachtwolken dan weer vrijwel exclusief in juni en juli. Tussen 1975 en 1980 werden er uitzonderlijk veel moving ripples gemeld. En tussen 1990 en 1995 zagen veel mensen in Nederland een ring van Bishop (gerelateerd aan de uitbarsting van de Pinatubo vulkaan op de Filipijnen).

Het is een prachtig verzorgd, geweldig boek.

Lichtende nachtwolken

Plaats een reactie