Wie de Volkskrant leest, kent ze misschien al, de honderd korte dierenverhaaltjes die samen dit boek vormen. Want ze verschenen eerder in die krant. Maar stel dat u ze niet allemaal heeft uitgeknipt en bewaard, dan is er nu dit boek. In charmante korte pennenstreken schetst Caspar Janssen het dier in zijn omgeving, en de mensen eromheen. Met prachtige illustraties.
Tussen voorjaar 2021 en zomer 2023 reisde Caspar Janssen door Nederland en ontmoette mensen die hem hielpen naar dieren te kijken of te zoeken. Dat leverde per dier een kort artikel op (anderhalf tot twee pagina’s, meestal), waarin het dier centraal staat, maar met veel aandacht ook de leefomgeving wordt opgetekend. En telkens ook aandacht is voor een of meerdere onderzoekers of liefhebbers die de schrijver mee op pad nemen – en die ongelofelijk veel weten. En soms boeren of andersoortige bewoners op wier erf een en ander zich afspeelt. De stukjes werden eerder gepubliceerd in de Volkskrant maar zijn nu, soms bewerkt en hier en daar wat verlengd, in boekvorm uitgegeven. Mooie levensechte illustraties van elk dier werden gemaakt door Margot Holtman.
Titel | Aard van het beestje |
Van | Caspar Janssen, met illustraties van Margot Holtman |
Uitgever | AtlasContact |
ISBN | 978 9045 0494 03 |
Verschenen | 4 oktober 2023 (dierendag) |
Prijs | € 29,99 |
Verkrijgbaar bij | Alle boekhandels en indien u online wenst te winkelen, raden we deze aan, zodat de boekhandel van steen en cement kan blijven bestaan. |
Alle dieren doen mee
Van groot tot klein (laten we zeggen… van edelhert tot gele weidemier), van gewoon tot zeldzaam (merel tot grote vuurvlinder), van onooglijk tot prachtig (kwabaal tot wielewaal). Vissen, vogels, insecten, zoogdieren, amfibieën… Alle dieren mogen meedoen. En ook alle regio’s van Nederland komen wel een keertje voorbij. Janssen is zelf nauwelijks aanwezig in de stukjes, hij legt vooral vast. Af en toe geeft hij fijnzinnig kleur aan de verhaaltjes, bijvoorbeeld door subtiele emotie, of humor. Zoals bij de steenuil, waar vijf jonge steenuiltjes in een nest gecontroleerd worden en dan op de arm van de schrijver worden gezet.
“Heel rustig zitten ze daar en kijken me aan. Dat laat je dus niet onberoerd.”
Of bij de wolf, waar hij een dag met een over de Veluwe heeft gelopen, zonder het dier te zien, maar dat was ook de bedoeling, want wolven horen schuw te zijn en mensen uit de weg te gaan.
“Intussen is onze missie geslaagd: we hebben geen wolf gezien. In het besef dat hij er wel is. Dat maakt zo’n wandeling onmiskenbaar een stuk spannender.”
Al met al een fijn boek voor iedereen die van dieren en van de (Nederlandse) natuur houdt. Door de korte stukjes, de mooie platen en de klare taal ook heel fijn voor de dierenliefhebber die niet zo’n grote lezer is. Je hoeft het niet in een keer uit te lezen (maar het mag natuurlijk wel).
Naschrift
Als we naar onze eigen woon- en leefomgeving kijken, staan momenteel twee dieren, die in het boek aan de orde komen, middenin de actualiteit:
Beekprik
Ons erf sluit aan op het natuurgebied Wolfhezer Heide en bossen. Daar meandert de Heelsumse Beek en ooit zwom daar de beekprik, een primitieve – dus heel oude – vis. Maar nu niet meer. Sinds het begin van deze eeuw wordt ze als verloren beschouwd. Maar er is hoop: Provincie Gelderland heeft vrij recent besloten tot een herstelprogramma en dat betekent terugkeer van de beekprik.
Edelhert
Iets verderop ligt het Renkums Beekdal. Rond 2000 ontstond het plan Veluwe 2010 om ervoor te zorgen dat (groot) wild van midden Veluwe water konden bereiken. Daartoe werd een aantal zogenaamde poorten gedefinieerd. De Renkumse Poort loopt via het Renkums Beekdal, dat ruw gras kent en drassig is, naar de Neder-Rijn. Het edelhert aan de Rijn is het doel.
“Als het aan de edelherten zelf lag, zouden ze in de winter van de Veluwe naar de voedselrijke uiterwaarden trekken, maar dat kan niet,” schrijft Caspar Janssen op pagina 83.
Er loopt een weg dwars door het beekdal, waaraan een drietal huizen liggen. Ter plekke is dus sprake van een flessenhals in deze ecologische corridor. (Edelherten zijn schuw, mijden mensen en vluchten dan het bos in. Maar ze houden van sappige gronden.) Op dit moment wil iemand in die flessenhals een huis bouwen – een schuur (donker, geen geluid, geen licht) veranderen in een woonhuis. Op 1 november 2023 besluit de gemeenteraad.