Van Gazon naar Gras is een kleurig boekje met mooie foto’s. Deels praktische informatie en voorbeelden over hoe je om kunt gaan met het gras in je tuin zodat de natuurwaarde omhoog gaat. Deels plantengids voor graslandplanten. Niet heel diepgaand maar wel een goed startpunt om je gazon te vergroenen (figuurlijk gesproken).
Een tuin met een strak gemaaid en afgekant knalgroen gazon is voor sommigen nog altijd het hoogst haalbare. Niet voor ons, en ook niet voor Arie Koster, de schrijver van dit boek die een lange loopbaan in natuurlijk en inheems groen achter de rug heeft. Hij laat zien dat je op verschillende manieren je saaie gazon kunt omvormen tot een levendig, biodivers graslandje. En slaagt er in om weg te blijven van ingewikkelde diepgaande verhandelingen, waardoor het praktisch en zeer leesbaar is gebleven. Fijn, want als het om adviezen gaat over gras, gazon en maaien zie je soms door de bomen het bos niet meer.
Titel | Van Gazon naar Gras – meer natuur in de tuin |
Van | Arie Koster |
Uitgever | Noordboek Natuur |
ISBN | 978 94 6471 026 7 |
Verschenen | 9 december 2023 |
Prijs | € 19,90 |
Verkrijgbaar bij | Ga bij voorkeur naar de echte boekhandel van steen en cement. Als je toch online wil kopen, neem dan deze webwinkel. Of bestel hier. Dan steun je een goede lokale boekhandel. |
Fietsend door Holland
Arie Koster, de schrijver van dit boek, fietste in de zomermaanden van 2022 meer dan 2500 kilometers door Nederland. Overal onderweg bekeek hij tuinen, meestal alleen voortuinen of zijtuinen. Hij maakte foto’s van mooie voorbeelden en beschreef wat hij zag. Een van de hoofdstukken van dit boek is daaraan gewijd. Het leuke is dat het zeker niet alleen maar perfecte plaatjes zijn, maar juist soms een beetje onopvallende of zelfs onooglijke hoekjes. Hoekjes, die door hun relatieve wildheid toch meerdere inheemse plantensoorten bevatten en daardoor een klein (of groter) haventje zijn voor biodiversiteit.
Praktische insteek
Over maaien en zaaien bij natuurlijke grasmatten en bloemenweides staan in twee korte hoofdstukken toch veel praktische wenken. Wanneer je het best kunt maaien blijkt geen wetmatigheid, maar afhankelijk van allerlei factoren zoals bodemsoort, vochtigheid en het weer. Er valt natuurlijk nog veel meer over te zeggen, maar daarvoor moet je het boek maar kopen.
Twee hoofdregels zijn er wel:
[1] gebruik zo licht mogelijk materieel, en
[2] voer het maaisel altijd af. En o ja, een derde hoofdregel:
[3] klepelen (waarbij alles kapot geslagen wordt en blijft liggen) is nooit goed.
Zaaien kan een manier zijn om de natuur een beetje te helpen; het kan anders lang duren voor in een knalgroen gazon allerlei andere planten vanzelf tevoorschijn komen. Doe het wel met beleid, zegt Koster. Gebruik liefst lokaal zaad (binnen een straal van 30 kilometer), de planten zullen beter aangepast zijn aan de lokale omstandigheden, en je ondersteunt genetische diversiteit. We moeten niet overal zaad gebruiken van dezelfde herkomst. Een ander goed idee is om niet hele vlakken in te zaaien, maar stukjes. Een plant die zich in jouw grasveld thuis voelt, zal zich vanzelf gaan uitbreiden.
Plantengids met beheerswenken
Dit boek lijkt vormgegeven te zijn om bij de eerder bij Noordboek verschenen boeken van Martin Stevens te passen, zoals ‘Tuinieren met Wilde Planten‘ en ‘Wilde planten in eigen tuin‘. Zeker een mooie set met deze toevoeging die over het gazon gaat, waar de boeken van Martin Stevens meer over de borders gaan.
Er staan in dit boek overigens wel degelijk veel planten; sterker nog: ongeveer driekwart van het boek is meer een plantengids. Je vindt er inheemse planten die in grasland of bloemenweide thuishoren. Ze zijn onderverdeeld in zeer algemene planten, die je ook als onkruid zou kunnen zien (groep A) en zich minder spontaan vestigende planten (groep B). Dan is er ook nog groep C, waarin je bollen en knollen vindt die in grazige situaties voorkomen. De plantbeschrijvingen zijn voorzien van mooie foto’s, maar belangrijker, bij elke plant is vermeld hoe deze beheerd moet worden om het best tot zijn recht te komen. Wilde peen (Daucus carota) bijvoorbeeld moet volgens Arie Koster één tot tweemaal per jaar worden gemaaid, maar het moment van maaien hangt samen met welke andere soorten er voorkomen.
Andere aanverwante boeken
In het kader maaien en beheren van graslanden vonden we in de kast terug het dunne boekje ‘Het Onkruidboek’ van Reinhard Witt en Katrin Kaltofen. Uitgebracht in Nederland door KNNV Uitgeverij, alweer in 2022. De titel van dat boekje dekt niet helemaal de lading; het gaat voor een groot deel namelijk over het zo slim en optimaal mogelijk beheren van (inheemse) groenvoorziening. De oorspronkelijke Duitse titel zegt dat ook: ‘Naturnahe Pflege leicht gemacht‘. De focus ligt hier overigens meer op de openbare ruimte, of op grote tuinen. Maar grasvelden, bloemenweiden en groene zomen komen dus ruimschoots aan bod, onder andere met een mooie tabel van maai- en snoeiperiodes:
Aanbevelenswaardig aanverwant is tenslotte nog het boek ‘Levende bermen‘ van Tijs van den Boomen, Marion de Boo, Michel Heesen, Paul Roncken en Rita van Biesbergen. Het dateert van 2020; wij schreven er een goed jaar geleden een recensie over. Kijk hier.