Prachtige bomen

Leestijd: 10 minuten (misschien lang voor 2024, maar het boek is het waard)

Inhoudsopgave

Bomen is een overweldigend mooi boek over….. bomen. Het is bijzonder rijk geïllustreerd en bekijkt de bomen vanuit velerlei gezichtspunten. ‘Van wortel tot blad’ luidt de ondertitel. Er is meer dan dat, namelijk ook symbiose met andere gewassen en dieren, waaronder wij, de mens.

Dit boek is september 2022 verschenen. De reden dat deze recensie pas nu verschijnt, is de extra aandacht die we er aan wilden schenken. Hierbij.

Het is een boek waarin zo ongeveer alle aspecten van bomen worden besproken of, in het uiterste geval, aangestipt. Gezien deze breedte van de opzet en de beperkingen van een gedrukt boek, is het logisch dat als je echt meer van het een of ander wilt weten, een specifiek boek aanschaft.

bomen
bomen

De auteur, Paul Smith, is heel lang actief in de natuurbescherming en sinds 2016 secretaris-generaal bij Botanical Gardens Conservation International. Hij was mede-auteur van diverse rapporten, onder andere State of the World’s Trees voor het IUCN World Conservation Congress. En daarvoor was hij hoofd van de Millennium Seed Bank in Londen.

Hij presenteert in dit boek op een heldere en schier allesomvattende manier het belang van bomen voor de mensheid, de gezondheid van de aarde en voor onze toekomst. Veel prachtige foto’s, figuren en statistieken maken het een lust voor het oog. Van zaden, basten, wortelstelsels, de grootste en kleinste bomen, bloemen, vruchten, je kan het bijna zo gek niet verzinnen, of het wordt besproken.

Met adembenemende fotografie, schitterende illustraties en verhelderende infographics beschrijft expert Paul Smith alle facetten van bomen: van zaden en vormen tot fruit, bloemen en bladeren, van ingewikkelde bast- en bladpatronen tot de structuur van wortels en takken.

Dit boek is daarmee een grote, fraai uitgevoerde, monumentale uitgave over bomen, bomen in het algemeen als wezenlijk onderdeel van ons leven op deze aardkloot. Iedereen die een beetje van bomen houdt, zou het moeten lezen. En hebben.

TitelBomen – van wortel tot blad
VanPaul Smith
UitgeverTerra
ISBN978 90 898 990 88
Verschenen23 september 2022
Prijs€ 45,00 (geen geld voor zo’n mooi boek)
Verkrijgbaar bijGa bij voorkeur naar de echte boekhandel van steen en cement. Als je toch online wil kopen, neem dan deze webwinkel. Dat is echte.

Sta je wel eens stil bij een boom? En vraag je je dan af wat een boom eigenlijk is, wat de betekenis ervan is voor de natuur en biodiversiteit? Voor de mens? En hoe veel verschillende bomen er wel niet zijn. Het wortelt, het heeft blad, het groeit – hoe hoog wil een boom gaan? – het verliest blad en hoe plant de boom zich voort? Hoe wil ze worden bevrucht? Vallen de zaden? Moeten vruchten worden gegeten en het zaad elders uitgepoept. En hoe lang blijven ze kiemkrachtig? Op al deze vragen krijg je in dit boek een antwoord.

De negen hoofdstukken bespreken telkens een kenmerk en allerlei eigenschappen die dat kenmerk kan hebben. Elk kenmerk, zoals bijvoorbeeld ‘bast’, wordt in woord en beeld uitgediept. Van ‘Zaden’ tot ‘Bomen en wij’ dat eigenlijk meer over de menselijke kenmerken en eigenschappen gaat, zoals bouwmaterialen, meubels, stedenbouwkundige aspecten.

We bladeren wat door de hoofdstukken om een indruk te geven. (We hebben geen afbeeldingen uit het boek overgenomen, wel soortgelijke, rechtenvrije.)

Zaden

Bomen kokosnoot
Cocos nucifera aan het strand – foto: Chris Bray, Wikimedia Commons

In de zomer van 2011 maakten we een grote tour met een camper door de Verenigde Staten. We bezochten ook het Sequoia National Park in Californië. Deze mammoetbomen laten hun zaden pas vallen als er brand is (geweest). De zaden vallen in de as en kiemen daar. Andere planten laten hun zaden wel regelmatig vallen, maar die kiemen pas als er een vuurzee overheen is gegaan. In bomen (en andere gewassen) zijn wonderbaarlijke overlevingsmechanismen ingebouwd.

Cocos nucifera heeft zaden die meer dan duizend kilometer dobberen op zee en kiemen waar ze aanlanden. Andere blijven binnen een meter of tien van hun moeder. En heb je je ooit afgevraagd waarom zaden verschillende kleuren hebben? De mens en zaden is een relatie die gestalte krijgt in onder andere zaadbanken. Daar is de bekende op Spitsbergen, maar in Engeland ook Kew’s Milennium Seed Bank. Of wat dacht je van de zaadkathedraal, de Britse inzending voor Expo 2010 in Shanghai?

Zaad kathedraal, Brits paviljoen in Shanghai – foto: Carsten Ullrich, Wikimedia Commons
Binnen, in het paviljoen, zaden op de uiteinden – foto: Stefano Meneghetti, Wikimedia Commons

Bladeren

Dat bladeren verkleuren in de herfst is bekend en dat heeft een reden -lees: ‘Waarom zijn herfstbladeren rood?’ Maar waarom verschillen alle bladeren van vorm en dikte? Verdamping kan ermee te maken hebben, maar dan verwacht je in een en dezelfde biotoop allemaal dezelfde bladeren. En dat is niet zo. We hebben in onze Eetbare Siertuin een Ginkgo biloba. Ze groeit heel langzaam op de arme grond; het is een ‘fossiele’ boom met bijzonder blad. Een jaar geleden schreef Maartje over Het Grote Bladerboek. Dit hoofdstuk overlapt ten dele dat boek en voegt ook aspecten als oppervlakte, textuur en meer toe.

Herfstbladeren van Tom Thomson (1915) – Wikimedia Commons

Vorm

“In een regenwoud waar bomen elkaar vooral beconcurreren om licht, is het gunstig om een lange, rechte stam te hebben, met helemaal bovenaan een ronde kroon.” Dat vinden de houthakkers ook. Maar dit hoofdstuk bespreekt de hoogste, dikste, breedste, oudste en wat dan ook. Zo behoort de Dipterocarpus costatus tot de langste boomsoorten van Azië. Ook klimaat bepaalt de vorm van de boom. Een spar heeft neerhangende takken, zodat de sneeuw afglijd. Een den niet. Daar breekt bij sneeuw regelmatig een tak uit de top.

Taxus, St. Bartholomew’s Church, Much Marcle – foto: Bob Embleton, Wikimedia Commons

En wat altijd leuk is om te weten: wat zijn de oudste bomen? We verklappen het niet, maar de taxus in Herefordshire is het niet.

Vlak bij ons zijn de Wodanseiken (400 à 600 jaar oud – dat is 1424, toen was Amerika nog niet ontdekt en ontwaakten onze voorouders net uit de Middeleeuwen….). Iets verderop was de duizendjarige den. Was. Hij is gesneuveld, maar heeft nazaten.

We zwijgen over bonsai, maar wat wel ontzettend boeiend is, is de ondergrondse boomvorm: de wortels. Op mijn eigen verlanglijst staat Wurzelatlas mitteleuropäischer Waldbäume und Sträucher. Beetje prijzig boek, maar heel bijzonder. In deze, Bomen van Paul Smith, staan acht wortelstelsels afgebeeld, daar moeten we het maar mee doen.

Bast en Hout

Van de vorm naar de bast is maar een kleine stap. Tegenwoordig kennen veel wijnflessen een schroefdop. Je zou denken: er wordt te veel gedronken en er is te weinig kurkeik. Misschien is dat ook zo. We lezen dat boombasten ook bron voor medicijnen zijn en ze zijn natuurlijk ook gewoon mooi. En boombasten zitten barstensvol kleurstoffen. Laat ik nu denken dat de bomen beschilderd zijn, maar de regenboogeucalyptus bestaat echt! Dit blijkt een prachtig hoofdstuk met verrassende informatie.

Ontkurkte eiken in Portugal (februari 2010) – eigen foto

Uiteraard levert een boom hout. We lezen over jaarringen, over het gebruik van hout door de eeuwen heen, over de dichtheid van hout. Maar als je er echt meer over wilt weten, lees dan ‘Wat bomen ons vertellen‘ van Valerie Trouet.

Bloemen

Het was in 2014 tijdens de Internationale Kwekerijdagen op Bingerden, in Angerlo. Ik hield in bij de stand van de Nederlandse Dendrologische Vereniging (NDV).
“Weet u welke boom dit is?” vroeg de man achter de tafel en hij hield een blad omhoog.
Liriodendron tulipifera,” zei ik zo achteloos mogelijk. Hij was enkele seconden met stomheid geslagen. Dit had hij duidelijk niet verwacht. Het is de echte tulpenboom en die komt niet veel voor. Hij heeft mooi gevormd blad en erg mooie bloemen. Er staat er één in onze voortuin, wat nu Eetbare Siertuin is. Er is niets eetbaars aan, maar deze boom blijft staan.

Miharu Takizakura – foto: Ayu Oshimi, Wikimedia Commons

Maar heb je ooit geweten dat een vijgenvrucht eigenlijk geen vrucht is, maar een bloemknop, en van binnen honderden kleine bloempjes heeft die worden “bevrucht door gespecialiseerde wespen, die binnenkomen door een miniscule opening.” Dus zo zit het. De vijg leeft in symbiose met de vijgenwesp.
We kennen allemaal wel de foto’s van de rijke kersenbloesem in Japan. Miharu Takizakura is een meer dan duizend jaar oude kersenboom, onder bescherming van de overheid, lezen we.

Vruchten

Over vruchten valt heel veel te zeggen. En daar worstelt Smith in dit hoofdstuk wat mee. Juist omdat er zo veel over kan worden gezegd, maar de auteur ook te maken heeft met de beperkingen van een gedrukt boek.
Zo mag je je afvragen waarom Smith van de misschien inmiddels tienduizend appelrassen (variëteiten) er twaalf afbeeldt. En waarop deze keus is gebaseerd. Zo schaart Jo Robinson Golden Delicious onder de meest waardeloze appels, zoet maar nauwelijks voedingswaarde. Smith zegt alleen dat deze lekker is.

Hoewel op bladzijde 223 een veelzeggende statistiek staat. Als “der Mensch ist was er ißt” klopt, dan zijn we bananen. Met koppen als watermeloenen. De vijgen staan vrijwel onderaan.

Bij het onderdeel architectuur komt de doerian om de hoek kijken. De schil van deze vrucht vormde inspiratie voor de aluminium zonneschermen van Esplanada Theatre in Singapore. En dit soort verbanden maakt het boek juist weer zo geweldig. Je blijft je verbazen.

Symbiose

Symbiose is samenleven, dat zagen we al zo-even bij de vijg. Maar ook onder de grond gebeurt heel wat. Bij tuinieren moet je de grond ongeroerd laten, voor zover dat lukt. Want je zou het schimmelweb kunnen verstoren. Mycorrhiza is het magische woord. Maar we weten nog maar heel weinig van wat er onder de grond gebeurt. Gelukkig is er ook bovengronds symbiose: wat te denken van de maretak? Of de sierplant bromelia en diverse orchideeën? En dieren schuilen in bomen en bevruchten de bloemen. Of wat te denken van korstmossen: het zijn de indicators van schone(re) lucht. Symbiose is een prachtig hoofdstuk met enkele niet zo prachtige mededelingen. Het is de opmaat naar het laatste hoofdstuk. Wij.

Wij en de bomen

Wij, de mensen, hebben heel veel met bomen. Smith licht er een aantal aspecten uit: stadsplanning (bomen maken de lucht schoner, dus parken, perken en lanen zijn een must), houten huizen (vroeger teken van armoede, thans heet het duurzaam), maar ook: het kappen van bos voor teelt van veevoer en vee (80% van wat er aan bos was, is verwoest, staat er), en dan gaat het over hout toegepast in huis. Leuk om allemaal even door te bladeren en te zien dat de Aziatische eetstokjes ook van hout zijn, maar de Global Tree Assessment is echt interessant. De staat van instandhouding van boomsoorten in de wereld. Het is beperkt tot twee bladzijden, waarvan één met foto’s. Er zijn bijna 60.000 boomsoorten. Soorten! Dus dan hebben we het nog niet over de rassen c.q. variëteiten. Het eindigt met Chengdu. Pardon? Nooit van gehoord? Kleine stad, er wonen slechts ruim vijftien milhoen inwoners. We kunnen vaak mopperen over China, maar dit is misschien de groenste stad op aarde. Het heet “binnen China de beste stad om in te wonen”. Van de binnenstad is 41% groen, voor de hele stad is dat 39%.

Achterin het boek staan allerlei overzichten: literatuurlijst, arboreta en botanische tuinen (drie in België, één in Luxemburg, drie in Nederland, waaronder Belmonte in Wageningen, niet ver van ons), fotoverantwoording, begrippenlijst en een trefwoordenregister. Niet slecht!

Plaats een reactie