Rewilding

‘Rewilding’ is een prachtig informatief boek over een afschuwelijke term voor iets moois: ruimte maken voor de natuur en die zoveel mogelijk haar eigen gang laten gaan. In plaats van intensief beheer van postzegelnatuur, die vooral zoveel mogelijk moet blijven lijken op het verleden, laat rewilding iets nieuws ontstaan. Dit boek is mooi uitgegeven en legt goed uit wat rewilding nu eigenlijk is en waarom het belangrijk is. En geeft voorbeelden, ook uit Nederland.

‘Rewilding’ is een stevig inhoudelijk boek. De historie van onze natuur en landschappen komt uitgebreid aan de orde (en de rol die grote grazers en grote roofdieren daarin spelen), maar ook het verval (vooral veroorzaakt door de mens) en de ecologische theorie. Daarnaast is er aandacht voor praktijk voorbeelden, politiek en ethiek, en voorspellingen voor de toekomst.

Een aantrekkelijk boek is het ook, met een stevige harde kaft, mooi fotowerk en zorgvuldig ontworpen grafische representaties. Noordboek gaf het uit, samen met Ark. De schrijvers van dit boek zijn twee bekende Engelse wetenschappers, die overigens nu bij een ecologisch adviesbureau werken dat gespecialiseerd is in rewilding-projecten. Er moet tenslotte wel geld worden verdiend. Het boek werd fijn vertaald door Ger Meesters – sinds ik zelf een boek heb vertaald, waardeer ik een goede vertaling extra!

Door de mooie vormgeving en de heldere teksten is het breed toegankelijk gemaakt. Maar vergis je niet: ook de inhoud is goed op orde. Voor ons is dit een aanrader voor wie van wilde natuur houdt of zich ermee bezighoudt.

Wij kunnen helaas geen foto’s of afbeeldingen uit het boek plaatsen bij onze recensie in verband met mogelijke claims met betrekkin tot ‘intellectuele eigendomsrechten’ en het ‘opnieuw openbaar maken’.

rewilding
Dynamisch rivierlandschap met vee in de Gelderse Poort. Rewilding in optima forma – foto: Cultureel Gelderland, Wikimedia Commons
TitelRewilding – De vernieuwende wetenschap van ecologisch herstel
VanPaul Jepson en Cain Blythe
UitgeverNoordboek
ISBN978 94 6471 166 0
Verschenen9 februari 2024
Prijs€ 29,90
Verkrijgbaar bijGa bij voorkeur naar de echte boekhandel van steen en cement. Als je toch online wil kopen, neem dan deze webwinkel. Dat is een echte.

Natuurontwikkeling vs. Rewilding

Natuurontwikkeling noemden we het. Maar nu heet het rewilding. Is er nu echt geen betere term te verzinnen? Herverwildering is een beetje een tongbreker. En enkel verwildering dekt de lading niet helemaal. Want natuurontwikkeling en rewilding hebben iets actiefs in zich. De mens zet hier zaken in gang. We graven nieuwe geulen, introduceren nieuwe dieren.

rewilding
Natuurontwikkeling aan de gang in het Oostvaarderveld in 2004 – foto: GerardM, Wikimedia Commons

Wat is wild?

Het boek legt uit dat het bij rewilding er vooral om gaat om de natuurlijke processen weer aan te zwengelen. Na een door mensen geholpen kickstart zorgt de natuurlijke dynamiek er dan voor dat we niks meer hoeven te doen; de natuur gaat dan zijn eigen gang.
De uitdaging bij dat opnieuw vrijlaten van natuurlijke processen is uiteraard, dat je dat op heel veel plekken niet zomaar kunt doen. Omdat er woonwijken staan. Of fabrieken. Of kassen. Waar het wel lukt, ontstaan mooie dingen. In het rivierengebied in Nederland, bijvoorbeeld, zoals bij de Grensmaas, de Ooijpolder bij Nijmegen, de Biesbosch… Dat zijn wel vaak plekken met een hoge dynamiek (bijvoorbeeld door regelmatige overstromingen), zelfs in onze geregelde wereld.

Grenzen om en aan rewilding

Echt wilde natuur worden deze plekken dan, maar wel degelijk nog steeds binnen bepaalde grenzen die wij als mensen stellen. Dijken, bijvoorbeeld. En als er problemen komen, dan worden die grenzen ook gehandhaafd. De dijken worden verhoogd. Of dieren, die niet altijd netjes binnen de grenzen willen blijven die de mensen hebben vastgesteld, moeten weer worden weggejaagd. Want wat moet je met wolven in boerenland, zwijnen op de velden van de lokale sportclub en dassen in spoordijken.
Harde grenzen tussen wilde natuur en mensenland zijn lastig te handhaven. Dieren houden zich er niet aan. Maar, andersom, ook gifstoffen uit mensenland stoppen niet bij de grens en beïnvloeden de ‘wilde’ natuur. Milieuvervuiling, overexploitatie en klimaatverandering, door mensen veroorzaakt, beïnvloeden de natuur overal ter wereld, zelfs op de meest afgelegen plekken. Dus wat is dan nog écht wild?
En dan hebben we het nog niet gehad over al die mensen uit mensenland die heel graag willen struinen en beleven in de wilde natuur, of met helikopters in de wildernis worden gedropt voor de ultieme ervaring.

Postzegelnatuur

Natuurbeleid in Nederland, en ook internationaal, is vierkante-millimeter-werk geworden. Alles moet worden vastgelegd en afgemeten. Er zijn doelsoorten en doel-ecosystemen. Er worden rapporten vol geschreven en consultants ingehuurd (ja, inderdaad, net zulke consultants als de schrijvers van dit boek). Gemaaid moet er worden, geplagd, bekalkt, bejaagd, aangeplant of juist uitgetrokken. Dat kost veel menskracht en geld. In elk geval wordt al dat werk gedeeltelijk veroorzaakt doordat veel van onze natuur eigenlijk halfnatuur is.

Heidevelden zijn daar een goed voorbeeld van. Ontstaan door (over)begrazing, die inmiddels allang is weggevallen. Maar we vinden allemaal de heide zo mooi en er komen zulke bijzondere soorten voor. Dus maken we gekke bokkensprongen om de heide te behouden. In feite een foto in de tijd, die we krampachtig in beeld proberen te blijven houden. Maar de tijden en de omstandigheden zijn veranderd. En dus is het dweilen met de kraan open.

Anton Mauve schilderde deze schapen op de heide, met herder, in 1880 – foto: Wikimedia Commons.

Een ander probleem bij natuurbeleid zijn de externe invloeden. Stikstof, verdroging, PFAS en andere gifstoffen, geluidsoverlast, lichtvervuiling, enzovoorts. Dat soort effecten kun je niet uitsluiten – die stoppen niet bij het bordje ‘Natuurgebied’. Een vochtig hooiland in dezelfde staat houden zoals 150 jaar geleden, terwijl er nu een gigantische stikstofdepositie is én het grondwater veel lager staat, is een bijkans onmogelijke opgave. Vechten tegen de bierkaai. Dat gevecht ga je niet winnen, er is hoogstens minder achteruitgang. En dat is dus ook de frustratie van veel natuurbeheerders. Wat je ook doet, de natuur holt achteruit.

Dynamiek is essentieel

Rewilding – natuurontwikkeling – is dus een heel andere aanpak. Niet proberen te behouden wat er altijd was, in een veranderde wereld bij voorbaat gedoemd te mislukken. Maar met de veranderde wereld als uitgangspunt opnieuw beginnen. En dan kijken wat er ontstaat. Iets nieuws, soms iets onverwachts. Maar in elk geval natuur die meer op eigen benen kan staan, robuuster is.
Daarvoor is dynamiek essentieel. Stromende rivieren, golvende en waaiende kusten, berggebieden met veel zwaartekracht of bosbranden. We begrijpen nu beter dat juist die dynamiek essentieel is en dat we moeten zoeken naar manieren om die weer ruimte te geven als basis voor een gezonde natuur. In plaats van inkaderen en beheren op de vierkante centimeter, staat rewilding juist voor vrijlaten. Daarvoor moet er soms wel eerst iets actief in gang worden gezet. Een kerf in het duin gegraven worden, bijvoorbeeld, of een nevengeul. Wij, mensen, hebben eeuwenlang ons best gedaan om de natuurlijke dynamiek juist zoveel mogelijk buiten te sluiten, dus dat vraagt wel wat omdenkvermogen. De fysieke en mentale barricades moeten soms eerst worden opgeruimd. En dan is het verrassend wat er zich ontwikkeld. En hoe snel dat soms kan gaan.

De zeearend is één van die soorten die profiteert van rewilding – foto: Rob Zweers, Wikimedia Commons.

Doorschieten

Het moet gezegd worden: rewilders schieten soms wel een beetje door. Dat ze topgrazers, die op de meeste plekken in de wereld grotendeels verdwenen zijn, terug willen brengen is te begrijpen. Bisons terug op de vlaktes van Noord-Amerika, grote groepen herten en oerossen in Europa, dat werk. Voor die grote kuddes van grote dieren zal dan wel ruimte moeten zijn: grote grazers in grote groepen hebben ook grote ruimtes nodig om te bewegen. Die ruimte is er nu vaak niet. Zie de discussie over de Oostvaardersplassen, of de pogingen om in Nederland een ecologisch netwerk te creëren en hoe ontzettend moeilijk dat is.
Maar….. Er zijn ook wildere plannen. Bijvoorbeeld om giraffen en neushoorns te introduceren in Noord-Amerika, omdat deze betere effecten zouden hebben op de natuur dan de inheemse grazers. Of zelfs om wolharige mammoeten opnieuw tot leven te wekken: de-extinctie. Gelukkig lijken de auteurs van dit boek dat ook wat al te ver te gaan. Ze schrijven: “Het zou de natuur in een freakshow veranderen.” Dat lijkt mij ook.

Natuur is overal

Rewilding is een fantastisch instrument dat gelukkig steeds meer wordt ingezet. Kijk op de websites van Ark of van Rewilding Europe en je ziet succesprojecten, zoals in de Donaudelta, zuid-centraal Spanje, en meer. En we hebben méér natuur nodig, grotere aaneengesloten oppervlakken en robuustere verbindingen. De auteurs van dit boek zijn optimistisch en voorspellen dat rewilding steeds meer de norm wordt.

Koesteren wat er is

Een kleine kanttekening wil ik toch plaatsen: dat rewilding een fantastisch instrument is, met een positieve, aanvallende grondhouding, betekent niet dat we andere vormen van natuur niet ook moeten blijven koesteren. Onze heidevelden, blauwgraslanden, vloeivelden, wegbermen, parken, hakhoutbosjes, landgoederen, tuinen – ze hebben vaak heel hoge natuurwaarde op relatief kleine oppervlakken. Heel robuust zijn ze dan weer niet. Maar als buffers tussen wilde natuur en mensenland hebben we ze nodig. En als stapstenen en vluchthavens in intensief bebouwd land. Al die natuur is waardevol. En juist dit soort buffernatuur, vaak halfnatuur, met ook een hoge erfgoedwaarde, spreekt ook mensen aan om doorheen te wandelen, fietsen, of om pannenkoeken te gaan eten. Dat haalt de druk een beetje weg bij de meer wilde natuur.

Park Sonsbeek in Arnhem is prachtig en drukbezocht. Toch mag de natuurwaarde van dit soort groene longen in de stad niet worden onderschat – foto: Dirk Jan van Zoest, Wikimedia Commons.

Tot slot

Wat een fijn boek, een basisboek voor iedereen die in dit onderwerp geïnteresseerd is of ermee werkt. Door de mooie vormgeving en de heldere teksten is het breed toegankelijk gemaakt. Maar vergis je niet: ook de inhoud is goed op orde. Voor diepgaand geïnteresseerde Nederlanders is er nog een aanvullend boek: Rewilding in Nederland, dat in 2022 verscheen bij KNNV en een bundeling is van verschillende essays over het onderwerp. Met deze twee boeken heb je een aardig compleet beeld van wat we nu weten over rewilding.

Plaats een reactie