Robbert Lauret heeft een moestuin en werkt daarnaast als vrijwilliger op een landgoed. Hij schreef een alleraardigst boek over zijn belevenissen, overwegingen en mijmeringen. Het boek is ingedeeld in de maanden van het jaar, dus je kunt altijd op het juiste moment ‘nu’ instappen.
Want zeg nu zelf, het is altijd leuk om andermans tuinbelevenissen te horen of lezen. Gaat het dan om gedeeld leed, dan blijkt de ergernis of ellende plots veel draaglijker is. En van de successen kunnen we meegenieten en daar mogelijk van te leren. Zo van: “Hé, zo moet ik het ook eens proberen.”
Een moestuinjaar is van rond 1 december tot en met 30 november. Het begint met plannen maken, veranderingen voornemen en zaden bestellen. En het eindigt met…. Ja, met wat? Het is een aflopende zaak. Langzamerhand trek je de laatste wintergroenten uit de moestuin, maar dat kan tot eind februari doorlopen. En je hebt natuurlijk bieten, penen, knolselderij, koolraap en dergelijke keurig vorstvrij opgeslagen.
De druif snoei je op tijd, eind november / begin december, want de sapstroom van deze plant komt al snel op gang. Van die dingen.
Robbert Lauret’s ‘Tussen Moestuin en Landgoed’ heeft iets van een dagboek, waarin niet de dagen worden gevolgd maar dat meerdere verhalen per maand bevat. En aangezien hij een eigen moestuin heeft, maar ook vrijwilligerswerk op een landgoed doet, wisselen verhalen over moestuin en landgoed elkaar af. En tussendoor lezen we zijn bespiegelingen vanachter een bureau.
Hij schrijft lekker en toegankelijk; redelijk strak, dus geen rituele dans om een slaplantje, om het zo maar te duiden. Hij beleeft, neemt waar, doet, maakt fouten en heeft vragen. En hierin herkennen we onszelf, toch? Soms met een glimlach en ook de tongue-in-cheek humor ontbreekt niet: “Het nadeel van de motorschaar is het lawaai. Normaal gesproken deelt de kerkklok mee wanneer de thee en boterhammen klaar staan. Nu geeft een lege tank aan wanneer het tijd is om pauze te houden.”
Kortom, een heerlijk en vermakelijk boek, waar zowel de beginnend en zeker ook de ervaren moestuinier zich in herkent.
Titel | Tussen Moestuin en Landgoed |
Van | Robbert Lauret |
Uitgever | KNNV Uitgeverij |
ISBN | 978 90 5011 9535 |
Verschenen | 8 mei 2024 |
Prijs | € 19,95 |
Verkrijgbaar bij | Alle boekhandels en indien u online wenst te winkelen, raden we deze aan. Dan verdient de echte boekhandel zelf ook nog iets. |
Het boek kent geen voorwoord of inleiding. Het begint meteen met januari en een stuk over moestuin. Hierin bespreekt Lauret onder andere verrijking van de grond, met stalmest en juist samengestelde compost. En het gaat ook over de vijg Brown Turkey, die in heel veel tuinen staat, omdat ze twintig jaar geleden een van de weinige vijgen was die het in ons klimaat goed deed. En na nog een moestuinverhaaltje volgt de eerste stukje over het landgoed. Hierin vertelt hij ons hoe hij door de landgoedeigenaar is geronseld.
“Zo hard en kil als de tuin op het eerste gezicht oogde, zo hartelijk werd in ontvangen.”
De natuur helpen
We springen door naar juli, want dat is de maand waarin deze recensie wordt geschreven. Vermoedelijk beslaat het boek het jaar 2022, want het is heet en droog. In 2023 begon de herfst immers op de eerste dag van juli en 2024 maken we nu mee: een lange natte en te koude start.
Lauret heeft aubergines, tomaten en meloenen in zijn moestuin. Dat kan, in 2022. Aubergines hebben nogal wat eisen voor wat betreft warmte en tomaten zijn gevoelig voor vocht. Hij beschrijft hoe hij voor de meloenen de natuur een handje denkt te kunnen helpen. Want net als menig ander lid van de cucurbitaceae (komkommerachtigen) kent de vrouwelijke bloem al een vruchtbeginsel. Die sterft af als de bloem niet is bevrucht. Dus:
“Van een mannelijke bloem verwijder ik alle bloemblaadjes. Met enkel de stamper op een steeltje bezoek ik de bloemen met een klein vruchtje en beweeg hem voorzichtig heen en weer. Als het goed is zal de meloen daarna opzwellen en uitgroeien tot een mooie grote vrucht.”
Ja, als het goed is……
Problemen bij tomaten
Op het landgoed speelt water geven een grote rol. Groter dan op de moestuin. “De gevulde potten in de voortuin met canna’s en dahlia’s staan er prachtig bij.” Grmbl, bij ons zijn dit jaar ongeveer alle dahlia’s door de slakken weggevreten. Op het landgoed wordt flink compost en stalmest door de zanderige grond gemengd. “Dat heeft de planten goed gedaan.” En ook op het landgoed is zevenblad….. waar niet?
In het daaropvolgende stuk onder de kop Moestuin merkt de auteur een aandoening bij de tomaten. Wat is het? We volgen hem op zijn zoektocht op het Internet. Het blijkt neusrot.
En als hij het over de koolplanten heeft, verbaast het hem hoe langzaam deze groeien. Dat denken wij ook elke keer: We planten de zaailingen van de spruiten vroeg in het jaar uit, en dan te bedenken dat je ze pas een half jaar later kunt eten. Maar zo gaat dat.
Watergebruik
Onder Bureau mijmert Lauret over het watergebruik in Nederland. We doen in kraakhelder drinkwater de was. We spoelen er de wc mee door. We besproeien de tuin.
“Er moet iets veranderen in de manier waarop we met water omspringen. [….] Ik roep elke tuinarchitect en hovenier op om in elke tuin ruimte vrij te houden voor een grote composthoop en drie watervaten van elk duizend liter.” [Om regenwater in op te vangen.]
Tja. In Gemeente Renkum is in 2022 de gemeenteraad een motie aangenomen om waterkelders mogelijk te maken. Iets dat in België al in 2020 verplicht was voor nieuwbouw. De enige partij die tegensputterde was de VVD: het zou de huizen duurder maken, maar ja, die zijn al duurder geworden door allerlei overheidseisen, zoals isolatie. Dat bespaard zou worden op leidingwater en het argument dat leidingwater duurder zou worden, was tegen dovemansoren. Doch de motie heeft tot op heden nog tot niets geleid. Gebrek aan daadkracht bij een kleine gemeente, zullen we maar zeggen.
Stevige brandnetels
“In juli staan er achter de schaduwkas brandnetels waar ik mijn fiets tegen kan zetten.” Dat zijn stevige netels. We volgen Lauret in de wijze waarop hij de brandnetels verwijdert. Niet alle, omdat het een waardplant is voor vele vlindersoorten en andere dieren. Maar van wat hij weghaalt, maakt hij brandnetelgier. Brandnetel- en andere gieren moeten sterk worden verdund. Als een plant namelijk veel mest te verteren krijgt, wordt het slappe hap, een plofplant.
Het landgoed kent een moestuin, maar vooral ook siertuin en vijver. Dus de auteur gaat met waadpak (tot boven de navel) de plomp in om de waterplanten te onderhouden. En later wiedt hij de bloemenborders nog even voordat hij op vakantie gaat. Het is nog steeds juli 😊
“De eigen tuin achterlaten voor een reis voelt voor mij altijd ongemakkelijk.” Daar zijn we het mee eens. En zeker met de zomerse hitte (toen, in 2022) voel je je machteloos als denkt aan onder de zinderende zon wegkwijnende groenten. Voordat hij weggaat wordt flink water gegeven en de grond gemulcht met blad van brandnetels en zuring.
“De eigen tuin achterlaten voor een reis voelt voor mij altijd ongemakkelijk.”
The Lost Gardens of Heligan
Wat natuurlijk wel heel erg leuk is, is dat zijn vakantie naar Heligan gaat. Daar zijn wij in 2003 geweest, nadat we het boek De Verloren Tuinen van Heligan (1998) en het Engelstalige Heligan Gardens Vegetable Bilble van Tim Smit hadden gelezen. Een hele grote aanrader, als je naar Engeland en specifiek Cornwall gaat. En ga dan ook langs Eden Project. Of Robbert Lauret dat laatste heeft gedaan, weten we niet. Vermoedelijk wel.
En dan is het augustus en komt de auteur terug van vakantie……