Tegenwoordig zien en bezoeken we graag de kastelen en buitenplaatsen om te genieten van ons erfgoed. Ze zijn gebouwd en ontworpen in een tijd dat de maatschappelijke verhoudingen anders dan nu waren. Het boek ‘Schitterende ballast’ gaat over de maatschappelijke positie en (toekomstige) rol van dit fraaie erfgoed.


In ‘Schitterende ballast’ behandelen diverse auteurs de veranderingen die de landgoederen hebben ondergaan, tot en met het hedendaagse. Het eerste deel bespreekt de veranderde rol en positie van de buitenplaatsen, voornamelijk gerelateerd aan de Tweede Wereldoorlog, in het tweede deel gaat het om de buitenplaatsen als bezit van de maatschappij.
Alle verhalen van de auteurs zijn prettig leesbaar en zeer informatief. Ze weten waarover ze spreken en brengen dat, zonder te veel wetenschappelijk blah-blah, helder over. Of het nu over de eigenaars gaat en dat sommige buitenplaatsen in de Tweede Wereldoorlog als gevangenis werden gebruikt, of dat het gaat over de verwerving door gemeenten en wat er vervolgens met de gronden gebeurt. Het is gewoon een prachtig boek dat zeer de moeite waard is.
Titel | Schitterende ballast – buitenplaatsen in de moderne wereld |
Van | Hanneke Ronnes & Conrad Gietman & Claartje Wesselink |
Uitgever | W Books |
ISBN | 9789 4625 8637 6 |
Verschenen | 18 oktober 2024 |
Prijs | € 39,95 |
Verkrijgbaar bij | Ga bij voorkeur naar de echte boekhandel van steen en cement. Als je toch online wil kopen, neem dan deze webwinkel. |
September 2024 hebben we mogen deelnemen aan een dag over historische moes- en fruittuinen, georganiseerd door sKBL (Stichting Kastelen Buitenplaatsen en Landgoederen). Dat was een zeer informatieve bijeenkomst. Lees dit.
In het boek lezen we over de eigenaren en hun drijfveren en, andersom, over de landgoederen en hun eigenaars. Dat is een nogal groot nuance verschil. In het laatste geval speelt soms verwaarlozing – geen interesse – of winstbejag: het landgoed wordt door projectontwikkelaars volgebouwd met een nieuwe woonwijk. In het eerste geval spelen normen en waarden een belangrijke rol, voor de naaste omgeving maar natuurlijk is ook het ‘in de familie houden’ belangrijk.
Zo lang er hiërarchische verschillen tussen mensen zijn, bestaan er kastelen, paleizen en landhuizen met tuinen en parken. Sinds pakweg de Gouden Eeuw stichtten de verheven burgers en geslaagde kooplui buiten de steden hun ‘buitens’, waar ze vaak ’s zomers vertoefden om de stinkstad te ontvluchten. En natuurlijk moest de welstand worden getoond. Veel landgoederen waren behoorlijk zelfvoorzienend en werden permanent bewoond door de zogenaamde landadel, die hun bezit bestierden.

Aan het eind van de 19e eeuw begon al de teloorgang van de landgoederen. Er kwam weinig nieuws bij en wat er was werd vaak met moeite in standgehouden. In het boek lezen we de term ‘larger than life’-huizen. En zo is het, ze worden generaties lang overgeërfd en beheerd. In het laatste decennium van die eeuw werd nog wel even het kasteel De Haar in Haarzuilens op de ruïnes van een oud kasteel ‘uit de grond gestampt’, maar dat was het dan wel.
Zorgvliet
Om de kosten van de Eerste Wereldoorlog te kunnen dragen – Nederland was dan wel neutraal, maar kosten zijn er wel – werd de landadel flink belast. Wat natuurlijk zijn effect had op onderhoud et cetera. (Het doet ons denken aan de belastingheffing in Box 3, weliswaar december 2021 door de Hoge Raad als ongewenst verklaard, maar er is nog steeds geen alternatief.) We lezen dat in de Eerste Wereldoorlog landhuizen en kastelen werden gebruikt voor de opvang van vluchtelingen, gewonden et cetera. Een bekende vluchteling was de Duitse keizer opgevangen in Kasteel Amerongen. Later kocht deze zijn onderkomen in Doorn.
Steden zoeken ruimte voor uitbreiding. Ook Den Haag. We zijn allemaal wel bekend met het Catshuis. Inderdaad, dat heeft Jacob Cats in 1650 laten bouwen. Maar het was een groot landgoed met de naam Zorgvliet, onder andere door koning Willem II (die het in 1837 kocht) flink uitgebreid. Maar, zoals dat gaat, het kwam in handen van zijn kleindochter Sophie, die voornamelijk in Weimar leefde en zij verkocht het landgoed in brokken. Een deel kwam in handen van de Carnegie Stichting, die er het Vredespaleis bouwde, een deel werd door Den Haag in een nieuwe woonwijk omgezet. Daar had de zo geroemde architect Berlage al mee gerekend. Het Catshuis met tuin bleef over. In het boek komen meer voorbeelden, fraai en minder fraai, aan de orde.
Tweede Wereldoorlog
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd menig landhuis of kasteel verwoest of zwaar beschadigd door operatie Market Garden. In onze eigen gemeente Renkum, kennen we veel voorbeelden daarvan. Landhuizen die na de oorlog er niet meer waren en landgoederen die alleen nog in naam doen herinneren aan de letterlijk vergane glorie.

Aandoenlijk is het verhaal van de familie Sandberg, die in Oost-Nederland drie landgoederen (tezamen ca. achthonderd hectare) bezaten. Op verdenking van verzetsactiviteiten werden de mannen naar Duitsland afgevoerd, geen van hen overleefde dat. De vrouwen werden ook geïnterneerd, maar overleefden. Moeder Ernestine en dochters Kiek en Machteld besloten na de oorlog tenminste twee landgoederen te behouden (Leuvenum en De Bannink). Uit respect voor de mannen; voor de pachters was het wel wennen dat er geen ‘meneer’ meer was. En hoe anders is het verhaal over de eigenaars van Neercanne.
In de Tweede Wereldoorlog vorderde de bezetter menig landgoed. In Barneveld werd De Schaffelaar gevangenis voor zevenhonderd Joden met een hoge maatschappelijke positie (de bijzondere behandeling mocht uiteindelijk niet baten). Oxerhof bij Deventer werd gevangenis, en omdat het verzet in Nederland groeide, kwamen er meer gevangenen en dat leidde ertoe dat Oxerhof een bekende executieplek werd. Kasteel Avegoor was opleidingscentrum voor de Nederlandse SS. En zo passeren veel landgoederen en hun rol in dit boek de revue.
Natuurschoonwet
In 1928 wordt de Natuurschoonwet (NSW) aangenomen, juist om landgoedeigenaren te compenseren voor de zware belastingheffingen die ze hebben ondergaan. Natuur – ook toen al – als belangrijke waarde. Vooral landgoederen in het oosten van Nederland, of beter: niet in Holland, profiteerden ervan. Want in het westen van het land zijn de buitens gewoonweg kleiner.
We lezen over de opkomst van maatschappelijke organisaties die onbewoonde kastelen als bedreigd erfgoed zien. En dat inzicht begon al rond 1900, net zoals er in datzelfde tijdperk allerlei natuurorganisaties werden opgericht (Vogelbescherming 1899, Staatsbosbeheer 1899, Natuurmonumenten 1905, enzovoorts). Ook de landschappen als Utrechts Landschap en Gelders Landschap vinden in die tijd hun oorsprong. Bijna een eeuw later ontstaat het ‘ensemble denken. Dat is de combinatie rood en groen: er is immers een samenhang tussenlandhuis of kasteel en het bijbehorende landgoed. Mooi voorbeeld hiervan is GLGK, Gelders Landschap dat in … is samengegaan met Gelderse Kastelen. We zien dat het maatschappelijk nut wordt onderkend.
De maatschappij
In het boek wordt ruim aandacht besteed aan ons, de maatschappij. Wat wij met de buitenplaatsen doen. Want ‘de gemeente’ dat zijn wij. Gemeenten verwerven landgoederen; ze maken er parken van, recreatieterreinen, musea en soms wordt het een gemeentehuis. En soms wordt het landgoed bebouwd. Bekend als museum is landgoed Voorlinden in Wassenaar, museum Kranenburg in Bergen NH of kasteel Ruurlo, dat een tweede vestiging is van museum MORE in Gorsel. In het boek wordt een aantal andere voorbeelden genoemd.
Aardig zijn ook de hoofdstukken over modernisering. In het ene gaat het over de inrichting. De eigenaren willen in principe alles zo behouden, tradities en zo. Maar ja, moet je niet enigszins met de tijd meegaan als het om inrichting gaat? In een ander hoofdstuk gaat het om moderne kastelen. Dat zijn meest nieuwbouwprojecten die de vormen van een kasteel hebben.
Het is een prachtig boek met goede verhalen en veel oude en nieuwe afbeeldingen
