‘Of je bos lust’ is een boek voor hen die geïnteresseerd zijn in een voedselbos of eetbare planten in de siertuin of pot. Het boek laat je kennismaken met een aantal gewassen (van bol tot boom) en recepten. Welkom in de wereld van de voedselbossen.


Nu is het begrip voedselbos behoorlijk aan inflatie onderhevig. Want wat is het? Een heus bos? Een vorm van landbouw of een bijzondere vorm van tuinieren? Soms zie je enthousiaste mensen rijen boompjes planten in een weiland – vroeger heette dat een boomgaard – en soms worden gewassen serieus in lagen aangeplant: kruidlaag, heesters, bomen. Waarbij vervolgens de kruidlaag na enkele jaren is overwoekerd door kweekgras, hondsdraf, bramen, zevenblad, brandnetels of ander ongewenst kruid. Dat was natuurlijk niet de bedoeling, maar ja…. We hebben er eerder uitgebreid over geschreven en het doet ons deugd dat nog steeds aan dit artikel wordt gerefereerd. Lees dit.
Wij hebben sinds 2012 ons eigen voedselbos, dat we Eetbare Siertuin noemden en nog steeds noemen. We willen onze bezoekers allerlei eetbare gewassen tonen en moeten de tuin dus onderhouden.
Dit boek van Marijn van Klingeren laat je kennismaken met de prettige kanten van een (eigen) voedselbos. Zij ontwerpt eetbare tuinen en voedselbossen en heeft dit boek vanuit die ervaring geschreven. Ze begon in 2020 haar bedrijf met de naam Schoppenvrouw.
Eerlijk gezegd is de relatie tussen die naam en de wereld van de voedselbossen onduidelijk, maar misschien was dat ook niet de bedoeling. Er zijn boeken, films en hoorspelen met de naam schoppenvrouw. En dan als speelkaart. En een kaartspel dat ook wel zwarte wijven wordt genoemd. Op haar website is Marijn in het zwart gekleed. Dat dan weer wel.
In de inleiding noemt Van Klingeren het een kookboek met een missie: ze wil iedereen kennis laten maken met eten uit een voedselbos en ze wil mensen inspireren voedselbosplanten in de tuin te planten. Of in potten.
Het boek is met zorg en aandacht samengesteld. In het eerste deel van het boek worden 44 planten beschreven en 3 schimmels (paddenstoelen), gegroepeerd naar de lagen die in de voedselboswereld zijn gedefinieerd, zoals bodembedekkers, kruidlaag, struiklaag enzovoorts. De 23, soms curieuze recepten zijn gegroepeerd naar seizoen, dat is fijn en verstandig. Bovendien bevat het boek 15 basisrecepten. (Dan moet je denken aan sambal, mayonaise, atjar en dergelijke.)
Al met al een leuk boek voor degenen die een duwtje nodig hebben om te starten met iets voedselbosachtigs dan wel de gevestigde voedselboswachters die wel wat kookinspiratie kunnen gebruiken.
Titel | Of je bos lust – Koken met planten uit het voedselbos | |||
Van | Marijn van Klingeren | |||
Uitgever | in eigen beheer | |||
ISBN | 978 90 9039 1335 | |||
Verschenen | 19 december 2024 | |||
Prijs | € 26,99 | |||
Verkrijgbaar bij | Bij de auteur zelf: klik hier (extra geen verzendkosten) |
Over voedselbos
Moestuinieren is ons met de paplepel ingegoten. We zijn in 2012 gestart met ons voedselbos. Maar ondanks de weloverwogen plantkeuzes en ondanks het onderhoud, heeft een redelijk aantal gewassen het loodje gelegd. (Dus onredelijk.) Simpelweg omdat de grond arm is. Een voedselbos als Ketelbroek toont daarentegen heel anders. Men vergeet dat ‘broek’ duidt op vochtige grond en dat het daar, voordat Wouter van Eck c.s. het voedselbos startten, door decennia lange bemesting met stikstof en fosfaten behoorlijk voedselrijk is. Van Eck is daar ook open over. Maar het maakt wel verschil.
En er zijn bedenkingen: ‘de les van de es’ leert ons dat je door te oogsten nutriënten aan de grond onttrekt. DIe moeten worden aangevuld. Want menigeen denkt dat een voedselbos zichzelf in stand houdt. Dat is niet onmogelijk, mits je voeding van de aarde uit externe bronnen toelaat. Of dit nu keutels van (wilde) dieren of vogelpoepen zijn, of, zoals Martin Crawford doet, dat je elke dag op een andere plek in je tuin je plas doet (urine is liquid gold).
Maar ondanks alle ongemakken en tegenvallers, een voedselbos of Eetbare Siertuin is leuk. Erg leuk.
Plantbeschrijvingen
De plantbeschrijvingen die in het boek staan, zijn beknopt en soms wat te beperkt. Maar wel leuk, gevarieerd en daarmee voldoende om interesse te wekken. Een flink aantal misstaan ook niet in een moestuin, zoals artisjokken, aardperen, asperges, eeuwig moes, suikerwortel of mierikswortel. Althans, bij ons staan die in de moestuin. Planten als hemelsleutel of miogagember, apios, daglelies en teunisbloem, hebben we in de Eetbare Siertuin. En wat dacht je van bamboe? Jostabes? Bottelroos? Szechuanpeper? Magnolia? Enfin, erg leuk en te veel om op te noemen.

Eeuwig moes
Eeuwig moes is een mooi voorbeeld van het feit dat er externe bemesting nodig is: als je niets doet, kwijnt deze na een jaar of drie weg. Dan is de grond waarin de plant staat uitgeput. Dus op tijd verplanten. Trouwens, de auteur schrijft dat deze plant kan bloeien. Niets is onmogelijk, maar de ware eeuwig moes bloeit niet.
Rabarber is inderdaad een fijne plant, maar deze heeft toch echt fiks wat bemesting nodig, anders wordt het een slappe, rabberige plant.
Zevenblad
Er staan planten in het boek, die het bij ons niet hebben gered. Maar ook heel veel wel. Dus let op: kijk naar je eigen grond en verdiep je voordat je tot aanschaf over gaat in je voorgenomen keus. Zo noemt Van Klingeren zevenblad en Japanse duizendknoop, wel met de opmerking dat je ze eigenlijk niet in de tuin wilt. Zevenblad en Japanse duizendknoop doen het bij ons uitstekend…. zevenblad is bij ons een heuse groente.
Notenbomen

De vlier is een fijne boom, maar ze verlangt wel een vochtige grond. En amandelteelt in Nederland kan je vooralsnog vergeten. Hoe verleidelijk het ook lijkt, plant geen amandel, het resultaat zal je tegenvallen. Maar er is hoop: er wordt momenteel getest met variëteiten. Ook met walnoten moet je oppassen. Koop niet de eerste de je bij een tuincentrum of kwekerij ziet. En bedenk: elke uit noot opgekweekte boom is ween nieuwe variëteit. Wil je goede opbrengst, dan koop je een geënte boom. En kies eerst het ras. Buccaneer is goed, van Nederlandse oorsprong (uit de plaats Neer).
Recepten
Het deel met de recepten sluit meer aan bij de titel van het boek. Het bevat spannende en minder spannende (makkelijke) recepten. Je hoeft niet per se een voedselbos of Eetbare Siertuin te hebben. Sommige groenten of fruit kan je gewoon kopen of tijdens een wandeling in het wild plukken. Of je hebt aardperen, bataten en artisjokken in je moestuin?

De Tosti Hemelsleutelkimchi is meteen al interessant. Wie komt op het idee om kimchi van hemelsleutel te maken? Geweldig! Magnoliasiroop is de basis voor magnoliasorbet. De kastanje Gyoza lijkt makkelijk, intrigerend en telt in de bereidingswijze 12 stappen. Maar het ziet er tongstrelend uit. En als je, zoals wij, niet weet wat je met de miogagember moet doen (je eet de bloemknoppen), dan maak je toch gewoon Takoyaki?