Al wat leeft, Linnaeus vs Buffon

‘Al wat leeft’ is een prachtig en boeiend boek dat gaat over de tegenpolen Linnaeus en Buffon en de taxonomie van, inderdaad, alles wat op onze aardkloot leeft; het in kaart brengen van de natuur. Het is een stammenstrijd tussen systematici en complexisten, waarin het geloof, de kerk, zoals vaak een nogal dogmatische invloed heeft.

Ooit, en nog niet zo lang geleden, was het zo dat als je arts wilde worden, was plantkunde (botanica) onderdeel van de opleiding was. Planten waren vooral interessant om hun heilzame werking. Dat zie je in de boeken van Dodoens, Blankaart, De Lobel en anderen. Botanie was dus onderdeel van de medische opleiding.

En als je die zestiende- en zeventiende-eeuwse kruidenboeken leest, dan zie je dat de schrijver de plant soms een eigen Latijnse naam geeft en verwijst naar namen die door anderen eraan zijn gegeven, tot en met de oude Grieken. Wat dat betreft was de naamgeving een zooitje.

De mens wil orde

Maar de mens wil orde, helderheid en alles in vakjes stoppen. De natuur is echter weerbarstig. In de achttiende eeuw is er in Zweden een domineeszoon Carl Linnaeus en in Frankrijk een vrijgevochten jongeman van goeden huize, Georges-Louis Leclerc, die later de naam Buffon aannam. Beiden keken ze naar de natuur, maar elk op een heel andere wijze.

Linnaeus stelde dat alles door God was geschapen en dus onveranderlijk was. Alleen moest de natuur nog in kaart worden gebracht. Buffon stelde zich op het standpunt dat de natuur veranderlijk was. Kort door de bocht gesteld, leidde dit tot twee kampen in de wetenschappelijke wereld en, misschien mede door de Franse Revolutie, het systeem van Linnaeus ‘won’.

Dat dit niet perfect is, getuige het feit dat botanici zich nog steeds buigen over de classificatie en planten tot op de dag van vandaag van Latijnse naam veranderen of zelfs naar andere families verhuizen. Maar daarvoor is er nu het Internationaal Botanisch Congres, dat elke zes jaar (mogelijke) veranderingen doorvoert.

Jason Roberts schrijft een boeiende, lekker leesbare dubbel-biografie over de levens van Linnaeus en Buffon en wat er daarna gebeurt. Soms val je in verbazing, soms creëert het een glimlach of welt een gevoel van medelij op. Na de dood van de heren gaat Roberts verder en verhaalt over de wetenschappers die de erfenis van de mannen overnemen en worstelen met het classificeren. En tja, dat betreft ook tot de positie van de mens en daaruit volgt dan weer de rassentheorie.

Dit is een geweldig goed boek, lekker leesbaar, voor iedereen die ook maar een beetje interesse heeft in natuur en hoe de huidige taxonomie, met al zijn gebreken en gevolgen, tot stand is gekomen.

TitelAl wat leeft
VanJason Roberts
UitgeverHollands Diep
ISBN978 90 4884 8348
Verschenen21 mei 2025
Prijs€ 39,99
Verkrijgbaar bijKoop ‘Al wat leeft’ bij voorkeur bij de echte boekhandel van steen en cement. Die zijn onmisbaar en moeten blijven bestaan. En online, bestel het dan hier.

Linnaeus

Linnaeus is bevlogen, recht in de leer en vindt dat hij gelijk heeft, heeft soms een rijke fantasie en verzint het een en ander (dat door anderen nauwelijks is te verifiëren) en gaat confrontaties niet uit de weg. Hij heeft geen geld, is echter wel ambitieus en wordt keer op keer opgevangen door een mecenas, die zijn theorie steunt en hem helpt de volgende stap te nemen. Kortom: een beetje jokken, de werkelijkheid manipuleren, bietsen en bedelen waren zijn middelen.  

Omdat hij aan de universiteit van Upsala niet verder komt, omdat hij geen diploma geneeskunde heeft, trekt hij weg, Europa in. Het verhaal rond de Hydra van Hamburg is hilarisch, maar zorgt er wel voor dat hij de stad werd uitgejaagd.
In Harderwijk “koopt” hij een diploma geneeskunde en blijft nog even hangen in de buurt van Amsterdam, bezoekt Boerhave, heeft wat kleine baantjes en komt uiteindelijk terecht bij De Hartecamp, van George Clifford (toentertijd een van de rijkste particuliere ondernemers van Europa, lezen we).

“Harderwijk is een stad van negotie. Men verkoopt er bokking, blauwbessen en bullen van promotie.”

(Een spotrijm uit die tijd.)

Clifford stelde Linnaeus aan om de planten die op het landgoed groeien in kaart te brengen. Dat wordt Viridarium Cliffortianum. En voor Linnaeus de basis voor zijn Systema Naturae, dat voor het eerst in Leiden verscheen en uiteindelijk elf edities kent. De eerste uitgave werd nauwelijks opgemerkt.
Via Parijs, terug in Zweden wordt hij nu wel aangesteld aan de universiteit, terwijl hij nog nooit een patiënt heeft behandeld. Maar het gaat Linnaeus om de botanica. In Uppsala richt hij een botanische tuin in. Linnaeus stuurt zijn studenten, apostelen, de wereld in om planten te zoeken. Velen van hen sterven aan allerlei kwalen en onheil.

Buffon

Buffon wordt de beheerder van de tuinen van de koning, Jardin du Roi, in Parijs en bouwt deze behoorlijk uit, met vele wetenschappers die daar werken. Buffon zelf leidt een leven dat strikt volgens de klok en kalender is. Hij woont een groot deel van het jaar op zijn landgoed in Montbard.
Daar werkt hij aan zijn Histoire Naturelle, een lijvig werk van 44 boeken dat uiteindelijk bij zijn leven niet af is. Want omdat volgens hem niets vast is – zoals Linnaeus beweert – zijn beschrijvingen zeer  uitvoerig. Het paard kan bij wijze van spreken een boek omvatten. In Frankrijk is hij een populair wetenschapper. Voor zijn dood, stelt Buffon Lacépède aan als zijn opvolger voor nieuwe delen. Maar ook die maakt het niet af.

Buffon stierf op tachtig jarige leeftijd aan nierstenen. Hij is bij wijze van spreken nog maar koud begraven, of de Franse Revolutie breekt uit. De aanhangers Carl von Linné grepen hun kans; ze hernoemden hun club in Societé Histoire Naturelle. Lacépède (voor de revolutie Comte de Lacepède) staat ook bij de leden van dit genootschap. Uit vrees voor het nieuwe Franse revolutionaire regime werd de adel (von) voor de zekerheid uit de naam van Linnaeus weggehaald en werd het verfranst: Charles Linné. In de Jardin du Roi, tot Jardin des Plantes omgedoopt, kwam zijn borstbeeld te staan. Buffon was “uitgespeeld” de ironie van het lot was dat zijn graf werd geplunderd: het lood van zijn grafkist werd voor kogels gebruikt. Lacépède is van adel en vlucht Parijs uit en keert pas jaren later terug.

Darwin, Mendel en alle anderen

De werken van Linnaeus en Buffon hebben grote invloed gehad op hun navolgers, zoals Darwin en vele anderen. Een indirect gevolg was dat ook het werk van Mendel, vele jaren na zijn dood, werd ontdekt. Dat leidde tot de huidige kunst van gewasveredeling. Schrijver Roberts gaat dit alles niet uit de weg. Dat is fijn en zeer verhelderend.

Nu is er een model, en elke plant of dier, moet daar aan worden getoetst. Maar hoe? Door het kiezen van een enkel exemplaar, dat holotype wordt genoemd, of misschien ook meerder latere exemplaren (lectotype). Men koos voor het eerste. Maar wat was dan het holotype voor Homo Sapiens? Men koos daarvoor de persoon Linnaeus zelve.

Is een Ariër “zo blond als Hitler [….], zo lang als Goebbels, zo slank als Göring” schreef Julian Huxley schertsend over het Arische ideaal van de nazi’s. [Hitler heeft zwart haar, Goebbels was klein en Göring nogal dik, MergenMetz] Dat werd hem niet in dank werd afgenomen: rassenbiologie was niet iets exclusiefs voor Nazi-Duitsland en men vocht niet tegen racisme. “Propagandaposters verheerlijkten de strijd tegen het ‘hitlerisme’, niet tegen racisme,” schrijft Roberts. (Lees ook Waarom vissen niet bestaan, waarin de wetenschapper David Starr Jordan een aanhanger van eugenetica blijkt en het boek The Passing of the Great Race, voor Hitler een soort Bijbel was.)

De wetenschap schrijdt voort en nu helpt DNA-sequencing. Het leidt tot aanpassingen van van planten voor wat betreft geslacht of familie, en uitbreiding van Linnaeus’ basissysteem: je kan zeggen dat Linnaeus en Buffon hierin samen zijn gekomen. 

Het is ronduit een prachtig boek dat zeer de moeite waard is om te lezen.

Plaats een reactie