Het Geweten van Eten

Het Geweten van Eten - maatschappij vignetOp 1 oktober 2015 hield De Maatschappij haar jaarcongres in Veenhuizen. Het Geweten van Eten, luidde het thema. Een leerzame middag waaruit bleek dat voor de meeste boeren biodiversiteit op het laagste plan staat. We concluderen dat die andere maatschappij, onze samenleving, nog een lange weg te gaan heeft. Als we geen maatregelen nemen, zal het kampioensgevoel van tweede food en agro-exporteur ter wereld en de hoogste productie per vierkante kilometer, uiteindelijk een pyrrusoverwinning blijken te zijn.

Vleesgeworden belichaming van Gouden Driehoek

Het Geweten van Eten - driehoekDe Maatschappij is de moderne naam voor een stokoude club: Nederlandse Maatschappij voor Nijverheid en Handel, opgericht in 1777. Een netwerkvereniging met ruim 2500 leden. Voornamelijk oudere leden, dus om de verjonging door te voeren koos men in 2009 voor de verkorte naam.
Je zou kunnen zeggen dat De Maatschappij de vleesgeworden belichaming van de zogenaamde Gouden Driehoek is, waarover Peter Klosse tijdens KOST vertelde dat het beter een Gouden Vierkant kan zijn: de consument ontbreekt namelijk.
En zo is het ook bij De Maatschappij: in principe kent men geen particuliere leden.


Gebrek aan zelfbespiegeling

Het Geweten van Eten - markt 8Het jaarcongres, waar wij te gast waren, was piekfijn georganiseerd door het departement (afdeling) Drenthe. De locatie was het Nationaal Gevangenismuseum te Veenhuizen. Het evenement bestond uit een markt, waar met name de reguliere, grote agrarische bedrijven zich presenteerden, en een congres.
Het was een leerzame middag, omdat hier de spelers aanwezig waren die een belangrijk deel van de voedselmarkt (Agro-Foodsector) vertegenwoordigen. Akkerbouw, glastuinbouw of veeteelt/zuivel.
Het Geweten van Eten begint immers daar.
Met een dergelijk thema mag je verwachten dat er ook enigermate sprake van zelfrefelctie is. Zeker als het gaat om gebruik van bestrijdingsmiddelen

waardoor de natuur in ons land ernstige klappen oploopt. Maar ook over diervriendelijkheid. Of over het eten van groente versus vlees – de koe zorgt immers voor de grootste uitstoot aan broeikasgassen.
Maar nee.

Aan zelfbespiegeling werd deze middag niet gedaan en we misten partijen als het Louis Bolk instituut, of Milieudefensie, Vogelbescherming, Natuurmonumenten, een van de Natuur- of Milieufederaties of Foodwatch. Een of twee van deze organisaties had als spreker dan de spiegel kunnen voorhouden en voor een meer zuivere discussie gezorgd.
Het werkelijke geweten van het eten werd vermeden.


Een beetje vroeg met de waarheid

Vroeg met de waarheid. De knop is nog niet om.Waarmee we niet willen zeggen dat men in de gangbare agrarische industrie geen pogingen onderneemt tot meer duurzame landbouwtechnieken. Integendeel. Dit gebeurt onder maatschappelijke druk, vertaald door de afnemers van agrarische producten, als Heineken (graan), Coca Cola (suiker) en FrieslandCampina. We leren via de Suikerunie, die met een stand aanwezig was, over SAI (Sustainable Agriculture Initiative) en later op de dag horen we tijdens een parallelsessie hoe Stichting Veldleeuwerik vierhonderd grootboeren begeleidt.

Daarnaast was het een inspirerende blik in de  Agro- en Foodsector. Duidelijk werd wat deze sector al doet aan duurzame voedselproductie en hoe het onderwijs en de overheid daaraan bijdragen,” staat op de site van De Maatschappij

Het is maar hoe je ‘wat deze sector al doet aan duurzame voedselproductie’ leest. Na afloop van deze dag begrijpen we dat dit ‘al’ helaas nog weinig is. Laten we het er op houden dat De Maatschappij ‘een beetje vroeg met de waarheid’ is. De mentaliteit van de doorsnee boer blijkt nauwelijks veranderd, maar door gericht, met door satelliet- en gps-bestuurde apparatuur, te bemesten en ‘gewasbescherming’ toe te passen, wordt de schade aan het milieu inderdaad minder groot. Maar de echte knop is niet om. Misschien ook niet verwonderlijk: boeren zijn, door lage prijzen, veelal in een overlevingsstrijd gewikkeld. En dan is er geen aandacht voor milieu en biodiversiteit.

Het Geweten van Eten - markt 4


Waan-zin

Als je het maar vaak genoeg zegt, wordt het vanzelf waarZowel Roelof Joosten, de ceo (baas) van FrieslandCampina, als Albert Jan Maat, voorzitter van LTO Nederland, voerden in hun spreekbeurten ‘we moeten in 2050 negen miljard mensen voeden’ aan als argumentatie voor het te voeren beleid. Dit dogma wordt door Wageningen UR en de voedselgiganten herhaaldelijk gepropageerd. Als je het maar vaak genoeg zegt, wordt het vanzelf waar.

Want waar halen ze in hemelsnaam het idee vandaan dat wij, in Nederland, in 2050 negen miljard mensen moeten voeden? Dat is namelijk de suggestie die wordt gedaan. Waan-zin? Los van het feit dat we in de wereld nu al voor twaalf miljard mensen produceren (lees dit), moeten we ons, de Nederlandse maatschappij, de volgende vragen stellen:
[1] Moeten wij vanuit Nederland de wereld voeden?
[2] Welke invloed gaat dat hebben op ons milieu? (Heeft het al.)
[3] Kunnen we de boeren in verre landen niet beter voor hun eigen binnenlandse productie laten zorgen?


Roelof Joosten van FrieslandCampina spreekt.
Roelof Joosten van FrieslandCampina spreekt.

“We zijn ook met biodiversiteit bezig. U kent het wel, dat plaatje uit de reclame. Blauwe lucht, bloemetjes in de wei en vogels. Maar het is ook een spanningsveld,” zegt Joosten in zijn voordracht. Hij gaat er niet dieper op in. Maar doelt hij op de effecten van het loslaten van het melkquotum? Hierdoor wordt immers veel land opgekocht voor hooi. Weiden van Engels raaigras worden vijf, zes keer gemaaid per jaar. Dat is fnuikend voor de biodiversiteit – de weidevogelstand is de afgelopen decennia dramatisch teruggelopen. Lees dit bij Vogelbescherming Nederland die zich baseert op het EU-rapport State of Nature en BirdLife (PDF).
Juni 2015 is staatssecretaris Dijksma vanuit de Tweede Kamer gemaand meer te doen om de weidevogels te beschermen.

Zonnekoningen?

Het is deze grootheidswaanzin die een zware wissel trekt op ons milieuNoem het een ongelofelijke arrogantie – maar eerlijk gezegd denken we dat deze captains of agro-industry ook oprecht van mening zijn dat zij, hun bedrijf, hun bedrijfstak, de wereld moet voeden. Het is deze grootheidswaanzin die een zware wissel trekt op ons milieu. Misschien kunnen we ook hier spreken van Zonnekoning-gedrag (PDF), zoals toentertijd Van der Hoeven van Ahold last van had.
Bekijk het ledenbestand van De Maatschappij, en u snapt dat hier landbouwbeleid wordt gemaakt.

In zijn voordracht maakt Joosten van FrieslandCampina twee dingen duidelijk:
[1]  80% van onze zuivel is voor de export en Azië en Afrika zijn voor dit concern de groeimarkt. Okay, FrieslandCampina zegt kleine boeren in tweede of derdewereldlanden te begeleiden. (Hoe gebeurt dat? In welke mate? Dat blijft onduidelijk.) Maar wie het boek Food Crash van Felix zu Löwenstein leest, snapt dat we met onze Westerse denkbeeld en onze enorme productie de lokale agrarische economieën in derdewereldlanden de nek omdraaien

. Zo trekken mensen naar de steden, zo blijft er “honger” in de wereld. Hetgeen weer als justificatie voor het beleid wordt gebruikt: we moeten negen miljard mensen voeden en in 2050 zal 70% van de wereldbevolking in steden leven….
[2] Het bedrijf kent het Foqus-programma (lees deze pdf). Het kent ambitieuze uitgangspunten, waarvan Joosten erkent dat het bedrijf er nog nauwelijks aan voldoet.


Van elke drie consumenten die een boer heeft, wonen er twee in het buitenlandDe voordracht van Albert Jan Maat van LTO Nederland was een vertoning van nog meer zichzelf op de borst slaan dan Joosten al deed. Deze organisatie vertegenwoordigt 65% van de boeren en tuinders die gezamenlijk 80% van de productie voor hun rekening nemen.
Maat is er trots op dat Nederland de één na de grootste voedselexporteur van de wereld is. Nummer 1 is de VS, nummer 5 is Frankrijk.
“De VS is de kampioen in vierkante kilometers. Wij zijn kampioen in productie per vierkante kilometer!” 
En: “Van elke drie consumenten die een Nederlandse boer heeft, wonen er twee in het buitenland.” Ook hier kunnen we ons afvragen wat het ons waard is.
“De boeren zijn de dragers van de Nederlandse economie.”
Maat gaat voorbij aan de effecten van RoundUp en de neonicotinoïden. Aspecten die toch invulling geven aan het geweten van ons eten.


Stichting Veldleeuwerik

Het Geweten van Eten - VeldleeuwerikVooraf hadden we ons ingeschreven voor de parallelsessie van deze organisatie. In de hoop dat dit dan de zelfbespiegeling zou zijn. 
Martijn Buijsse vertelt dat de stichting Veldleeuwerik ooit door Heineken is opgericht om grote boeren (meer dan 125 ha) naar een meer verantwoorde landbouw te bewegen. In de jaren daarna hebben veel bedrijven zich erbij aangesloten. Nu nemen vierhonderd boeren deel. Naast Heineken zijn momenteel ook bedrijven als Bayer Crop Science, Syngenta en Basf partner geworden. Maar ook provincies en wat men ketenpartners noemt: afnemers.
Toch vragen we ons af waarom de agro-industrie van die mooie zoetgevooisde groene namen voor hun stichtingen kiest. De naam van deze stichting vinden wij, ondanks de goede intenties, bedrieglijk. Je zou het kunnen vergelijken met Van Moeder Natuur (lees dit over KOST).

Biodiversiteit scoort laag

Er is de laatste jaren geen meter akkerrand bij gekomenBuijsse vertelt over de indicatoren die de stichting hanteert. Hij gaat uitgebreid in op de bodemvruchtbaarheid (goede zaak, meer organisch materiaal) en de effecten op de gezondheid van het gewas. Opmerkelijk is dat bij invulling van het onderdeel ‘gewasbescherming’ de invloed van de chemiereuzen is te bespeuren.

Het Geweten van Eten_thumb 300x300

“Er zijn veel goede chemische middelen,” zegt hij. Diens brood men eet, diens woord men spreekt, denken we. Maar hij zegt ook dat de maatschappelijke trend ‘tegen chemie’ is. Eerlijk is eerlijk: Buijsse komt over als de meest oprechte spreker van deze dag.
“Biodiversiteit is het minst belangrijk voor een boer,” vertelt hij “Op de schaal van 1 tot 10, de tien  indicatoren, scoort het een 2. Alleen menselijk kapitaal vindt de boer nog minder belangrijk.”
Hij gaat ook in op het waarom. 
Hij vertelt van de lage prijzen die boeren voor hun producten kunnen krijgen, dus moeten boeren de hele akker optimaal benutten.
“Er is de laatste jaren geen meter ingezaaide akkerrand bij gekomen. Boeren willen geen grond daarvoor afstaan.” Hij vertelt ook dat ze met de stichting streven naar kortere ketens – lokale economie, huisverkoop – waardoor de inkomsten stijgen.


Financiële prikkel

Deelnemende boeren betalen per jaar € 700 aan de stichting. Als ze het goed doen, ontvangen ze een bonus van de afnemers. Een van de boeren die in de zaal zit vertelt dat hij van Heineken € 750 krijgt en van de Suikerunie € 300. Het hoeft hen dus niets te kosten om toch betere landbouwtechnieken te introduceren.

En hoe gaat het met de veldleeuwerik?

Veldleewerink, WikiCommons,  June 2009 door Diliff
Veldleewerink, WikiCommons, June 2009 door Diliff

“En hoe gaat het met de veldleeuwerik?” vroeg een van de mensen in de zaal aan het einde van de voordracht. Martijn aarzelde.
“Goed,” zei hij weinig overtuigend. “Met de veldleeuwerik gaat het goed.” Het was duidelijk dat hij niet op deze vraag voorbereid was. Anders had hij wel gezegd: belabberd. Leest u dit.
Het gaat slecht met de veldleeuwerik, want nergens wordt meer aan de voorwaarde van veilig nestelen voldaan. Deze eens zo talrijk voorkomende vogel staat sinds 2004 op de Rode Lijst van bedreigde vogelsoorten.


De belangrijkste oorzaak van de verarming op het boerenland is een op maximale productie gerichte Europese landbouwpolitiek. Dit gaat nog altijd gepaard met een voortgaande intensivering en schaalvergroting, ook in Nederland. 


Conclusie

Hoewel we op een andere manier in het leven staan, is het goed om te zien waar boeren mee worstelen en wat de drijfveren zijn. Daar hebben we eerlijk gezegd begrip voor. Ze zijn bezig in de onderste regionen van de Piramide van Maslow.
Het systeem moet radicaal om, anders gaat het mis. We mogen hopen dat FrieslandCampina de druk op de Nederlandse zuivelproducenten wegneemt en meer met boeren in het buitenland, in de derdewereldlanden, gaat werken. Dat zou een stimulans zijn voor de lokale economie en aldaar ook de trek naar de steden verminderen.
Maar het allergrootste probleem is de lage prijzen die de boeren voor hun producten krijgen. Juist daardoor kunnen ze maar één ding doen: aan de leiband van de zaad- en chemie-industrie meer hoogproducerende gewassen zaaien. Waardoor de inderdaad kampioen op de km2 zijn, maar dat dit, met het oog op milieu, gezondheid en algeheel maatschappelijk welzijn, uiteindelijk een soort van pyrrusoverwinning zal blijken te zijn.

3 gedachten over “Het Geweten van Eten”

  1. Hoi Norbert en Marijke,

    Dank jullie wel voor dit uitgebeide verslag van het congres van De Maatschappij. Vooraf heb ik de organisatie aangeboden om een rol te spelen, bv. door te spreken of een rondleiding op onze tuinen te verzorgen. Die liggen ten slotte binnen 500 meter vanaf het gevangenismuseum. Verder zijn wij het enige biologische bedrijf van Veenhuizen. Maar men was niet geinteresseerd in mijn geluid. Van tevoren was dus al duidelijk dat de struisvogel laag moest blijven en dat men bewust de discussie uit de weg is gegaan. Jammer hoor.

    Ik zal de organisatie tippen jullie verslag te lezen.

    Met vriendelijke groet,
    Lambert Sijens.

    Beantwoorden

Plaats een reactie