De Goede Vissers openden op 5 november 2011 hun eetlokaal ‘t Ailand in Lauwersoog. De oprichter van Slow Food, Carlo Petrini, vereerde hen daarbij met een bezoek. Op 15 juni kwamen wij.
De Goede Vissers zijn in eerste instantie Jan en Barbara Geertsema-Rodenburg. Hun boot is de TS 31 Internos. De thuishaven is Den Oever. Al jaren zijn zij met hun viskar her en der aanwezig; o.a. op de Noordermarkt in Amsterdam. En sinds november 2011 bestieren ze dus een visrestaurant op een van de noordelijkste punten van het vaste land van Nederland.
Wie op Internet zoekt ziet dat ‘t Ailand tot 18:00 uur is geopend. We arriveren om kwart over zeven. Er was geen gast meer aanwezig, maar Barbara zei: “Kom maar binnen. Alles is nog aan en warm.”
In dat soort gevallen past de gast bescheidenheid en vraag je wat ze graag kwijt willen. We bestelden een plateau met diverse vis.
De stem van Remi
Op de toog zagen de brochure Fisch trifft Ferkel liggen. Een Slow Fish-beurs in Bremen van 9-11 november 2012. Het afgebeelde varken is een Bonte Bentheimer. Als voorzitter van de Vereniging Het Nederlandse Bonte Bentheimer Landvarken wees ik op dat enorme toeval: wij, nu, hier, vis en juist dat ene varkensras afgebeeld.
“Remi!” zei Barbara. Ze had tijdens Slow Food Nederlands Terra Madre in Olst (14 & 15 mei 2011) voor het eerst Remi Hoeve in levende lijve ontmoet. Remi is vuurtorenwachter op de Brandaris op Terschelling, maar ook de stamvader en thans stamboekbeheerder van de Bonte Bentheimers in Nederland. Op een veld in Olst, met de titel Van Kop tot Staart, stonden de Goede Vissers met hun kraam en werd een Bonte Bentheimer uitgebeend. En daar stond Remi bij.
Alle schippers op de Waddenzee kennen Remi. Barbara kende tot dat moment alleen zijn stem.
Blik op ‘t Ailand
“Waarom daar?” vroeg ik.
“Dit is de mooiste plek,” zei ze “En daar ligt ‘t ailand [eiland].”
We zagen de streep Schiermonnikoog op, bij wijze van spreken, drie steenworpen afstand liggen. Barbara heeft gelijk: de mooiste plek. Vis eten met een vrije blik over de Waddenzee.
We krijgen als tijdverdrijf een kom met garnalen. Die peuzelen we als ervaren pellers op. Het zijn grotere dan wat we kennen als Hollandse garnalen.
“Dat klopt. Het zijn wel Hollandse garnalen, maar grote. We verzorgen namelijk ook een cursus garnalenpellen en daarvoor zijn de grote makkelijker,” licht Barbara desgevraagd toe.
Visplateau
Wat later wordt een prachtig visplateau geserveerd. Voor de groenten kom je hier niet, maar de koolsla met dille past uitstekend bij de vis en de frites zijn niet te versmaden. We drinken er een Weißburgunder (pinot blanc) bij.
Wat we als coquilles aangeven zijn niet de noten van de Jakobsschelpen, maar van zeer nauwe familie. De Jakobsschelp is de Grote Mantel, wij aten de Wijde Mantel.
Wat zijn Goede Vissers
De Goede Vissers zijn, als gezegd, Jan en Barbara. En om hen heen een gezelschap van vissers waarvan zij vinden dat die ook op een verantwoorde wijze vissen. Het is geen kant-en-klaar concept.
“Goede vissers zijn vissers die nadenken bij wat ze doen. Het is een zoektocht. Hoe stuurt de visser zijn visserij aan? Daar letten we op,” aldus Barbara. “In de biologische landbouw is het al behoorlijk uitgekristalliseerd. Niet in de visserij.” (Hoezeer zij gelijk heeft blijkt uit een artikel in NRC Handelsblad van daags erna, zaterdag 16 juni – Mazen in het Viskeurmerk – waaruit blijkt hoe moeilijk er strakke regels zijn te definiëren voor overbevissing. Bovendien kost MSC-certificering al snel een ton, dus alleen weggelegd voor de grotere vissers.)
Discards & bijvangst
Een visser vist op een bepaalde vissoort. Discards is bijvangst die overboord wordt gezet, omdat de visser hiervoor bijvoorbeeld geen quotum heeft. Zij mogen die niet aanlanden. Dus wordt het dood overboord gezet. (Lees hier ons artikel In actie tegen dode vis.) Maar vissers kunnen ook voor bijvangst een quotum hebben.
“Vissen zonder bijvangst is onmogelijk,” zegt Barbara. “Je kunt niet op de Noordzee vissen en geen kabeljauw vangen, bijvoorbeeld. Maar je kunt er wel iets aan doen. Door goed te letten op de maaswijdte kan je al heel wat bereiken. Wij zelf hebben misschien een supermarktkarretje vol per jaar aan bijvangst. Dat mogen we niet aanlanden. Dat eten we dan zelf op.”
Collegialiteit
Dood overboord gezette vis is voer voor krabben. Krabben poepen. Dat wordt mest en is voer voor algen en plankton. En dat is visvoer. Maar alles met mate.
Er wordt door het huidige systeem aan vangstquota veel te veel vis dood overboord gezet. Vis dat boven het quotum is gevangen of niet toegestane bijvangst. Dat moet omlaag. Wat doe je om bijvangst te verminderen?
“Wij discussiëren veel met andere vissers,” vervolgt Barbara. “We wijzen ze op collegialiteit, bijvoorbeeld. Als je op mul vist en je loopt vol in de kabeljauw, dan moet je doorvaren. Want de visser die geen quotum voor kabeljauw heeft, kiepert de bijvangst overboord. Dat is oncollegiaal ten opzichte van een collega die wel op kabeljauw vist.”
De vis gaat duur betaald worden
Het is ook een kwestie van fair trade voor de vissers. Veel vissers hebben grote schepen en fors geïnvesteerd. Dan moeten ze vangen. Veel vangen. Ze kunnen niet eenvoudig omschakelen naar minder. (Het is net als bij de intensieve varkenshouderij: veel boeren willen misschien wel omschakelen, maar kunnen niet.)
‘De vis wordt duur betaald,’ schreef Heijermans in Op Hoop van Zegen. Daarmee werd gedoeld op de mannen – vaders, broers en ooms – die tijdens de vaart omkomen. Toch moeten we anno 2012 naar minder kilo’s voor meer geld. De vis gaat duur betaald worden. Simpelweg omdat we niet zo door kunnen.
Slow Food / Slow Fish
Slow Fish is een internationale Slow Food-campagne gericht op kleinschalige, duurzame visvangst. Het is een netwerk binnen Slow Food’s Terra Madre. Vreemd genoeg doet Slow Food Nederland, toch visserijland bij uitstek, hier weinig mee.
“Wij hebben voornamelijk contact met Slow Food Italië en Duitsland,” zegt Barbara. In november is de Slow Fish-beurs in Bremen. Bremen is – met Bremerhaven – een belangrijke Duitse vissersplaats. “En Bremen ligt dichter bij Lauwersoog dan Amsterdam.”
Goede Vissers in en uit zak en as
“Hoe is het zo gekomen dat Carlo Petrini bij de opening van ‘t Ailand was?” vragen we terloops.
“Dat komt door Jan,” lacht Barbara “Jan en Carlo hebben een klik. Dat gebeurde jaren geleden. Toen dansten ze samen op de eerste Terra Madre in Italië. In La Stampa heeft daar een foto van gestaan! We waren zoiets als ‘t Ailand al jaren van plan. En Jan vroeg Carlo toen al of, als het zover was, hij dan de opening wilde verrichten. Dat beloofde Carlo. Zo is het gekomen.”
Ze vertelt hoe ze als Goede Vissers jaren geleden eigenlijk een beetje in zak en as zaten. Hoe moesten ze verder? Waren ze roepende in de (Nederlandse) woestijn?
“We kenden haar niet eens. Maar Marjolein Kooistra, die zich voor Slow Food inzet voor de Goudse Boeren Oplegkaas, zei tegen ons: jullie moeten naar Turijn!” [MergenMetz: Daar werd in 2006 de tweede Terra Madre gehouden.]
“Dat was geweldig. Toen bleek dat we niet alleen waren, maar met miljoenen andere vissers over de hele wereld. Allemaal kleinschalige duurzame vissers die de zee en de natuur met verantwoordelijkheidsgevoel willen beheren.”
Vis en vissen is niet verkeerd. Als het maar met beleid en verantwoordelijkheidsgevoel gebeurt. Zoals eigenlijk met alles in het leven het geval is. Ondertussen zijn nog een paar mensen komen eten en weer gegaan. Om half tien verlaten we Proeflokaal ‘t Ailand.
Volg ze bijvoorbeeld op Twitter: @TS31_Internos, @GoedeVissers en natuurlijk het proeflokaal @t_Ailand. Op Facebook: proeflokaal.t.ailand